Smart cities, buildings & campus (artikel)

Smart cities, buildings & campus

Integraal denken staat hoog in het vaandel bij de FHI – de federatie van technologiebranches. Tijdens de bijeenkomst Smart Cities werd door bedrijven uit diverse sectoren gekeken wat er voor nodig is om een smart city te kunnen realiseren.

Studentendorp als voorloper van smart cities

In Europa is een tendens gaande dat de publieke overheid Smart City-concepten ontwikkeld. In tal van datacentra worden data van sensoren, camera’s en social media aan elkaar gekoppeld. Hiermee moet de veiligheid worden vergroot, kunnen er betere voorspellingen worden gedaan, kan energieverbruik worden verminderd en behoren files tot het verleden. Helder lijkt het, maar in de praktijk is het allemaal niet zo eenduidig en positief.

In de door FHI geïnitieerde middag kwam onder andere Edwin Koose aan het woord. Hij is directeur van Ventus IT Professionals en Business Analyst Smart Building TU Delft. Lees: Edwin Koose is een kwartiermaker om slimme oplossingen te implementeren. Bij de TU Delft kreeg hij de schone taak om een smart campus-advies in kaart te brengen. Door toedoen van Koose is de uitvraag voor de nieuwbouw van een smart building in de markt gezet. Van hieruit wordt de groei naar een smart campus ingezet.

Smart buildings

Over wat een smart building is, daar lopen de meningen nogal over uiteen, vertelt Koose. “Het ligt eraan aan wie je dit vraagt. Uiteindelijk komen technologie -gebouwgebonden, ICT – en omgevingsfactoren samen en moeten ze worden afgestemd op de gebruiker van het gebouw. Omdat het samen komt, kun je van daaruit activiteiten ontplooien en nieuwe diensten leveren.” Koose geeft een voorbeeld: “Een bezoeker aan de TU Delft arriveert op de parkeerplaats. Degene waarmee de afspraak is gemaakt, krijgt vervolgens een seintje. Maar ook de vergaderzaal wordt alvast op temperatuur gebracht.”

Dat betekent dat het gebouw mee gaat denken, gaat leren en trends gaat ontdekken, vertelt Koose. “Qua data heb je het dan wel over niet mis te verstane hoeveelheden. Alleen al de data voor sensoren en gebouwautomatisering vraagt om een megagrote infrastructuur; dan heb je het nog geeneens over ICT-data. Als je deze twee data gaat samenbrengen, dan kun je trends ontdekken en algoritmes bouwen. Je kunt dan een gebouw eenvoudiger slimmer maken, zonder dat er op voorhand enorme investeringen nodig zijn.”

Smart cities, buildings & campus

TU Delft Campus

Als je het over een campus als die van de TU Delft hebt, praat je eigenlijk over een gemiddeld dorp. Koose: “De campus beslaat 161 hectare, waarvan aan vastgoed 610.000 vierkante meter. De TU Delft heeft 62 gebouwen in eigen beheer. Er komen dagelijks 27.000 mensen op het terrein. Hiervan zijn er 21.000 student, 4.500 wetenschappers en 2.000 mensen die bij ondersteunende diensten werken.”

De TU Delft is een Living Campus. Koose: “24/7 zijn er activiteiten op de campus. Dat betekent dat het er veilig moet zijn en je goed om moet gaan met zaken als toegang tot de campus. Qua nieuwbouw schat de TU Delft op gevoel in wat de groei zal zijn en vervolgens wordt er een nieuw gebouw gerealiseerd. De beslissing is dus niet door data gestuurd. Er is niet bekend wat de bezetting van een gebouw is. Ze zetten veiligheidshalve een gebouw neer om de mogelijke groei van studenten aan te kunnen. Als je dit meer datagestuurd inricht, kun je hier veel kosten op besparen.”

Qua mobiliteit is er één zekerheid, vertelt Koose. “Het zal de komende jaren alleen maar drukker worden op de campus. We hebben onderzocht hoe je elektrisch rijden kunt faciliteren en hoe je mogelijk energie uit de auto’s kunt halen als ze geparkeerd staan.”

