BFBN werkt hard aan duurzaamheid

BFBN Ton Pielkenrood

De Romeinen bouwden er bruggen en aquaducten mee. Anno 2016 gebruiken we het nog steeds: beton. Bouw & Uitvoering praat met Ton Pielkenrood, directeur van de Bond van Fabrikanten van Beton­producten in Nederland (BFBN). Wie is hij en welke ontwikkelingen zijn er gaande in de branche?

Hoe ben je in de beton terecht gekomen?

“Mijn interesse werd gewekt in het praktijkjaar van de hts. Ik was betrokken bij de bouw van een brug in Zaandam, deed mee aan het vlechten, beton storten en uitzetten. Vervolgens ging ik voor een halfjaar naar Curaçao om onder andere mee te werken aan de bouw van een kademuur van beton. Ik runde daar ook het betonlab.”

Wat maakt precies het werken met beton leuk?

“Beton kun je in welke vorm dan ook gieten. Die flexibiliteit is geweldig. Beton vind ik ook mooi materiaal. Het gekke is, ik kom helemaal niet uit de betonhoek – mijn vader had een metaalwarenfabriek – maar beton heeft me gegrepen.”

Je hebt veertien jaar bij de Hollandsche Beton Groep gewerkt. Wat deed je?

“Ik werkte onder andere bij Interbeton, de internationale tak, en deed daar acquisitie op Afrika. Ook voerde ik projecten uit in Brits Guyana, Oman én op de Filippijnen. Daar hebben we ook met het hele gezin gewoond.”

In 1999 deed je de overstap naar de BFBN.

“Klopt. Ik heb veel verschillende dingen gedaan bij de Hollandsche Beton Groep, maar op een gegeven moment wilde ik iets anders. Ik zag een advertentie in de krant. De BFBN vroeg naar een ‘Mister Beton’.”

En dat ben je nu…

Ton Pielkenrood lacht en zegt: “Dat stond letterlijk zo in de advertentie. Maar zo wil ik mezelf echt niet noemen hoor!”

Wat kun je over de BFBN vertellen?

“De structuur is gelaagd. De eerste betreft de bedrijven, die in de markt zitten. Daar boven bevinden zich de productsectoren: Associatie van Beton Fabrikanten van constructieve elementen, Vereniging van Fabrikanten van Agrarische Betonwaren, Stichting Betonfabrikanten van Bouwblokken en -stenen, de Vereniging van bestratingsfabrikanten en de Vereniging van Producenten van Betonleidingsystemen. Deze organisaties houden zich vooral bezig met de technische belangenbehartiging van hun product. Als paraplu boven de productsectoren hangt de BFBN.”

Wat doet de BFBN zoal?

“De BFBN is een werkgeversorganisatie. Simpel, wij doen zaken in het belang van de industrie. We kennen een aantal belangrijke ‘poten’. De eerste betreft de sociale zaken. We verzamelen kennis en kunde op het gebied van arbeidsvoorwaarden en stellen deze ten dienste aan onze leden. Denk aan kennis en kunde over cao’s, VUT en pensioen. Algemene belangenbehartiging, lobby en KAM, Kwaliteit, Arbeid en Milieu, zijn andere pijlers. Wat kwaliteitszorg betreft, momenteel is het verhaal rondom CE/KOMO ‘hot’. Europa accepteert namelijk geen KOMO meer naast CE. Afnemers weten nu niet meer waar ze aan toe zijn. Op het gebied van Arbo doen we veel aan arbeidsveiligheid. We hebben bijvoorbeeld een project lopen, met subsidie van het ministerie van SZW, dat ‘Voortdurend Veilig’ heet. Doel is om veilig en gezond werken in de betonproductenindustrie blijvend en vanzelfsprekend te maken. Op het gebied van milieu komen we natuurlijk op het duurzaamheidsverhaal terecht.”

Inderdaad, hoe gaat de BFBN met duurzaamheid om?

“Als betonindustrie hebben we het voordeel, dat we gebruik maken van lokale materialen: zand, grind, kalksteen voor cement, water. Kijken we naar ‘uitputting’, dan zitten we aan de goede kant. Waar een zorg zit, is de CO2 uitstoot die vrij komt bij het maken van ­portlandcement1. Echter, in Nederland gebruiken we veel hoogovencement2, waarbij nauwelijks CO2 vrijkomt. Daarnaast maakt de industrie in Nederland veel gebruik van secundaire brandstoffen, waardoor er ook minder CO2 uitstoot is. Tevens gebruiken we vliegas, afval uit de schoorstenen van kolencentrales. Vliegas is bedoeld als vulmiddel en het helpt bij het hard worden van beton. De laatste belangrijke ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid betreft de nieuwe cementsoorten: CO2 arme geopolymeren, een diverse groep van bindsystemen met calciumaluminaten en silicaten als belangrijkste grondstoffen. Alle geopolymeren hebben met elkaar gemeen dat de bindingcapaciteit wordt geactiveerd door toevoeging van een hulpmiddel als natronloog of natriummetasilicaat (waterglas). Hoe beter het mengsel bindt, hoe minder het cement verhit hoeft te worden. En ja, hergebruik van oud beton is ook een punt van aandacht. Denk aan het vermalen van bouw- en sloopafval, te gebruiken als grindvervanger.”

