The Edge kijkt over de rand naar de toekomst

  • The Edge kijkt over de rand naar de toekomst

Slim en duurzaam kantoor zet nieuwe standaard

‘The Edge’, het state-of-the-art gebouw aan de Zuidas in Amsterdam, is ‘wereldkampioen duurzaamheid’. Daarnaast bezit het gebouw een scala aan innovaties. Rond de twintig verschillende partijen werden betrokken bij de ontwik­keling van het kantoor. Een gesprek met ontwikkelaar OVG, system integrator HC RT en software­ontwikkelaar Blinq Systems probeert het succes achter The Edge te ontdekken.

Er is al veel gezegd en geschreven over het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte. Eindgebruiker Deloitte en ontwikkelaar OVG ontwikkelden een samenwerking tussen veel partijen en leveranciers waarin technologische innovatie de kans kreeg te excelleren. Dit resulteerde uiteindelijk in de hoogste BREEAM-certificering voor een gebouw wereldwijd, 98.36%. Het deed het project de nodige lof oogsten in binnen- en buitenland. ‘We zijn wereldkampioen duurzaamheid’, aldus Robert van Alphen, ontwikkelingsmanager van OVG. Minder bekend dan het duurzaamheidsaspect, maar bij gebruiker en ontwikkelaar niet minder bemind, zijn de vele technologische hoogstandjes in dienst van de eindgebruiker. Van robotische bewaking en schoonmakers, tot koffieapparaat dat de keuze van een werknemer onthoudt. Eenentwintig noviteiten is het gebouw rijk. HC RT, verantwoordelijk voor de regeltechniek van de klimaathuishouding in het gebouw, kreeg de taak om alle systemen achter deze innovaties te integreren in één systeemarchitectuur. Vervolgens werd softwareontwikkelaar Blinq Systems ingeschakeld om de systeemarchitectuur te vertalen naar de gebruiksvriendelijke applicatie MAPIQ. Werknemers van Deloitte, de eindgebruikers van het gebouw, kunnen daardoor via één app op hun mobiel toegang krijgen tot alle functies van de technologie.

Tussen techniek en gebruiker

Die functionaliteit richt zich – naast leukigheidjes zoals het slimme koffieapparaat – vooral op effectiviteit en gemak op de werkvloer. Het vinden van een lege vergaderruimte, de dichtstbijzijnde printer, die ene collega die je moet spreken, aansturing van licht, klimaat en audiovisuele techniek. Alles is gekoppeld aan internet en bestuurbaar via de smartphone. Het wordt werknemers zo makkelijk mogelijk gemaakt zich op het werk te focussen. Twee betrokken partijen, Jacob Jansen, directeur van HC RT en Sander Schutte, oprichter van Blinq Systems, leggen uit hoe het zo ver heeft kunnen komen. Jansen: “Wij hebben alle losse systemen geïntegreerd in één installatie. Makkelijk te ontsluiten richting de gebruiker, maar vervolgens had elk oorspronkelijk systeem nog wel een eigen applicatie. Of het nu ging om de verlichting, klimaat, de audiovisuele techniek, het koffiesysteem, ik geloof wel achttien in totaal. Daarop zei Deloitte: dat gaat niet werken, medewerkers gaan geen achttien apps installeren en bijhouden. Daarom is Blinq Systems ingeschakeld, terwijl we al behoorlijk ver in het proces onderweg waren.” Sander Schutte haakt hierop in: “We hebben alle functies die relevant zijn voor de medewerkers, al die achttien functies, in MAPIQ samengevoegd. Eén gebruiksvriendelijke app voor alle functionaliteit. We werken als bemiddelaar tussen de techniek en de eindgebruiker, die niks van de techniek, maar alles van de functionaliteit moet weten.” Het koppelen van verschillende functionaliteiten is voor Blinq en HC RT niet nieuw. Wel de schaal waarop dit bij The Edge heeft plaatsgevonden.

