FNV Bouw verwijt Rijkswaterstaat een gebrek aan sociaal beleid bij aanbestedingen. Ondanks alle aanwijzingen van misstanden op bouwobjecten de afgelopen jaren, heeft Rijkswaterstaat (RWS) niets gedaan om schijnconstructies en onderbetaling tegen te gaan. Dit blijkt uit een onafhankelijk onderzoek van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), in opdracht van FNV Bouw.
Wet- en regelgeving
RWS heeft, zo concludeert SOMO, allerlei mogelijkheden om navolging van wet- en regelgeving bij opdrachtnemers af te dwingen en te controleren. Doelbewust wordt deze verantwoordelijkheid niet genomen. Daarmee overtreedt RWS internationale verdragen, waaronder de bescherming van mensenrechten.
Onderzoeksvraag
SOMO deed onderzoek naar de wijze waarop RWS, als belangrijkste publieke opdrachtgever in de bouw, projecten aanbesteedt. Centraal staat de vraag of RWS bij het aanbesteden van opdrachten sociale misstanden bij (onder)aannemers probeert te voorkomen. Zodat niet alleen veilig wordt gewerkt, maar ook wet- en regelgeving en de cao worden nagekomen en schijnconstructies worden voorkomen.
Onwil Rijkswaterstaat?
RWS, maar ook hoofdaannemers als VolkerWessels en Heijmans, voeren weinig controle uit in de keten van onderaannemers. Zij laten dit naar eigen zeggen achterwege vanwege de ‘enorme administratieve last’ en ‘problemen met de privacywetgeving’. Het SOMO-rapport toont aan dat de zogenaamde barrières bij de bevoegdheden er niet zijn, maar dat het eerder een kwestie is van onwil.
Ketenaansprakelijkheid
Van sociaal verantwoord aanbestedingsbeleid is geen sprake, concludeert het SOMO-rapport. De aanbevelingen liegen er dan ook niet om. Het aanbestedingsbeleid bij RWS en overheden moet drastisch worden aangepakt. Met een wettelijke ketenaansprakelijkheid komt een einde aan het afschuiven van de verantwoordelijkheden door de opdrachtgever.
Sociaal beleid
RWS kan om verduidelijking vragen als de prijs van een inschrijving abnormaal laag is. In de praktijk doet ze dat alleen als de inschrijving 50 procent onder de gemiddelde waarde van de andere inschrijvers ligt. RWS let bij de aanbesteding wel op duurzaamheid, onder meer het CO2 ambitieniveau van de inschrijver, levensduur van producten, het gebruik van duurzame materialen en het energieverbruik. Sociale aspecten worden daarbij niet genoemd.
In de standaardcontracten die RWS gebruikt, wordt niet specifiek verwezen naar wetgeving rond het minimumloon of naar het naleven van de cao. RWS stelt op het punt van naleven van sociale wetgeving geen eisen aan het gebruik van onderaannemers. Het is niet op de hoogte van de onderaannemers die actief zijn. Er is geen mechanisme dat voorkomt dat bedrijven die in de fout gaan opnieuw opdrachten krijgen.
RWS verbindt aan haar opdrachten geen bijzondere uitvoeringsvoorwaarden rond arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden. Het zegt geen capaciteit te hebben om inhoudelijk te sturen of te controleren met bijzondere uitvoeringsvoorwaarden. Tijdens de uitvoering van een project voert RWS geen controles uit op naleving van wet- en regelgeving, noch op arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden.
Conclusie en aanbevelingen
Binnen het wettelijk kader is wel ruimte voor sociaal beleid. SOMO doet in het rapport dan ook de volgende aanbevelingen aan Rijkswaterstaat: opnemen van sociale criteria in gunningscriteria of bijzondere uitvoeringsvoorwaarden in contracten, eis van hoofdaannemer dat hij de namen van onderaannemers bekendmaakt, sociale criteria moeten expliciet ook gelden voor arbeidskrachten bij onderaannemers, monitoring arbeidsomstandigheden op de plaats van uitvoering, onmiddellijk optreden bij misstanden en invoering van maatregelen tegen onderaannemers die verantwoordelijk zijn voor misstanden.