De groei van de Nederlandse koopwoningmarkt zet verder door. Na een beter dan verwacht eerste kwartaal zal de markt in 2015 en 2016 verder aantrekken. De prijzen stijgen naar verwachting licht: in 2015 met 1 1/2 tot 3 1/2% ten opzichte van 2014. Een milde versnelling wordt verwacht in 2016 met een gemiddelde prijsstijging van 2 tot 4%. In heel 2015 zullen naar verwachting tussen de 160 en 180 duizend woningen van eigenaar wisselen. Dit aantal zal in 2016 verder stijgen naar 165 tot 185 duizend verkopen. Dat schrijven economen van de Rabobank in hun Kwartaalbericht Woningmarkt.
“Het gaat aanmerkelijk beter met de Nederlandse economie, die dit jaar sterk begon”, licht woningmarkteconoom Pieter van Dalen toe. “Voor de woningmarkt is het goed dat de werkgelegenheid aantrekt en het besteedbare inkomen verder stijgt. Ook de lage hypotheekrente en het hogere consumentenvertrouwen zijn redenen waarom we een verdere groei verwachten.”
Positieve factoren sterker dan negatieve
Toch zijn er volgens Van Dalen ook factoren die een al te uitbundige groei van de Nederlandse koopwoningmarkt in de weg staan. “Stimuleringsmaatregelen zoals de schenkingsvrijstelling zijn beperkt en huishoudens kunnen ten opzichte van hun inkomen minder lenen dan voorheen. Maar deze negatieve factoren zijn minder sterk dan de positieve factoren, waardoor we al met al een gematigde verdere groei van de woningmarkt verwachten voor dit en komend jaar.”
Groei in alle provincies
Hoewel de regionale verschillen in ons land groot zijn, ziet de Rabo-econoom alle provincies profiteren van de groei op de woningmarkt. Van Dalen: “Dat komt vooral doordat de hypotheekrente geen regionale verschillen kent. De inkomensontwikkeling en het vertrouwen in de economie verschillen ook niet sterk per regio. Wel zien we een bovengemiddelde prijsstijging in Noord-Holland en Utrecht. De steden Amsterdam en Utrecht spelen daarin een grote rol.” Verder wordt verwacht dat de totale uitstaande hypotheekschuld vanaf 2015 weer licht zal stijgen door de toename van de nieuwe verstrekkingen.