Kennis brandveiligheid is ondermaats

In een goed gereguleerd land als Nederland laten de organisatie en borging van brandveiligheid nog veel te wensen over. Dit bleek tijdens de door Xella georganiseerde rondetafelconferentie ‘Brandende Kwesties’. De Wet Kwaliteitsborging is een gemiste kans, was een van de conclusies.

‘Zorg weer voor een opzichter op het werk, zodat er weer met kennis van zaken toezicht wordt gehouden’

Een twintigtal projectontwikkelaars, aannemers, adviesbureaus, architecten, installateurs, verzekeraars en toeleveranciers kwamen in informatiecentrum Futureland op de Maasvlakte bijeen om te discussiëren over de toekomst van brandveilig bouwen.

Het moet ambitieuzer

Uit de discussie onder leiding van gespreksleider Marcel van Duijn (o.a. hoofdredacteur Brandveilig.com) blijkt dat de organisatie rond brandveiligheid in ons land redelijk op orde is, maar de minimale zesjescultuur zeker niet ontstijgt.

Het kan en moet allemaal een stuk ambitieuzer, vonden de aanwezigen. Wat ontbreekt zijn voldoende bewustzijn en kennis van brandveiligheid, een veeleisende, heldere en eenduidige wet- en regelgeving, deugdelijke consequente handhaving en vooral ook een centrale regie. Partijen beperken zich veelal tot hun eigen stukje verantwoordelijkheid en hebben vaak te weinig oog voor het grote plaatje: een optimaal brandveilig gebouw.

Ondermaatse kennis

Veel meer investeren in brandveiligheid Volgens Jos Lichtenberg, emeritus hoogleraar Bouwproductontwikkeling aan de TU Eindhoven, schort het in alle geledingen aan serieuze aandacht voor en grondige kennis van brandveilig bouwen. “Zowel bij ontwerpers als uitvoerders is de kennis van brandveiligheid ondermaats. Slechts weinigen weten wat er bij een brand daadwerkelijk gebeurt en hoe de gevolgen beperkt kunnen worden.”

In de basis gaat het al fout. Opleidingen besteden weinig aandacht aan brandveiligheid, waardoor het thema bij weinigen echt goed op het netvlies staat. “Het is een inkoppertje, maar daarin schiet de keten echt te kort”, meent adviseur dr. ir. Ralph Hamerlinck van brandveiligheidsadviesbureau Hamerlinck uit Roosendaal. Alleen een branchebrede aanpak kan hierin verandering brengen.

“De hele bouwkolom moet veel meer investeren in kennis over brandveiligheid. We moeten werken aan een branchebrede aanpak, zodat HBO-ers het woord ‘brand’ kunnen spellen als ze klaar zijn met hun studie. Dat is ook de enige manier om de Wet Kwaliteitsborging te kunnen laten slagen. Anders blijft het doormodderen.”

Rampzalige brand niet uit te sluiten Een rampzalige brand als die in Grenfell Tower is ook in Nederland niet uit te sluiten, stelde Jos Lichtenberg. Onze wet- en regelgeving wijkt niet veel af van die in Engeland en het Bouwbesluit stelt slechts minimale eisen aan de brandveiligheid en biedt veel ruimte voor eigen interpretatie door de marktpartijen.

De cijfers spreken wat dat betreft boekdelen. In 2018 waren er in Nederland 33 doden te betreuren door rookvergiftiging bij brand. En grote stallenbranden kostten de afgelopen tien jaar ruim 1,5 miljoen dieren het leven. In de periode 2000-2016 waren er gemiddeld 109 branden per jaar met een brandschade boven € 1 miljoen en maar liefst 14.000 branden met een schade onder de € 1 miljoen. Totale jaarlijkse verzekerde schade: € 467.000.000,- per jaar (bron NIVRE). De bijkomende maatschappelijke kosten van blussen, opruimen, hinder, milieuschade en dergelijke waren naar schatting nog eens vier keer zo hoog.

