Ouderen dachten in 2015 vaker over een verhuizing na dan in voorgaande jaren. Het aandeel 65-plushuishoudens dat aangaf eventueel te willen verhuizen steeg van 6 procent in 2009 naar 16 procent in 2015. Het aandeel dat zei beslist te willen verhuizen bleef met 3 procent stabiel. Dat blijkt uit recent onderzoek van het CBS op basis van het WoonOnderzoek Nederland (WoON).
Het merendeel van de ouderen (85 procent) die een ouderenwoning wensen, wil naar een zelfstandige ouderenwoning verhuizen
Van de oudere huishoudens met een huishoudenshoofd in de leeftijd van 65 tot 75 jaar zei 4 procent in 2015 beslist binnen twee jaar te willen verhuizen, 18 procent wilde eventueel verhuizen. Bij de 75-plushuishoudens was dit respectievelijk 2 procent en 12 procent.
Onder jongere huishoudens (25 tot 65 jaar) was de verhuiswens veel groter, 9 procent gaf in 2015 aan beslist te willen verhuizen en 24 procent overwoog eventueel een verhuizing.
Gezondheid belangrijkste reden voor verhuiswens
De gezondheid was voor oudere huishoudens de belangrijkste reden om te willen verhuizen. In 2015 zei 37 procent dat dit de belangrijkste reden was om beslist te willen verhuizen. De woning was een andere reden (21 procent), gevolgd door de buurt (13 procent). Voor jongere huishoudens was de woning de belangrijkste reden om te willen verhuizen (35 procent).
Overgrote deel huishoudens realiseert verhuiswens niet na 1 jaar
Meer dan 70 procent van de oudere huishoudens die in 2015 aangaven beslist te willen verhuizen, had deze verhuiswens een jaar later nog niet gerealiseerd. Hierin verschilden oudere huishoudens niet van jongere huishoudens. Ook in 2009 en 2015 lag dit aandeel rond 70 procent.
Oudere huishoudens met een hoofd van 75 jaar of ouder slaagden er vaker in om een verhuiswens te realiseren. Van deze groep was 31 procent binnen een jaar verhuisd. Bij huishoudens met een hoofd van 65 tot 75 jaar lag dat met 22 procent lager. Dit verschil tussen beide groepen ouderen kan bijna volledig worden toegeschreven aan het aandeel 75-plussers dat na 1 jaar naar een instelling is verhuisd.
Daling oudere huishoudens met wens voor ouderenwoning
Van de oudere huishoudens die aangaven beslist te willen verhuizen, wilde minder dan de helft (44 procent) naar een specifieke ouderenwoning. In 2009 was dit nog 60 procent. De afname is zichtbaar onder zowel ouderen die hun eigen gezondheid als (zeer) goed beoordelen als onder ouderen die aangeven zich minder gezond te voelen.
Slechts een kleine groep huishoudens wenst een woning waarin hulp aanwezig is voor de dagelijkse levensverrichtingen, zoals verzorging van de maaltijden, schoonmaken, lichamelijke verzorging en eventueel verpleging. Het merendeel (85 procent) van de ouderen die een ouderenwoning wensen, wil naar een zelfstandige ouderenwoning verhuizen.