In het tweede kwartaal van 2024 zijn voor de bouw van 18.800 nieuwe woningen vergunningen afgegeven. Dat zijn er 3.300 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Vergeleken met het eerste kwartaal van 2024 nam het aantal toe met 2.700. Dat bericht het CBS.
“Meer dan de helft van de verleende vergunningen is bedoeld voor de bouw van één woning”
Aantal per vergunning toegenomen
Onder een afgegeven bouwvergunning kunnen meerdere te bouwen woningen vallen. In het tweede kwartaal is het gemiddelde aantal woningen per afgegeven vergunningen gestegen tot meer dan 10. Dat is inclusief recreatiewoningen en wooneenheden. Een nieuwbouwproject kan met één of meerdere vergunningen aangevraagd worden.
Vanaf 2021 neemt het aantal verleende vergunningen voor de bouw van twee tot en met vijfentwintig woningen af, terwijl het aantal verleende vergunningen voor de bouw van vijfentwintig woningen of meer toeneemt. Meer dan de helft van de verleende vergunningen is bedoeld voor de bouw van slechts één woning.
Toekomst nieuwbouw
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een indicator voor het aantal woningen dat in de nabije toekomst gebouwd zal worden. De gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening tot realisatie is ongeveer twee jaar. Woningtransformaties, zoals het omzetten van kantoren in woningen, zijn niet in de cijfers over bouwvergunningen voor nieuwbouw verwerkt.
Bouwkosten hoger
In het tweede kwartaal bedroegen de vergunde bouwkosten voor alle woningen 4,0 miljard euro, 16 procent meer dan in hetzelfde kwartaal van 2023. De bouwkosten voor nieuwbouwwoningen stegen met 25 procent naar 3,5 miljard euro. Voor het verbouwen van bestaande woningen daalden de bouwkosten met 23 procent tot 474 miljoen euro.
Voor bedrijfsgebouwen bedroegen de vergunde bouwkosten 2,5 miljard euro, 37 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Bouwkosten voor nieuwbouw van deze gebouwen bedroegen 2,0 miljard euro, een stijging van 44 procent. Voor verbouwingen van bedrijfsgebouwen waren de bouwkosten 591 miljoen euro, een stijging van 18 procent.
Bron en grafieken: CBS.