Koploperspositie voor de bouw
Volgens Teun Bokhoven, voorzitter van de Stichting Duurzame Energie Koepel, kan Nederland Duitsland opvolgen als koploper in duurzame energie. Maar een gelopen race is het nog niet. Wat zijn de noodzakelijke randvoorwaarden om de groei te doorlopen? En wat is de rol van de bouwwereld?
Nederland kent diverse brancheorganisaties voor duurzame energietechnieken. Denk hierbij aan Holland Solar, De Nederlandse Wind Energie Associatie, de Nederlandse vereniging voor Energie uit Water, het Platform Bio-energie, de Dutch Heat Pump Association en BodemenergieNL. Omdat de behoefte groot is om als duurzame sector op te treden, werd in 2001 de Stichting Duurzame Energie Koepel opgericht. ‘We vertegenwoordigen 80 tot 90% van de bedrij-ven in Nederland die te maken hebben met duur-zame energie. Namens deze bedrijven en dus de sector onderhandelen we met politiek en beleidsmakers ten -gunste van duurzame energie’, aldus Teun Bokhoven.
Nederland versus Europa
Waar staan we als Nederland op het gebied van duurzame energie? Bokhoven: ‘Bij de toepassing staan we onderaan. Ongeveer 4% van onze energievoorziening wekken we duurzaam op. Dit, terwijl het gemiddelde in Europa boven de 10% ligt. Het is de bedoeling dat Europa in 2020 zo’n 20% duurzaam opwekt. We lopen dus achteraan. Dat heeft onder andere te maken met ons vrij grote aandeel in energie-intensieve industrie en de ruime aanwezigheid van eigen aardgas. Sommige landen hebben een voorsprong kunnen nemen doordat ze al veel duurzame energiebronnen hebben. Zweden bijvoorbeeld kent veel biomassa. Noorwegen heeft veel waterkracht. Naast deze relatieve achterstand heeft Nederland de afgelopen vijftien jaar niet echt een stimulerend beleid op duurzame energie gevoerd. Dit in vergelijking met andere landen. Met onze grote gasvoorraden konden we redelijk relaxed achteruit zitten. Andere Europese landen hebben veel meer de urgentie de import van energie terug te dringen. Die import van fossiele brandstoffen van buiten de EU ligt, als we Europa als een geheel beschouwen, nu al op zo’n 60% met een verwachte groei van 80% naar de komende jaren. We importeren uit bijvoorbeeld Rusland of het Midden-Oosten, politiek kwetsbare gebieden. Een snelle omslag naar duurzame energie is dus van uitermate belang. Vandaar het streven naar 20% in 2020. Tot dusver ging Nederland, zoals gezegd, te langzaam.’