Tot het begin van de 21e eeuw werd er nauwelijks gesproken over duurzaam bouwen. Als er woningen nodig waren dan werd er een vergunning afgegeven en een jaar later reden de kranen, shovels en andere machines de bouwplaats op om aan de slag te gaan. Vandaag de dag gaat het er op een bouwplaats heel anders aan toe. Dat kan niet anders, want de regels zijn sterk veranderd. Je mag niet zomaar ergens bouwen, je moet je aan allerlei voorschriften houden.
Elektrische machines
Op steeds meer bouwplaatsen doen elektrische machines hun intrede. Een schroef compressor die niet op diesel draait zie je steeds vaker, net zoals een elektrische kraan, verreiker of heftruck. Op die manier wordt er veel minder CO2 uitgestoten en voldoet de bouwer aan de regels voor de uitstoot van stikstof en andere schadelijke stoffen. Vooral de overheid kiest vrijwel altijd een aannemer die duurzaam bouwt. Het gaat dan niet alleen om het gebruik van elektrische machines maar ook om de gebruikte materialen. Want de productie van cement vraagt ook heel wat van de natuur. Daarom wordt er hard gewerkt aan duurzame alternatieven.
Hergebruik van materialen
Wat ook steeds vaker gebeurt is het hergebruik van bouwmaterialen. Panden die worden gesloopt worden niet meer met de sloophamer bewerkt of met dynamiet opgeblazen. Ze worden zorgvuldig gedemonteerd zodat materialen opnieuw kunnen worden gebruikt. Het probleem is daarbij wel vaak dat vraag en aanbod nog niet goed op elkaar aansluiten. Er zijn bedrijven die tweedehands bouwmaterialen aanbieden maar als dat bedrijf in Assen zit en de materialen zijn nodig in Heerlen dan zijn de kosten vaak te hoog. Ook gebeurt het natuurlijk regelmatig dat het materiaal dat nodig is niet op voorraad is en dus alsnog nieuw moet worden ingekocht.
Nieuwe innovaties
Omdat vooral de bouw zwaar onder druk staat als het gaat om milieubewust werken, richten bedrijven zich op verbeteringen. Zo innoveert Kaeser in Nederland en België op het gebied van compressoren op stroom in plaats van diesel. Deze worden niet alleen in de bouw gebruikt maar ook in andere industrieën. Dit soort machines zijn anno 2025 nog vrij kostbaar om aan te schaffen. Dat betekent dat ook de projectkosten stijgen. De aannemer moet immers zijn investering terugverdienen. Maar vooral de overheid, die een duidelijke voorbeeldfunctie heeft, kiest bij grote projecten meestal voor een duurzame optie, ook als die qua offerteprijs hoger uitkomt dan een ander bedrijf. In de toekomst zal het aantal duurzame bedrijven dan ook zeker verder toenemen, totdat er op bouwplaatsen geen enkele kraan of machine wordt gebruikt die nog gebruik maakt van een dieselmotor.
Gaan we de limieten halen?
De overheid wil nog steeds bepaalde afspraken die eerder zijn gemaakt nakomen. Stoppen met de verkoop van nieuwe auto’s op fossiele brandstof vanaf 2035 en verdere terugdringing van de uitstoot in het algemeen. Maar het is uitermate onzeker dat we de doelstelling ‘klimaatneutraal vanaf 2050’ gaan halen. Daarvoor zijn forse investeringen nodig. Daar komt natuurlijk bij dat de wereld niet ophoudt bij de landsgrenzen. Ook andere Europese landen dreigen eerder gemaakte afspraken niet te halen.