De betonindustrie lijkt goed duurzaam bezig te zijn.

“We werken er hard aan.” Ton Pielkenrood haalt ook nog even het gebruik van beton binnen de circulaire economie aan. “Beton is daar uitermate geschikt voor.” Binnen een circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt en behouden grondstoffen hun waarde. Anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen omgezet worden in producten die aan het einde van hun levensduur vernietigd worden.
“We doen veel met MVO Nederland”, vervolgt Pielkenrood. “Daar worden zaken als circulaire economie met alle ketenpartners besproken.”

En wat komt er nog meer aan de orde?

“We hebben het uiteraard ook over materiaalarm bouwen. Bij ons gaat het niet over het aantal tonnen dat we verkopen. We verkopen een functie, zoals een brug van A naar B. Dat doen we met zo min mogelijk materiaal.”

Zijn er overall nog belangrijke ontwikkelingen in de betonindustrie die noemenswaardig zijn?

“Zeker, denk aan de evolutie in de fabrieken. Van binnen worden ze steeds efficiënter door vergaande automatisering, zoals het gebruik van robots. Onlangs is het proces binnen een fabriek voor elementen helemaal vernieuwd. Ze maken nu iedere zes minuten een betonelement. Superontwikkelingen!”

Pielkenrood noemt ook de cascobouw, die zich momenteel enorm aan het ontwikkelen is. “Vandaar dat het marktaandeel van prefabbeton in de woningbouw enorm is toegenomen.”

In de Stentor van december jl. lazen we inderdaad dat er een run is op prefabbeton. Dat er zelfs een betontekort dreigt voor de woningbouw.
“Dat is ietwat overdreven. In 2008 hadden we zo’n 15% marktaandeel in de woningbouw, nu 25%. Natuurlijk, we hebben het momenteel superdruk in de woningbouw. De levertijden lopen iets op. Maar de crisis is nog niet voorbij. De Stentor doet ons geloven dat het nu Hosanna is in de beton, maar dat is niet zo. We kennen nog genoeg fabrieken die niet vol zitten. In de kantorenbouw en grond-, weg- en waterbouw gaat het allemaal nog niet zo hard.”

Durf je toch in de toekomst te kijken? Komt de betonindustrie terug op het niveau van voor de crisis?

“Dat het wordt zoals vroeger, daar geloof ik niet in. De woningbouw komt terug en zal dat blijven doen. We zien bijvoorbeeld dat er bij de sociale woningbouw nog heel veel gebouwd moet worden. Kijk alleen al naar het feit dat iemand vijf jaar ingeschreven moet staan voordat hij een sociale huurwoning krijgt. We accepteren dat niet meer. Waar we over tien jaar staan? Het marktaandeel zal zeker toegenomen zijn. We zijn niet voor niets zo sterk uit de crisis gekomen.”

En, blijf je voorlopig ‘Mister Beton’?

Pielkenrood moet hartelijke lachen: “Ach, dat weet ik niet. Dat hangt ook af van in hoeverre de vijf brancheorganisaties in de betonindustrie nauwer gaan samenwerken. Geen idee wat er gaat gebeuren. Maar ‘ja’ ik blijf voorlopig wel in de beton. De branche geeft me voldoende uitdaging.”

Leeftijd: 60 jaar
Woonplaats: Benthuizen
Opleiding: Hts (Weg- en Waterbouw), TU Delft (Civiele Techniek)
Carrière: Pielkenrood werkte veertien jaar bij de Hollandsche Beton Groep in de uitvoerende aannemerij, zowel nationaal als internationaal. Vanaf 1999 is hij directeur van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN).

1
Portland cement is een soort cement dat voor het eerst werd gefabriceerd in Groot-­Brittannië in het begin van de 19de eeuw. Het heeft zijn naam gekregen van de Portland formation, een gesteenteformatie waaruit bouwmateriaal werd gewonnen op Het Isle of Portland. Portlandcement lijkt op dit materiaal. Het cement bestaat voor minimaal 90% uit portlandklinker, voor maximaal 5% uit gips en voor 5% uit andere toeslagstoffen.

2
Hoogovencement is een type cement met een andere samenstelling dan portland­cement; bij de klinker wordt een afvalproduct van de ijzerproductie (hoogoven), hoogovenslak, gemengd.

Advertisment ad adsense adlogger