Wil technologie bijdragen aan het langer thuis blijven wonen van ouderen dan is slim maatwerk nodig. Dat concludeert Sebastiaan Peek in zijn proefschrift Understanding technology acceptance by older adults who are aging in place. Peek ontwikkelt daarin enkele modellen die kunnen helpen bij het leveren van dat slimme maatwerk.
Tegenwoordig wordt veel verwacht van technologie als hulpmiddel om ouderen te helpen bij het langer zelfstandig (blijven) wonen.
Nieuwe technologie kan het leven van ouderen een stuk aangenamer maken, maar technologie kan ook ingewikkeld zijn en zorgen voor ongemak. Tegenwoordig wordt veel verwacht van technologie als hulpmiddel om ouderen te helpen bij het langer zelfstandig (blijven) wonen. Denk aan allerlei soorten zorgtechnologie, zoals een sensor die alarm slaat wanneer iemand valt, maar ook aan huishoudelijke of ict-apparaten die belangrijk zijn bij het zelfstandig kunnen wonen (een magnetron of tablet bijvoorbeeld). Peek vroeg zich af wat er nu voor zorgt dat een oudere technologie in huis neemt of ontvangt, en die ook daadwerkelijk gebruikt? Kortom, wat weten we over technologie-acceptatie door zelfstandig wonende ouderen?
Dynamisch model
Sebastiaan Peek en collega´s keken daartoe bij ouderen (soms letterlijk) in de keuken. Wanneer kwam er een bepaalde technologie in huis, hoe verliep de introductie, werd die ook daadwerkelijk gebruikt en traden er schommelingen op in het gebruik? De promovendus vergaarde in het veld, bij ruim 50 zelfstandig wonende ouderen, zodoende veel kennis over de vele factoren die een rol spelen bij technologiegebruik. In modellen zette hij die factoren, dynamisch in de tijd, op een rij. Van eigen vaardigheden en behoeften, mate van bereidheid en zelfstandigheid, de fysieke omgeving, aanwezigheid van sociale netwerken (denk aan mantelzorgers, ouders, kleinkinderen) tot de individuele gezondheidssituatie.
Niet-gebruik
< Neem het halsalarm, de rode alarmknop die ouderen om de hals kunnen dragen. Sebastiaan: “Uit onderzoek weten we dat die in de helft van de gevallen niet wordt gedragen. Dat komt omdat halsalarmen op een standaard manier aan ouderen worden aangeboden. Je moet veel beter kijken naar welke oudere wat nodig heeft op welk moment in zijn of haar leven. De ene oudere is de andere niet. De een is meer bezig met veiligheid dan de ander. Of iemand heeft al een alternatief voor een halsalarm. Wanneer meer aandacht wordt besteed aan deze verschillen kan (zorg)technologie veel effectiever, op maat en minder verspillend ingezet worden.” (Zorg)technologie vereist aandacht, evenals andere vormen van zorg. Beleid in deze zou er op gericht moeten zijn om technologie op het juiste moment aan te bieden en duurzaam te ondersteunen, concludeert Peek.
Kleinkinderen
Verrassend is soms de rol van kleinkinderen. Ouderen krijgen soms spelenderwijs een nieuwe technologie onder de knie, doordat ze bijvoorbeeld opdrachtjes van hen krijgen. “Opa, wil je acht foto’s maken op je tablet? Dan kom ik volgende week even checken.” Kleinkinderen kunnen zo bijdragen aan technologie-acceptatie en -ondersteuning.
Sebastiaan Peek (1978) startte met de studie Communication Systems (BSc) en ging, na een periode als ict-specialist in de praktijk gewerkt te hebben, Psychologie studeren waarin hij zijn masterdiploma behaalde in de Work and Organizational Psychology. Hij werkte vervolgens als onderzoeker bij de Radboud Universiteit Nijmegen en later als docent/promovendus aan de Fontys University of Applied Sciences/Tilburg University (Tranzo). In zijn promotietijd was hij o.a. gastonderzoeker bij het Persuasive Technology Lab van Stanford University.