Proof of concept

De zoektocht naar een Smart Campus is feitelijk een living lab en niet een vooraf gedicteerde opdracht voor Koose. Hij heeft namens de TU een aantal partijen uitgenodigd aan tafel. Zo kon de TU Delft de markt bevragen, waarmee ze inzicht kregen in wat de partijen doen, wat ze kunnen bieden en hoe er mogelijk een samenwerking kan worden opgetuigd. Dit resulteerde al snel in proof of concepts oftewel haalbaarheidsstudies. Koose: “Denk daarbij aan een vindbaarheidstool om studieplekken voor leerlingen te vinden of het koppelen van de klimaatinstallatie aan verlichting en zonwering.”

Koose: “Op powerpoint zie alles er mooi uit, maar de realiteit is weerbarstiger.”
Aan de hand van de proof of concepts en gesprekken met de leveranciers is een beleid geformuleerd. De TU is aanbestedingsplichtig. Ze moeten een programma van eisen kunnen opstellen ten aanzien van een smart building. Koose: “Dit resulteerde in een cookbook met daarin de basisvisie. Hierdoor kan makkelijk een programma van eisen richting de markt worden gemaakt voor een smart building. Vanuit een smart building gaat het vervolgens richting een smart campus.”

Smart cities, buildings & campus

Smart tools

Losse tools maken het begrijpelijk, schetst Koose. “Als ik vertel dat je met een tool makkelijk met een collega kunt afspreken in het gebouw dan spreekt dat tot de verbeelding. Het nadeel is alleen dat als je continu met losse tools gaat werken dan heb je – voor het weet – opeens veertig infrastructuren die je in de lucht moet houden. De losse tools maken de technologie inzichtelijk, maar als strategie kun je beter één infrastructuur kiezen. Je moet integratie van gebouwgebonden technologie en ICT nastreven. Doe je dat niet dan heb je allemaal losse eindjes. Dan moet je alles onderling met elkaar verbinden. Je moet data uit een losse parkeerapp bijvoorbeeld weer gaan transformeren om te laten weten dat er een bezoeker aan komt. Maar je moet de data ook knopen aan de besproken vergaderkamer die moet worden opgewarmd.”

Kostenreductie

IP vormt de basis voor het slim TU-netwerk. Het platform bestaat uit een netwerkinfrastructuur die al sinds jaar en dag bekend is aan de ICT-kant en wat minder aan de gebouwgebonden kant. Het toepassen van ‘Smart Building’-functionaliteiten moest leiden tot substantiële reductie van de operationele kosten van energie, onderhoud, schoonmaak, etc.

Koose: “Een goede tip is om zoveel mogelijk flexibel te zijn, kies bijvoorbeeld draadloos boven vaste bekabeling. De kosten die kunnen worden bespaard op de bekabeling lopen op tot tussen de dertig en veertig procent van de kosten bij een nieuwbouwproject. En dat is nog een voorzichtige schatting. Draadloos neemt veel complexiteit weg, want er zijn minder tracés nodig in de muren.”

Met één IP-netwerk zie je dat alles samenkomt, vertelt Koose. “De data verzamelen en opslaan vormen geen probleem, het gaat om de analyses. Daar heb je echt slimme analisten voor nodig. Nadeel is wel dat je daar momenteel de hoofdprijs voor betaalt. Het voordeel van een TU is: ‘wij hebben er een afstudeerproject van gemaakt.”

Man in the middle

Je moet als een evangelist prediken om iedereen mee te krijgen, vertelt Koose. Zijn rol was die van verbinder. “Als man in the middle praat je met onderwijszaken, studenten, vastgoed, ICT. Geloof me… ze praten elkaars taal totaal niet. Ik moest echt zorgen dat er een brug tussen alle afdelingen werd geslagen. Dat was best uitdagend.”

Voor de TU Delft is de volgende stap het realiseren van een smart city, maar dat is nu nog een brug te ver, schetst Koose. “Door eerst een aantal smart building te realiseren en door één netwerk te hanteren, kunnen straks de vruchten worden geplukt en vallen zaken als vanzelf samen.”

Advertisment ad adsense adlogger