Op energie-eiland Ameland vindt uniek onderzoek plaats naar de toepassing van zonnepanelen op beschermde dorpsgezichten. Waar duurzame energie en monumentenzorg normaal gesproken moeilijk samengaan, lijken de ontwikkelingen op Ameland een teken aan de wand dat beide werelden elkaar naderen.
Duurzame energie, met name zonne-energie, is langzamerhand steeds meer ingeburgerd in het denken van de gemiddelde ambtenaar, architect en projectontwikkelaar. Daarnaast is de laatste jaren de waardering van cultureel erfgoed en monumenten gestegen, met name als materie om een regio, stad, dorp of stuk grond een eigen identiteit te geven. De laatste jaren ontstond een stortvloed aan creatieve invullingen en herbestemmingen van monumenten. Gek genoeg werken tot op heden deze twee tendensen, meer groene stroom en meer waardering van en omgang met monumenten, vaak langs elkaar heen. Nog vreemder wordt het wanneer men bedenkt dat groene energie en monumentenzorg twee thema’s zijn waarbij duurzaamheid en bewustwording een grote rol spelen. Men zou denken dat mensen die betrokken zijn bij groene stroom, ook enthousiast zijn voor monumentenzorg en vice versa. Binnen de wereld van duurzaamheid staan beide tendensen echter vaak lijnrecht tegenover elkaar. Monumenten hebben de naam energie te vreten. Groene stroom toepassen op een monument heeft de naam onherroepelijk ten koste te gaan van de schoonheid of bouwkundige waarde van een monument. Zoals water en vuur beide elementen zijn, maar niet door één deur kunnen. Deze gedachte wordt bevestigd wanneer men op internet zoekt naar het bestaan van zonnepanelen op monumenten. Een schamele oogst is het resultaat. In Amsterdam blijkt in 2014 een oude school met monumentale waarde voor een deel belegd te zijn met zwarte zonnepanelen, die onopvallend zijn aangebracht. Het is de enige hit op de zoekterm ‘zonnepanelen monument’ die betrekking heeft op een afgerond project. Verder verzandt men in ellenlange resultaten van gemeentelijke regelgeving voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten. Want de wetgeving voor monumenten kent dan wel voorschriften van het Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, voor het verduurzamen van een monument is men aangewezen op de lokale politiek. Die behandelt via een monumentencommissie aanvragen over het onderhoud van en de omgang met de lokale monumenten. Het resultaat is dat iedere gemeente eigen regelgeving hanteert, vastgelegd in een welstandsnota. Met de nieuwe erfgoedwet in 2016 zal er nog meer verantwoordelijkheid bij de gemeenten komen te liggen.
Florence 2012
Is het aanbrengen van zonnepanelen op monumenten een gat in de markt of vloeken in de kerk? Het lijkt in ieder geval nog onontgonnen terrein. Dat was het in ieder geval zeker nog in 2012, toen Nicole Bakker als tweedejaars student bouwkunde aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Florence bezocht. “De opdracht was om oplossingen te bedenken voor
stedenbouwkundige problemen op het gebied van energie. Uitkijkend over de daken van Florence, met daarboven een stralende zon, besefte ik dat er totaal geen gebruik werd gemaakt van zonne-energie. Tegelijkertijd kampte de stad met veel leegstand en verpaupering van monumentale gebouwen, onder meer vanwege de hoge energiekosten. Maar zonne-energie bleek niet mogelijk omdat het stadsgezicht van Florence UNESCO-werelderfgoed is.” Ze bewerkte een foto waarbij zonnepanelen geïntegreerd waren met de daken van Florence. Dat zorgde voor enthousiasme bij de burgemeester aldaar. “Ik vroeg me af waarom verder niemand op dit idee gekomen was, maar toen ik op onderzoek uitging bleken dergelijke toepassingen al wel te bestaan. De volgende vraag die ik me stelde was waarom er dan geen gebruik van werd gemaakt.” De design manual die ze vervolgens maakte voor het toepassen van zonnepanelen op historische gebouwen genereerde zoveel interesse dat Bakker besloot er een boek van te maken. Photovoltaics in historical built environments verscheen in 2013 en Bakker werd naar eigen zeggen na verschijning platgebeld door particulieren die graag zonnepanelen wilden toepassen op hun monument en haar om raad vroegen. Voor de destijds twintigjarige student was dit wat veel van het goede, maar het bevestigde haar dat een relevant thema was aangestipt.
