Starter op de woningmarkt doet vaker een beroep op ouders

Starter op de woningmarkt doet vaker een beroep op ouders

De gemiddelde leeftijd van starters op de woningmarkt neemt naar verwachting toe. Jongeren die een woning willen kopen, hebben vaker steun van hun ouders nodig. Dit blijkt uit de nieuwste ING International Survey.

Relatief weinig Nederlanders staan er voor open een woning te delen met familie

De gemiddelde leeftijd van de starters op de woningmarkt neemt naar verwachting toe. De toenemende krapte op de woningmarkt en bijbehorende prijsstijgingen zorgen ervoor dat vooralstarters steeds moeilijker een koopwoning kunnen financieren. Bovendien zorgen strengere regels rondom hypotheekverstrekking ervoor dat starters meer eigen vermogen nodig hebben voor het kopen van een woning dan vijf jaar terug.

Nu de maximale hypotheek verlaagd is naar honderd procent van de woningwaarde, kunnen ze de overige kosten van de financiering van een koopwoning (kosten koper en makelaarskosten) niet meer meefinancieren. Hierdoor zullen starters hun koopwens vaker uitstellen.

Resultaten uit de ING International Survey onderschrijven dat de gemiddelde leeftijd van starters op zal lopen. 70% van de huidige woningeigenaren in Nederland geeft aan dat ze hun eerste woning kochten voor hun dertigste jaar. Van de groep huishoudens die in de toekomst verwacht een eerste woning te kopen denkt 59% dit voor zijn of haar 30e jaar te doen.

Financiële steun

Bijna een vijfde (19%) van de Nederlanders vindt dat het de plicht is van ouders hun kind financiële steun te bieden bij het kopen van een woning. Dit is een stuk lager dan in Europa, waar dit 44% is.

Op de vraag of het een goede investering is om de woning van je kind mee te financieren, antwoordt 47% van de Nederlanders positief. Dit suggereert dat Nederlanders die hun kind helpen een woning te financieren dit niet puur uit plichtsbesef doen, maar dat ook het financiële motief meespeelt.

Bijna een vijfde (19%) van de Nederlanders vindt dat het de plicht is van ouders hun kind financiële steun te bieden bij het kopen van een woning. Dit is een stuk lager dan in Europa, waar dit 44% is. Op de vraag of het een goede investering is om de woning van je kind mee te financieren, antwoordt 47% van de Nederlanders positief. Dit suggereert dat Nederlanders die hun kind helpen een woning te financieren dit niet puur uit plichtsbesef doen, maar dat ook het financiële motief meespeelt.

Meerdere generaties

Relatief weinig Nederlanders staan er voor open een woning te delen met familie. Momenteel zegt 6% van de Nederlandse huishoudens een woning met volwassen familieleden uit meerdere generaties te delen, tegenover 13% van de Europese huishoudens. Op de vraag of ze dit wel zouden overwegen, geeft 26% van de Nederlanders aan dit te willen doen.

In Europa staan meer huishoudens open voor het concept ‘wonen met familie’: 34% van de Europeanen geeft aan dit te willen overwegen. De meest genoemde voordelen zijn geldbesparing, een oppas voor de kinderen en zorg kunnen bieden aan hulpbehoevende ouders.

Langer bij ouders wonen

Hoewel uit de ING International Survey blijkt dat de meeste Nederlanders als ze volwassen zijn het liefst zonder hun familie wonen, zien we dat jongeren gemiddeld langer in hun ouderlijk huis wonen. Dit blijkt uit statistieken van het CBS.

Ook komt het steeds vaker voor dat kinderen weer een tijdje terugkeren naar hun ouderlijk huis, nadat ze eerder het ouderlijk huis verlieten (zgn. ‘boemerangkinderen’). Twintig procent van de jongeren die terugkeren naar hun ouderlijk huis geeft aan dat financiële problemen de belangrijkste reden zijn van hun terugkeer, aldus het CBS.

Advertisment ad adsense adlogger