Kustbebouwing in Nederland blijft de gemoederen bezighouden. Uit onderzoek van Natuurmonumenten blijkt dat er de komende drie jaar meer dan 6200 gebouwen bij zullen komen aan de Nederlandse kustgebieden, vergeleken met 1741 in de afgelopen drie jaar. Het gaat daarbij om recreatiewoningen, strandhuisjes, hotels en jachthavens.
De natuurorganisatie spreekt van een situatie die ‘uit de hand loopt’. In het begin van 2016 kwam kustbebouwing groot in het nieuws, toen minister Schultz bekend maakte de regels voor bouwen aan de kust te willen versoepelen.
“Uniek open kustlandschap”
Dat besluit stuitte op veel tegenstand. Onder andere een volkspetitie en kritiek uit de Tweede Kamer en verschillende organisaties zorgden ervoor dat de versoepeling van de regels werd ingetrokken. Natuurmonumenten wijst erop dat daarmee de suggestie is gewekt dat een explosieve toename van kustbebouwing onmogelijk zou worden, terwijl uit onderzoek nu anders blijkt. Gert de Groot, kustbeheerder bij Natuurmonumenten: “Hierdoor dreigt ons unieke open kustlandschap met uitgestrekte zandstranden en ongerepte duinen langzaamaan dicht te slibben. En dit is onomkeerbaar. Wij vragen alle betrokken overheden harde afspraken te maken over de bescherming van de waarden van de Nederlandse kust; openheid, rust, leegte, stilte, donkerte en ongereptheid.”
Pact voor kustbebouwing
Volgens Natuurmonumenten legt de toename van kustbebouwing de keerzijde bloot van de decentralisatie. “Voor de toekomst dreigt een situatie waarin afwegingen over de ontwikkeling van vastgoed vooral op gemeentelijk niveau gemaakt worden. Het risico is een recreatieve overcapaciteit.” Naar aanleiding pleit de organisatie ervoor dat er een landelijk ‘Kustpact’ wordt ontwikkeld. In een reactie tegen de NOS zegt het ministerie van infrastructuur en milieu dat het samen met gemeenten, provincies en natuurorganisaties afspraken probeert te maken over bouwen aan de kust. Na de zomer worden er concrete afspraken verwacht. Deze maand stuurde minister Schultz een brief aan de Kamer waarin ze wees op de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten en provincies.