Gebouw leert van gebruikers

Schutte vervolgt: “Omdat onze software aan de achterkant integreert met de techniek, zijn we in staat om alles wat er in het gebouw gebeurt, en de wijze waarop de gebruikers de app – en het gebouw dus – gebruiken, te meten, op te slaan en te analyseren. Dat is de volgende stap die we nu ontwikkelen met Deloitte en OVG, want met die informatie kun je de bedrijfsvoering aanzienlijk verbeteren.
Schutte heeft het over big data, en de analyse daarvan. Door het gebruik van het gebouw te monitoren, kan gedrag voorspeld en bijgestuurd worden. In het ideale geval kan het gebouw dit zelf. Een fenomeen waar ook Van Alphen en heel OVG heilig in geloven. “We zetten vol in op smart buildings. De volgende stap die we bij The Edge ontwikkelen is ‘machine learning’. Het gebouw leert van de gebruikers en omgekeerd. Dat gaat om de analyse van de gegevens. Bijvoorbeeld: het gebouw heeft 364 parkeerplaatsen onder het gebouw. Maar we hebben veel meer medewerkers. Daarom hebben we elders aanvullende parkeerplaatsen. Op het moment dat het gebouw weet waar alle medewerkers zijn in het verkeer, kan het met gebruik van verkeersinfo de aankomsttijd bepalen en bepalen of er al dan niet een parkeerplek is. We brengen het gebouwbeheersysteem naar de cloud. Zodat de uitkomst van de data-analyse in de app zichtbaar wordt. Zodoende kan een medewerker al op het moment dat hij van huis vertrekt, een voorspelling krijgen of en waar er parkeergelegenheid is.”
De flexibilisering op de werkvloer vindt zo haar weerslag in een nieuwe generatie gebouwautomatisering. Althans, daar wil The Edge de aanzet toe zijn. Het is een trend die bij alle grote bedrijven zichtbaar is. The Edge kent 1100 werkplekken, waar Deloitte zo’n 2200 medewerkers heeft.

mapiq-applicatie-van-blinq-systems3

De Mapiq-applicatie van Blinq systems laat gebruiker en gebouw communiceren

mapiq-applicatie-van-blinq-systems2

mapiq-applicatie-van-blinq-systems1

Op het randje

Hoe wordt een gebouw wereldkampioen duurzaamheid en hoe slaag je erin om zo’n grootschalig proces, met zo veel samenwerkende partijen en leveranciers van techniek, tot een goed einde te brengen? “Deloitte wilde zaken, die op het moment dat ze het vroegen, nog niet konden”, aldus Jansen. Van Alphen: “De naam The Edge heeft betrekking op de vorm van het gebouw, maar refereert ook aan het feit dat we op het gebied van duurzaamheid en smart building het randje hebben opgezocht.” Los van elkaar noemen alle drie de unieke samenwerking tussen alle partijen als sleutel tot succes. Jansen: “Het kost meestal heel veel tijd om van zoveel partijen alle neuzen dezelfde kant op te krijgen en controle daarop te houden. Zowel de gebruiker als de ontwikkelaar hebben daar een hele actieve rol in gespeeld. Dat begon met een kick-off meeting, waar alle partijen hun plannen en mogelijkheden presenteerden. Vervolgens zijn daar alle verbindingen en samenwerkingen ontstaan. Daarna werd eens in de vier weken een bijeenkomst georganiseerd met alle partijen, waar de voortgang werd besproken. Dat was op centraal niveau. Daarnaast werden er projectteams ingericht voor partijen waar je intensiever mee samenwerkt, voor ons bijvoorbeeld Phillips. Die werkten op dagelijkse basis samen. Dat hele proces van samenwerking, daar is op ontzettend hoog niveau op bewaakt en gestuurd.”