Ameland energieneutraal
Het toepassen van zonnepanelen op monumenten en beschermde dorpsgezichten blijkt in de praktijk een complexe situatie. Het is voor de historische beleving van een monument wettelijk vereist dat de panelen niet opvallen, wat opgelost kan worden door de panelen te integreren in dak of gevel. Dat heeft echter als probleem dat het materiaal van het monument wordt aangetast, wat ook verboden is. Een mooie gelegenheid voor een volgende stap voor Bakker diende zich aan toen de provincie Friesland zich bij haar meldde. Friesland zet hoog in op duurzaamheid en wilde onderzoek laten doen naar de toepassing van zonnepanelen op beschermde stads- en dorpsgezichten. Twee studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, NHL, stortten zich vervolgens onder begeleiding van Bakker op de vraag welke rol zonne-energie kan spelen voor de beschermde dorpsgezichten op Ameland. Die locatie is niet toevallig gekozen. Als eiland heeft Ameland de ambitie om in 2020 energieneutraal te zijn op het gebied van elektriciteit en water. Daarbij zijn drie van de vier dorpsgezichten in Ameland beschermd en kent het eiland meer dan honderd monumenten. Kortom, het lijkt onvermijdelijk dat monumentenzorg en energieambitie elkaar vroeg of laat tegenkomen. Twee maatschappelijke thema’s die elkaar normalerwijze het liefst ontlopen, worden op het eiland gedwongen om samen op te trekken. Het is razend slim van de provincie om daar studenten in te zetten, die buiten de markt met nieuw elan ontwapenend werken.
Een nieuw verhaal
Van de kant van de monumentenzorg is de term ‘cultuurhistorische waarde’ de spil waar het om draait. Het onderzoek van de studenten pleit voor een periodieke heroverweging en herdefiniëring. In eerste instantie niet zozeer van de cultuurhistorische waarde zelf, want de geschiedenis is zoals die is. Maar de wijze waarop de historische waarde tot uitdrukking komt in een gebouw of dorpsgezicht ligt niet per definitie vast, aldus de studenten. Eén van de concepten die de studenten uitwerkten, getiteld ‘dorpscontouren’, plaatst alle zonnepanelen uit het zicht van de dorpszijde, door ze aan de landschapszijde van de gebouwen te plaatsen. Zo blijft vanuit het dorp het historische beeld behouden, terwijl aan de andere kant – letterlijk – een nieuw element aan de geschiedenis van de dorpen wordt toegevoegd, zo is de redenering van de studenten. Zonnepanelen kunnen volgens hen ook ingezet worden om het historisch onderscheid in kleur tussen woonhuis en schuur, die op Ameland voorkomt, te onderstrepen. De filosofie die hier achter ligt, is dat de aanleg van zonnepanelen op een esthetische manier, cultuurhistorische waarde kan toevoegen, een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het dorpsgezicht kan schrijven. Een andere optie is het plaatsen van zonnepanelen op de grond van de gebouweigenaren. Een bijkomende mogelijkheid is het plaatsen van panelen die makkelijk op- en afgemonteerd kunnen worden zonder dat het materiaal van een gebouw wordt aangetast. Zo ontstaat een tijdelijke oplossing en kan na twintig jaar, wanneer de zonnepanelen toe zijn aan vervanging, altijd gekeken worden naar de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzame en zonne-energie. Een dergelijke tijdelijke oplossing speelt in op de snelle ontwikkelingen rondom duurzame energie en houdt tegelijk rekening met de wens van Ameland om de groene ambitie zo snel mogelijk te verwezenlijken. Verder ontwierpen de studenten een rekentool die alle verschillende toepassingen doorberekent.
