Binnen de gevelbouw ontstaan steeds meer zorgen over de oplopende kosten en levertijden met ernstige gevolgen voor de cashflow en angst voor faillissementen. Dit meldt de brancheorganisatie voor de metalen gevelbouw, de VMRG.
De gehele grondstoffenmarkt is instabiel en wordt geconfronteerd met een opwaartse prijsdruk en oplopende levertijden
De gevelbranche heeft te maken met onverwacht sterk gestegen kosten en oplopende levertijden van bouwmaterialen, waaronder aluminium en staal. Deze materialen nemen een aanzienlijk aandeel voor hun rekening in de kostprijs van geveltoepassingen, zoals de vliesgevel of elementengevel.
Dubbele cijfers
De VMRG ziet dat bedrijven geconfronteerd worden met snel opeenvolgende prijsstijgingen met dubbele cijfers in het afgelopen jaar en extra investeringen uit het eigen vermogen om de crisis het hoofd te bieden.
VMRG-directeur Hans Zwaanenburg: “Deze ontwikkelingen maken dat de benodigde financiële ruimte er bij de gevelbouwers steeds minder is om dit zelf op te vangen. Niet alleen aan prijsverhogingen voor aankomende projecten maar vooral ook aan prijsaanpassingen van al in uitvoering zijnde projecten valt dan ook niet meer te ontkomen.”
Aluminium en staal
De staalprijzen zijn de afgelopen periode explosief gestegen en inmiddels ruim verdubbeld ten opzichte van medio 2020. Voor aluminium is dat niet anders met een prijs die inmiddels het hoogste niveau in tien jaar tijd heeft bereikt.
“Voor de gevelbouw een serieus probleem”, aldus Zwaanenburg, “in het bijzonder bij al vergunde en in uitvoering zijnde projecten met een langere doorlooptijd waarbij onvoldoende rekening is gehouden met deze explosieve prijsstijgingen. In 2020 maakte het aandeel aluminium of staal in de gevel ongeveer 25 procent uit van de kostprijs. Inmiddels is dat bijna het dubbele en het einde is mogelijk nog niet in zicht.”
(Lees verder onder de afbeelding.)
Instabiele grondstoffenmarkt
De schrale troost is dat de gevelbouw hierin niet alleen staat. De gehele grondstoffenmarkt is momenteel instabiel en wordt geconfronteerd met een opwaartse prijsdruk en oplopende levertijden. Deze zijn mede te wijten aan de toeleveringsproblemen in de productieketen en hebben hun wortels in de pandemie.
En daar ondervinden de aluminium- en staalmarkt meer dan gemiddeld hinder van. Zwaanenburg benadrukt dat het hierin belangrijk is het projectbelang van zowel nieuwe als lopende projecten voorop te stellen en met elkaar in gesprek te blijven. “De met elkaar van toepassing verklaarde voorwaarden zoals tussen aannemer en gevelbouwer kunnen daarbij zeker helpen. In het bijzonder wanneer er daarnaast ook begrip is voor redelijkheid en billijkheid en daarmee het gezamenlijke projectbelang.”
Oplossingen
De markt wordt steeds inzichtelijker, waardoor partijen in het bouwproces en de eindgebruiker steeds dichter bij elkaar komen. Voor de eindgebruiker worden exploitatiekosten van een gebouw steeds meer van doorslaggevend belang, waardoor de laagste prijs minder bepalend wordt.
De trend is, dat wordt gekozen voor de economisch meest rendabele en duurzame oplossing en dat zal in de toekomst steeds meer gebeuren. “Een duurzaam en onderhoudsarm product levert namelijk in de exploitatiefase een aanzienlijk hogere kostenbesparing op dan het doen van eventuele concessies om toch vooral vast te houden aan de lagere inkoopprijs”, aldus Zwaanenburg.
(Lees verder onder de afbeelding.)
VMRG-directeur Hans Zwaanenburg.
Extra investeringen
Innovaties en toekomstgerichte ontwikkelingen vragen extra investeringen van de gevelbranche. Het volstaat niet meer om enkel een product te leveren. “Steeds meer wordt van de industrie verwacht dat zij in de ontwerpfase kennis inbrengt en meedenkt over efficiëntere en duurzame oplossingen. De gevelbranche wordt daarmee steeds meer een partner in het proces en daarmee vraagt deze manier van ondernemen een andere aanpak”, weet Zwaanenburg.
“Producenten en toeleveranciers worden ketenpartners, die niet alleen een product leveren, maar vanaf de ontwerpfase kennis en ervaring inbrengen. Dat vraagt niet alleen ’innovatieve en financiële’ inspanningen voor het realiseren van de gevraagde onderhoudsarme en levensloopbestendige gevels, maar vooral ook een intensieve samenwerking tussen partijen.”
Zwaanenburg: “Het gezamenlijke projectbelang dient daarin dan ook voorop te staan waarbij partijen ook een adequate beloning krijgen voor de geleverde prestatie. Het negeren daarvan schaadt de continuïteit van de bedrijven. Niet alleen van de gevelbouw, maar ook van de aannemer. En daarmee is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven.”
Het bespreekbaar maken van tussentijdse noodzakelijke aanpassingen in de prijs of levertermijn maakt daar volgens Zwaanenburg deel van uit.
Lees ook: Vijf brancheorganisaties samen in circulaire gevels