Wet Kwaliteitsborging gemiste kans

De nieuwe Wet Kwaliteitsborging, die onlangs door de Eerste Kamer is aangenomen, lijkt daarin voorlopig weinig verandering te brengen. “Te veel nadruk op duurzaamheid en te weinig op (brand)veiligheid”, was de algehele stemming. Een gemiste kans, want zo ligt de uitdaging nog steeds vooral op het bordje van de marktpartijen die zonder eensluidende heldere voorschriften en een goede consequente handhaving niet altijd goed weten waar ze aan toe zijn. Aannemer Arjan Meerkerk van Bouwonderneming Stout B.V. uit Hardinxveld-Giessendam: “Wij hebben veel overleg met Veiligheidsregio Utrecht, de gemeente en de opdrachtgever. Dat gaat vaak heel goed. Maar in een andere gemeente zegt de brandweer doodleuk dat ze niet naar woongebouwen komen kijken.”

De hoofdredacteur Marcel van Duijn van Brandveilig.com aan het werk.

Opzichter op het werk

De versplintering van verantwoordelijkheid en het gemis aan een goede centrale regie doen Van Hunnik hevig terugverlangen naar de bouwinspecteur van vroeger. “Zorg weer voor een opzichter op het werk, zodat er weer met kennis van zaken toezicht wordt gehouden.” Ook de architect moet de regie over de brandveiligheid weer veel meer naar zich toe trekken. De snel toenemende informatiestromen en verdergaande versnippering en digitalisering van het ontwerp- en bouwproces maken die regierol volgens Van Hunnik alleen maar urgenter. “Iemand moet de centrale regie hebben. Iemand met overzicht en kennis van zaken. Tegenwoordig zit je al snel met vijftien adviseurs aan tafel, en niemand die nog echt het hele plaatje overziet. De architect is daarvoor de aangewezen partij, als spin in het web.”

Verzekeraars eerder bij project betrekken Uiteraard speelt ook geld een belangrijke rol. Brandveiligheid kost immers geld. Van Hunnik: “Een opdrachtgever die het gebouw zelf gaat gebruiken, let vanuit zichzelf goed op brandveiligheid. Projectontwikkelaars en ontwikkelende aannemers die bouwen voor de markt, willen hun projecten opleveren voor een goede prijs en doen doorgaans alleen wat wettelijk verplicht is. Het minimale dus.” Ze vinden daarbij de overheid aan hun zijde, want de brandveiligheidswetgeving richt zich alleen op de veiligheid van bewoners en gebruikers en van de buren, niet op het voorkomen van financiële schade.

De verzekeraar doet dat wel, maar die wordt veelal (te) laat bij het project betrokken. Risicodeskundige Onno Flapper van Nationale Nederlanden ziet dat graag snel veranderen. “Hoe eerder we kunnen adviseren over brandveilige voorzieningen als sprinklers en compartimentering, hoe beter, zodat klanten bij een serieuze calamiteit toch een doorstart kunnen maken.” Ralph Hamerlinck: “Ik probeer al 30 jaar de verzekeraar meer aan het woord te laten, maar dat lukt steeds niet. Dat zit blijkbaar in de structuur en hoe iedereen zijn rol speelt. Toch denk ik dat als de verzekeraars de handen ineenslaan en zij partijonafhankelijk hun kennis naar de markt brengen, ze in staat zouden zijn de markt in de juiste richting te sturen.”

Doelgericht samenwerken in héle bouwkolom

De levendige discussie in Futureland onderstreept volgens sales manager Jan IJzerman van Xella eens temeer het belang van doelgerichte samenwerking in de hele bouwkolom, van opdrachtgever, ontwerper en constructeur tot en met aannemer, overheid, brandweer, adviseur, producent en leverancier. Iedereen moet daarin zijn verantwoordelijkheid nemen. “Alleen zo kom je tot optimale oplossingen en weet je zeker dat die oplossingen ook echt aantoonbaar brandveilig zijn.”

Advertisment ad adsense adlogger