Welstandsnota
Of dergelijke plannen bij historici en erfgoedbewakers de handen op elkaar krijgen is een tweede. Afgelopen februari presenteerden de studenten hun plannen voor de opdrachtgevers; provincie Friesland, de gemeente Leeuwarden en Duurzame Wadden. Op verzoek van de gemeente Ameland wordt die presentatie later dit jaar overgedaan voor de themaraad ‘energie’ van Ameland. Dan zal blijken of er voldoende draagkracht is om de nieuwe invalshoek uit te werken in wet- en regelgeving. Wethouder Nico Oud van Ameland is verantwoordelijk voor zowel monumentenzorg als duurzaamheid. Hij is enthousiast over de ideeën. “De studenten hebben ons handvatten gegeven om zonnepanelen op een verantwoorde manier te integreren in beschermde dorpsgezichten. Zeker de optie voor een tijdelijke, makkelijk verwijderbare oplossing spreekt mij aan, omdat die een monument totaal onbeschadigd laat. Wat mij betreft gaan we goed kijken naar de welstandsnota, die nu geen ruimte laat voor het plaatsen van zonnepanelen in beschermde dorpsgezichten. We hebben als gemeente ingezet op energieneutraliteit voor 2020, dan moeten er ook stappen gezet durven worden. Ik denk en hoop dat de plannen positief benaderd gaan worden. Waarschijnlijk wel met bepaalde restricties, welke dat zijn kan ik nu nog niet concreet voorzien.” De voorstellen van de studenten liggen behoorlijk verwijderd van de huidige wet- en regelgeving. Los van de concrete voorstellen, kan de waarde van het onderzoek gezocht worden in de brede benadering, de integratie van techniek en cultuurhistorie, het herbronnen van ideeën over cultuurhistorische waarde, en de gedachte dat het afwegen van die waarde verbonden kan worden aan energievraagstukken die spelen in de eenentwintigste eeuw.
Meer ruimte bij monumentenzorg?
Het besef lijkt bij de instanties langzaam door te dringen dat duurzaamheid en monumentenzorg in de toekomst vaker met elkaar in aanraking gaan komen. Particulieren willen goedkopere en duurzame energie, gemeenten hebben energieambities, de overheid zoekt naar oplossingen voor de gas- en klimaatproblematiek. Of eenvoudiger, monumenten worden te duur om te onderhouden. Zowel Nico Oud als Nicole Bakker constateren dat over de gehele linie van monumentenzorg dit debat steeds meer voet aan de grond krijgt. Nicole Bakker constateerde dit met name tijdens het onderzoek op Ameland: “Alles is in samenspraak gegaan met gemeente Ameland, Leeuwarden en de provincie. Van beide kanten, zowel de verantwoordelijken voor de monumenten, als de betrokkenen bij de energieambitie, zijn op Ameland gehoord. De eerste groep wil zoveel mogelijk conserveren, de tweede wil zo veel mogelijk megawatt. Een gedeelte van de gemeentelijk bestuurders wil de energieambitie halen. Een ander deel wil vooral de monumenten beschermen. De meningen lopen erg uiteen. Er is wel een verschuiving gaande van ‘we weten niet wat het is, dus hou maar op afstand die zonnepanelen’, naar een open blik om te kijken hoe het eventueel goed geïntegreerd kan worden in de Amelandse dorpen. Ook de nieuwe publicatie van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed over het plaatsen van zonnepanelen op monumenten biedt trouwens een stuk meer ruimte dan de vorige versies. Ze willen wel, maar op een goede manier.” De ontwikkeling van doorzichtige panelen kan wellicht bijdragen aan de ontwikkeling, maar die toepassing is nog relatief duur en inefficiënt. De meest creatieve oplossing die de studenten aanleverden was een zonnelaan, een project waar de dorpsbewoners gezamenlijk in investeren, waardoor boven de boomtoppen, dus behoorlijk uit het zich, een laan van zonnepanelen geconstrueerd wordt.
