In de bouwsector wordt nu nog doorgewerkt, maar dat betekent volgens ABN AMRO niet dat de bouw immuun is voor de coronacrisis.
Bouw kampt met aanvoerproblemen en haperende vergunningsprocedures
Doordat veel landen (gedeeltelijk) in lockdown zijn, is het voor ruim de helft van de bouwbedrijven moeilijk om bouwmaterialen tijdig op de bouwplaats te krijgen; bij één op de vijf bedrijven leidt dit tot vertraging in bouwprojecten.
Naast de hout- en bouwmaterialenindustrie is ook de metaalproducentenindustrie een belangrijke leverancier voor bouwbedrijven. Ook haperen vergunningsprocedures omdat deze niet volledig digitaal kunnen worden afgehandeld en is het veel moeilijker voldoende personeel op de bouwplaats te krijgen.
Woning- en utiliteitsbouw
Veel sectoren – zoals de hotelbranche, horeca en detailhandel – zijn vrijwel stilgevallen en ook het transport en de industrie ondervinden veel hinder van de crisis. Verschillende bouwbranches zijn actief in deze sectoren en kwetsbaar nu het werk in deze segmenten wegvalt.
Architecten en ingenieurs krijgen relatief veel werk uit deze sectoren, zo’n vijftien procent. Op de langere termijn zal de bouw echter het meeste last krijgen van een dalende vraag, doordat zowel het producenten- als consumentenvertrouwen sterk is gedaald. Dit zal veel effect hebben op de woningmarkt en bouw van nieuwe woningen.
ABN AMRO verwacht dan ook dat de woningbouw met vijf procent daalt in 2020 en met één procent in 2021. Daarnaast zullen bedrijven naar verwachting in 2020 acht procent en in 2021 één procent minder investeren, waardoor onder andere de utiliteitsbouw wordt geraakt. De utiliteitsbouw krimpt in 2020 naar verwachting met 4,5 procent en in 2021 met vier procent.
Coronaschade beperken
Op de lange termijn gaan de lagere consumptie, minder investeringen en besteedbaar inkomen de bouw naar verwachting parten spelen. De overheid heeft de sleutel in handen om de schade voor de bouw te beperken.
Dit is onder meer mogelijk door het naar voren halen van overheidsprojecten. “De overheid is een belangrijke opdrachtgever van de bouwsector en heeft ook tijdens de crisis de mogelijkheid om te investeren.
Zo is Rijkswaterstaat – de grootste opdrachtgever in de infrasector – begonnen met het naar voren halen van onderhoudsprojecten, zoals aan de A1, A12, A8 en A10. De utiliteitsbouw kan profiteren van het Rijksvastgoedbedrijf als zij onderhoud aan hun gebouwen naar voren halen.
Sinds begin april krijgen leveranciers die onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen uitvoeren al sneller betaald van het Rijksvastgoedbedrijf”, vertelt Madeline Buijs, Sector Econoom Bouw en Vastgoed van ABN AMRO. “Ook woningcorporaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de woningbouw. Doordat zij geen winstbejag hebben, is het eenvoudiger om tijdens een crisis woningen te blijven bouwen en zo de bouwsector een steun in de rug te geven.”
Het hele rapport is hier te downloaden.