Geen angst om te innoveren

Schutte roemt daarbij de wijze waarop innovatie werd gestimuleerd. Bij de ontwikkeling van een kantoorpand geen normale gang van zaken. “Er is echt uniek samengewerkt. OVG en Deloitte hebben heel veel ruimte geboden aan leveranciers om innovatie neer te zetten. Je ziet het verschil tussen vooruitstrevende en ouderwetse partijen. Als mensen zeggen: ‘dit is het bestek en dit wil ik opleveren’ dan wordt er niet geïnnoveerd. Innovatie komt pas als mensen een extra stap zetten. Dat betekent soms extra investeren. Daarbij, partijen die willen innoveren, ontwikkelen vanzelf partnerships.”
Van Alphen wil wel een tipje van de sluier oplichten over deze werkwijze. “Als je gaat innoveren weet je van tevoren niet zeker of dat succesvol zal zijn. Dat betekent dat je elkaar moet vertrouwen en ook elkaar vertrouwen moet geven. De ontwikkelwereld werkt traditioneel met boetes en deadlines, waardoor mensen angstig worden om onbekende wegen in te slaan. Bij The Edge is een omgeving gecreëerd waar men zich veilig voelde om met innovaties en ideeën te komen. Bij partijen leven vaak ideeën voor optimalisering ten opzichte van het oorspronkelijke plan, maar veel opdrachtgevers reageren dan ‘prima, doen, maar ik ga er niet voor betalen’. Dat is de dood in de pot voor innovatie.”
De filosofie is dat dergelijke meerinvesteringen zich uiteindelijk terugbetalen. Of dat nu meetbaar is of niet. Blinq werd pas aan het einde van het bouwproces bij het project betrokken. Hun toegevoegde waarde is uit te drukken in een slimme, gezonde werkomgeving, die de arbeidsproductiviteit verhoogt.

Primeur

Ook de investering in een innovatief verlichtingssysteem ‘Connected Lighting’ stond oorspronkelijk niet in het plan van aanpak. Een knap technisch staaltje samenwerking tussen Phillips en HC RT. Jansen licht toe. “Dat systeem kent haar primeur in The Edge. In alle verlichting zitten sensoren waardoor besturing via smart­phone mogelijk wordt. Normaal gaan er dan twee kabels naar de verlichting. Eén voor de voeding en één voor de sturing. Dat gaat nu in één kabel, power over ethernet.” Elk lichtpunt heeft een eigen ip-adres. Phillips was oorspronkelijk van plan deze duurzame innovatie pas in 2016 op de markt te brengen. “Waar zij de technologie eerst wilden testen op een kantoortje op de High Tech Campus, kregen ze hier een ‘testlocatie’ van 40.000 m2 in de armen geschoven.
Voor de verantwoordelijkheid van de integratie van zoveel verschillende systemen is bewust gekozen voor Blinq als onafhankelijke partij – zij leverden zelf geen systeem. Onafhankelijkheid zorgt ervoor dat geen van de systemen wordt voorgetrokken en dat in de toekomst alle opties open blijven. Van Alphen: “Bij sommige partijen gaat samenwerken heel natuurlijk, bij andere is het lastig. Die zijn gesloten en bang dat ze teveel info moeten vrijgeven. Van de twintig partijen zat de helft nog niet op het spoor van ons en van Deloitte. Die zijn aan de hand meegenomen om tot de gewenste innovatie en duurzaamheid te komen.”

Outstanding

Uiteindelijk heeft Deloitte het gebouw gekregen dat ze wilden. En nog meer dan dat. Waar in eerste instantie werd ingezet op BREEAM-Excellent, werd gaandeweg de ambitie opgeschroefd naar ‘Outstanding’. Na oplevering bleek dat het gebouw de hoogste duurzaamheidscore voor een kantoor wereldwijd had bereikt. Het gebouw heeft inmiddels diverse nominaties en prijzen in de wacht gesleept. De impact voor de betrokken partijen moge duidelijk zijn. Type op google ‘ovg’ in en men krijgt ‘ovg the edge’ als eerste zoekoptie.
Het laatste woord over die impact is aan Schutte. “Samenwerken wordt in gebouwautomatisering steeds belangrijker. Traditioneel kunnen partijen nog erg op een eiland bezig zijn. Zelfs tussen w- en e-installatie ligt soms nog een barrière. Los-vaste samenwerkingsverbanden gaan in de toekomst het beste resultaat bieden. Zoals wij samenwerken met HC RT. Het eerste project leer je met elkaar samenwerken, waarna een tweede project bijna vanzelf gaat. Het wordt logisch om met elkaar te blijven samenwerken. Voor een klant bijzonder fijn; die koopt bewezen technologie en is verzekerd van een geborgd proces.”

Beeld “The Edge”: Ronald Tilleman

Advertisment ad adsense adlogger