Onder de noemer Warmteversnelling ondertekenden woningcorporaties, bouwers en warmtebedrijven een overeenkomst om serieuze stappen te zetten in de energietransitie van de gebouwde omgeving.
Jaarlijks moeten er in 200.000 van de in totaal zeven miljoen woningen een alternatief komen voor fossiel verwarmen
De ondertekenaars willen in wijken, waar een collectieve warmtevoorziening een logische keuze is, een dubbelslag maken door grootschalige nul-op-de-meterwoningrenovaties (NOM-renovaties) te combineren met een aansluiting op een warmtenet waar nieuwe duurzaam/fossielvrij geproduceerde warmte aan wordt toegevoegd.
Een grootschalige energietransitie is nodig om de opwarming van de aarde een halt toe te roepen. De overheid heeft dit vertaald in het concrete doel dat onze energievoorziening in 2050 volledig duurzaam moet zijn.
Snelle overstap noodzakelijk
Voor de woningbouw betekent dit dat jaarlijks gemiddeld 200.000 van de in totaal 7 miljoen woningen, de overstap moeten maken naar een alternatieve vorm voor verwarmen. Dat kan elektrisch of met collectieve duurzame warmtevoorzieningen. De overstap moet zo snel mogelijk gemaakt worden. Des te langer we wachten desa te groter de opgave.
De Taskforce NOM‐renovaties met warmtenetten heeft in 2016 laten zien dat het fors isoleren van woningen in combinatie met aansluiting op een warmtenet kan leiden tot dezelfde resultaten als NOM‐renovaties zoals die tot nog toe werden gedaan met zonnepanelen en elektrische warmtepompen (bekijk het onderzoek op Energielinq). Hieruit is het project Warmteversnelling voortgekomen.
Afscheid van aardgas
Vooral in de oudere wijken, waar de gasnetten aan vervanging toe zijn, is het gewenste afscheid van aardgas urgent. Woningen in deze wijken zijn vaak verouderd, slecht geïsoleerd, tochtig en vochtig. Renovatie is daarom noodzakelijk.
De ondertekenaars van Warmteversnelling willen in wijken, waar een collectieve warmtevoorziening een logische keuze is, grootschalige NOM-woningrenovaties combineren met een aansluiting op een warmtenet waar nieuwe duurzaam/fossielvrij geproduceerde warmte aan wordt toegevoegd.
Op die manier worden twee vliegen in één klap geslagen. Door een renovatie naar nul-op-de-meter krijgen bewoners een comfortabel huis dat weer jaren mee kan en bovendien is aangesloten op een duurzame warmtevoorziening. Ook de warmtenetten maken zo de transitie naar non-fossiel.
In de startblokken
De partijen binnen Warmteversnelling staan in de startblokken maar worden momenteel nog belemmerd door onder andere bestaande wet‐ en regelgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld om de bij wet geregelde EPV.
De EPV maakt mogelijk dat een renovatie naar nul-op-de-meter voor bewoners woonlastenneutraal uitpakt. Zij betalen het bedrag van voormalige elektriciteitsrekening via de EPV aan de woningcorporatie. De woningcorporatie kan op die manier de renovatie financieren. Warmteversnelling wil dat deze EPV ook toe te passen is op nul-op-de-meterwoningen die zijn aangesloten op een nieuwe duurzame/fossielvrije warmtebron.
Warmteversnelling ziet daarnaast bijvoorbeeld ook graag dat het mogelijk wordt om specifieke duurzame/fossielvrije warmtebronnen die leveren aan een warmtenet, toegewezen kunnen worden aan specifieke gebruikers en dat dit ook in de energieprestatie-index van de woning tot uiting komt.
Voor dit soort aanpassingen in wet- en regelgeving vraagt Warmteversnelling medewerking van de overheid, al dan niet via experimenteerruimte.
Partijen
Aan de Warmtevernselling doen onder meer mee: Bouwgroep Dijkstra Draisma, VolkerWessels, DuraVermeer, Portaal, WonenLimburg, Stadlander, Alliander DGO, Mijnwater, Nuon Warmte, Eneco, Ennatuurlijk en Stadsverwarming Purmerend. Gemeenten zijn belangstellend en zullen later ook aansluiten.
Meer informatie Energielinq.nl