Zonnepark Ameland
Maar de gemeente Ameland zoekt het in eerste instantie op de grond in de vorm van een zonnepark. De plannen voor een zonnepark op het vliegveld van Ameland lopen al drie jaar, maar in 2014 werden alle vergunningen en toestemmingen verleend. Doel is dat het park in april 2016 draait. Voor de financiering is gebruik gemaakt van SDE+ regeling, waarbij de overheid subsidieert per kilowatt zonne-energie. De overheid heeft voor Ameland toegezegd tot een maximum van 7,7 miljoen euro. Daarbovenop komt een subsidie van vijf procent van het totaalbedrag vanuit de provincie Friesland. Ook het Waddenfonds investeert. “Zonder subsidie kan je zo’n park niet bouwen. Planologisch is het rond, ik hoop dat we in augustus aan de slag kunnen”, aldus Nico Oud. Het zonnepark zal twaalf hectare beslaan en met zes megawatt ongeveer twintig procent van het totale jaarlijkse stroomverbruik op Ameland opwekken. Nico Oud heeft echter zijn eigen berekening: “Op Ameland zijn 1700 huishoudens van bewoners, als het goed is moet het zonnepark die ongeveer kunnen dekken. Laten we de energieambitie eerst maar eens terugbrengen naar onze eigen gemeenschap, de inwoners van Ameland. Je moet wel realistisch blijven. De energieambitie stamt uit 2007. Als je ziet wat er in die periode is veranderd in het denken over energie. Los van duurzame energie is bewustwording van energiebesparende maatregelen een belangrijke factor. Het werkt nu eenmaal als je op de achterkant van een bierviltje aan kan tonen: ‘als u uw spouwmuren en vloer opvult met isolatie heeft u daar binnen vier jaar profijt van’.”
Microkosmos
Een eiland als microkosmos is een goede testcase voor het creëren van energieneutraliteit. De mechanismen van politiek en particulier initiatief en de reacties daarop kunnen goed in kaart worden gebracht. Het zal een van de redenen zijn waarom Friesland juist de Waddeneilanden uitkiest om te investeren in duurzaamheid (zie kadertekst). Na het uitspreken van de ambitie voor energieneutraliteit in 2020 werd op Ameland een duurzaamheidsteam opgericht door bedrijven, installateurs en ambtenaren. Daaruit ontstond een energiecoöperatie naar voorbeeld van Texel. Inmiddels is die uitgegroeid tot Amelander Energie Coöperatie, waar het overgrote deel van de Amelanders haar gas en stroom afneemt. De winst van de coöperatie wordt geïnvesteerd in duurzame projecten als het zonnepark. Ook grote spelers als Philips, Eneco en de NAM beseffen dat een eiland als Ameland uitstekend geschikt is om nieuwe duurzame technieken te introduceren. Als voorbeeldfunctie en uithangbord spreekt een eiland nu eenmaal meer tot de verbeelding dan een dorp of regio. Al in 2007 ondertekenden deze partijen met de gemeente Ameland een duurzaam convenant, waar twee jaar geleden een 2.0 versie van werd ondertekend. Als gevolg daarvan werden gaswarmtepompen, bussen op aardgas, mini WKK’s en HRe-ketels op Ameland geïntroduceerd. Een groter project was het mengen van waterstof en aardgas, wat resulteerde in een toepassing die in de tuinbouw gaat worden ingezet.
