Het bouwen van nieuwe woningen in Nederland staat flink onder druk. Het tekort aan woningen is groot, maar zomaar bouwen kan niet vanwege de strenge stikstofregels. Die gelden niet alleen voor bestaande bouw maar ook voor panden die in aanbouw zijn, aldus een uitspraak van de Raad van State. Dit betekent dat er bij woningbouw nadrukkelijk rekening moet worden gehouden met uitstoot van broeikasgassen.
Dieselmotoren op de bouwplaats
Vroeger was het heel normaal om dieselcompressoren op een bouwplaats aan te treffen. Ook kranen en shovels waren ook met een dieselmotor uitgerust. Dat beeld begint langzaam te veranderen. Een elektrische schroef compressor is geen uitzondering meer op een bouwterrein, evenals een elektrische kraan. Een nieuw probleem wat zich hierbij wel voordoet is de stroomvoorziening. Vanwege de overbelasting van het stroomnet in Nederland moet een verzoek om aansluiting vaak jaren van tevoren worden ingediend en dan nog is het niet zeker dat die aansluiting er op tijd is. Dit leidt niet zelden tot vertraging bij de bouw van nieuwe huizen.
Hogere bouwkosten
Elektrische bouwmachines zoals die worden ontwikkeld door Kaeser Nederland hebben een fors hogere aanschafprijs van hun diesel equivalent. Dit zorgt ervoor dat bouwbedrijven of projectontwikkelaars fors moeten investeringen. Dit leidt ertoe dat nieuwbouwwoningen in de afgelopen jaren flink in prijs zijn gestegen. Een nieuwbouwwoning kostte in 2025 al bijna 500.000 euro. Een bedrag dat steeds minder mensen kunnen opbrengen, waardoor de verkoop van nieuwe woningen stagneert.
Het komt regelmatig voor dat een project wordt uitgesteld of zelfs volledig gecanceld omdat er niet genoeg woningen op voorhand zijn verkocht om te kunnen starten met de bouw. Gemeenten en ook de landelijke overheid denken daarom na over mogelijkheden om de bouw te stimuleren door woningen te kopen die na gereedkomen weer worden verkocht. Ook geven sommige gemeenten subsidie voor de koop van een huis aan starters of mensen met een laag inkomen.
Tekort aan woningen blijft groot
Hoewel de overheid al sinds 2020 inzet op de bouw van minimaal 100.000 woningen per jaar wordt dit aantal lang niet ieder jaar gehaald. Zelfs als het ombouwen van kantoren, scholen en winkels wordt meegenomen komt men vaak niet aan dit aantal. Daardoor zal het tekort aan huizen de komende jaren niet afnemen. Er is niet alleen veel vraag naar koopwoningen maar ook naar huurhuizen.
Kleine verhuurders die enkele huizen verhuren voor wat extra inkomen stoppen hiermee vanaf 2024 omdat de belastingregels zijn aangescherpt waardoor verhuren een stuk minder aantrekkelijk wordt. Deze woningen worden te koop aangeboden en verdwijnen dus van de huurmarkt. Mensen die niet willen of kunnen kopen komen daardoor nog lastiger aan een woning. De toewijzing van sociale huurwoningen is gekoppeld aan het inkomen waardoor iedereen met een iets hoger loon automatisch wordt doorverwezen naar de vrije sector waar de huurprijzen vaak ver boven de 1000 euro per maand liggen.