Energiezuinig wonen wordt steeds gebruikelijker, er wordt gezocht naar manieren om dit mogelijk te maken. Door BNA Onderzoek, in samenwerking met Joost Hovenier (Office Winhov) is er onderzocht in welke mate architectuur bij kan dragen aan energiezuinig wonen. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van differentiatie van lichtinval en diepere woonlagen kan er energiezuiniger worden gewoond.
Zij concluderen dat door op de woningplattegrond al na te denken over manieren om de woning zo energiezuinig te maken er energie kan worden bespaard.
Warmte en lichtinval
De plattegrond is van belang in dit proces. Door uit te gaan van een diepere plattegrond kan de energie-uitstoot worden beperkt. Via de gevel gaat veel warmte verloren, minder geveloppervlakte betekend daarom minder warmteverlies. Vroeger werd bij het bouwen van een nieuwe woning de warmtebron in het midden van het huis geplaatst, vlakbij de belangrijkste vertrekken in de woning. Hierdoor werden de vertrekken die vlakbij de warmtebron het best verwarmd. Heden worden alle vertrekken in een huis even sterk verwarmd, terwijl dit lang niet altijd noodzakelijk is. Hier ligt voor de architectuur een kans. Sommige vertrekken in een huis hoeven minder verwarmd te worden terwijl dit nu wel gebeurd.
Zoals er wordt gekeken naar de manier van verwarmen van een huis wordt er ook gekeken naar de lichtinval in een woning. Niet alle vertrekken hebben immers evenveel lichtinval nodig. Differentiatie van lichtinval in de plattegrond kan leiden tot bijzondere architectuur en creatief gebruik door de bewoners.
Internationaal
Door op de plattegrond al na te denken over energiezuinig wonen kan er veel energie worden bespaard. Er zijn in de wereld voorbeelden van woningen waar op de plattegrond rekening is gehouden met energiezuinig wonen. Bijvoorbeeld een huis dat meedraait met de zon (Casa Girasole).