Groen licht
Meest in het oog springend is het vervangen van rode verlichting voor groene verlichting. Op de kade is dat met succes toegepast, om te voorkomen dat trekvogels verstoort worden in hun vlucht. De gedachte van Philips is om binnen twee jaar over heel Ameland groen licht aan te brengen. Nico Oud: “Wij hebben tegen die grote spelers gezegd, wij investeren weinig, maar hier is het toneel, hier kun je laten zien wat je kunt en wilt op het gebied van duurzaamheid.” Duurzaamheid gaat op Ameland dus niet ten koste van alles. “Zet hier bij wijze van spreken zes windmolens neer en je bent klaar. Maar we zijn trots op ons eiland zoals het is. Het zonnepark wordt van de wegzijde uit het zicht gehouden door een kleine duinenpartij. Een positief kritische houding brengt een juiste balans. Vijf, zes jaar geleden hadden de studenten hier geen poot aan de grond gekregen. Dan had men bij voorbaat al gezegd ‘hou maar op, dat wordt niks’. Die houding is wel veranderd.” De multidisciplinaire aanpak van de studenten, het kijken naar zowel de historische, financiële als de gevoelswaarde, lijkt een goede manier om duurzaamheid en monumentenzorg nader tot elkaar te brengen. Tegelijkertijd maakt het nieuwsgierig naar vergelijkend onderzoek naar andere mogelijkheden van duurzame energie, bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen op vakantieparken op Ameland. Wat als blijkt dat er genoeg animo is om ‘normale’ gebouwen genoeg zonne-energie te laten leveren, of als er ruimte is voor nog een zonnepark? Voor nu kan gezegd worden dat wanneer de bravoure van de studenten gehoor krijgt bij de gemeenteraad en wet- en regelgeving daarop wordt aangepast, particuliere monumentbezitters de ruimte krijgen om hun energiebehoefte duurzaam op te lossen. Verder kan verwacht worden dat van dergelijke wet- en regelgeving een voorbeeldfunctie uitgaat naar omliggende gemeenten. Het zou in één klap duidelijk maken welke prioriteit duurzame energie voor Ameland heeft. Welk effect dat zou hebben voor de beschermde dorpsgezichten, blijft spannend.
Nicole Bakker
“De locatie van de awarduitreiking ligt voor de hand, het eiland heeft de grootste energieneutrale woongemeenschap ter wereld. Initiatiefnemer Søren Hermansen begon in de jaren 90 met het implementeren van duurzame technieken, waarbij het creëren van een ‘commonity’ de kracht bleek te zijn, een samenvoeging van de woorden community en common. Inmiddels heeft Samsø een eigen Energy Academy en zijn ze hard op weg om volledig onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen.
In de elektriciteitsbehoefte van het eiland wordt voorzien door middel van tien windmolens op zee en elf op land. Verspreid over Samsø staan vier biomassa installaties, die 75% van het eiland centraal verwarmen. Drie daarvan wekken warmte op door middel van stro. De installatie van Nordby/Mårup draait op houtsnippers en heeft tevens een zonneboilerveld van 2500 m2, waar tevreden schapen als grasmachine functioneren. Persoonlijk vind ik de toepassing van een veld in dit geval niet storend in het landschap. Het past bij het duurzame karakter van het eiland en door de geconcentreerde grootschalige toepassing worden de karakteristieke gebouwen ontzien. Het deel van de woningen dat niet is aangesloten op de ‘district heating’ staat te ver weg van de installaties waardoor het niet de moeite waard is om een aparte leiding aan te leggen. Bij circa 300 van de 1200 woningen hebben eigenaren zelf geïnvesteerd in duurzame energieopwekking zoals zonneboilers, pelletkachels, warmtepompen en PV-panelen.
Tijdens de rondleiding over het eiland bleek tot mijn verbazing dat er relatief weinig (historische) panden met zonnepanelen zijn bedekt. Bij de gebouwen waar het wel is toegepast hebben de Denen ervoor gekozen om het gehele dakvlak vol te leggen, zodat er een eenduidig beeld ontstaat. Bij het gebouw van de ‘Energi Akademiet’ is slim gebruik gemaakt van twee technieken. Onder de geïntegreerde PV-cellen bevinden zich zonneboilers, die door de opwarming van het dak snel worden verwarmd. In het dorp Tranebjerg is de tribune van de lokale voetbalvereniging gecombineerd met een afdak voor het parkeerterrein. Deze gigantische PV-constructie is bijzonder om te zien en voorziet de daaronder geparkeerde elektrische auto’s en een deel van het dorp van stroom.
Het bezoek aan het idyllische Samsø was enorm inspirerend en de passie die de D2D groep uitstraalt is fenomenaal. De eilanders zijn nuchter, ondanks dat er vanuit de gehele wereld wordt meegekeken naar de ontwikkelingen op het utopische eiland. Door de duurzaamheidsmaatregelen verwelkomt Samsø jaarlijks 5000 wetenschappers, bedrijven, studenten, overheden en ecotoeristen met open armen om hun ervaringen te delen. Het bezoek heeft mij in ieder geval gesterkt in de overtuiging dat het mogelijk is om ook de Waddeneilanden energieneutraal te maken.”