Tiny house bezig aan opmars

Tiny house bezig aan opmars

Lente 2016 lijkt het moment daar: de doorbraak van het tiny house in Nederland. Plotseling blijkt overal in Nederland te worden geknutseld aan zelfgebouwde, zelfvoorzienende minihuisjes. De plaatjes spreken tot de verbeelding, de media staan er vol mee. Een nieuwe woonvorm, die vraagt om ‘experiment, testlocaties en bestuurders die hun nek uitsteken’. Aldus pleiten de pioniers van de tiny house beweging.

Hoe groot is de potentie van kleinschalig wonen?

Het fenomeen is, zoals wel vaker gebeurt, overgewaaid uit de Verenigde Staten. Nadat de Amerikaanse Dee Williams tien jaar geleden het boek The Big Tiny schreef, zijn er in de VS naar schatting zo’n 10.000 tiny houses gebouwd. Op wielen verplaatsbare huisjes van maximaal 50 vierkante meter, liefst zonder hypotheek. Dat is de min of meer officiële beschrijving die door Tiny House Movement in de VS wordt gebruikt. De kosten: gemiddeld een krappe 35.000 euro. De beweging werd in de VS echt groot tijdens de crisis, toen mensen geen huis meer konden kopen en termen als ontspullen en consuminderen in opkomst kwamen. Het fenomeen is dus al jaren bekend, maar van tiny houses in Nederland was lange tijd geen sprake. Een zoektocht naar een tiny house dat daadwerkelijk gerealiseerd was in ons land, en door de instanties als zodanig werd erkend, leverde tot voor kort nog niet veel op. Tien jaar na dato lijkt 2016 echter het jaar te worden waarin Nederland kennis maakt met kleinschalig wonen.

Tiny house bezig aan opmars

Woonwensen veranderen

Goedkoop, snel, flexibel, duurzaam, modulair. De voordelen van een tiny house sluiten aan op veel ontwikkelingen die momenteel in de maatschappij gaande zijn, ook in de bouw. Een tiny house speelt in op de behoefte aan vrijheid, duurzaamheid, eenvoud, zelfexpressie en natuur. Waarden die in de samenleving in opkomst zijn. Het huis als verlengstuk van haar bewoners. Sinds het modernisme, eind negentiende eeuw, is de architect de autoriteit die zijn persoonlijkheid in een gebouw legt, niet de bewoner. Maar daar komt langzaam verandering in. De afgelopen honderd jaar werden gekenmerkt door een vergaande functionalisering en standaardisatie van de woonvorm: zo veel mogelijk ruimte voor zo weinig mogelijk geld. Dat is de basis voor de huidige beschikbare woonvormen in Nederland. De uiterste consequenties van deze gedachte zijn te zien in wijken als de Bijlmer, waar rijen flats ervoor diende te zorgen dat ‘iedereen gelijk is’.


“Faciliteer de maatschappelijke meerwaarde die de tiny house beweging met zich mee kan brengen”


Maximalisatie, noemt filosoof Arne Hendriks dit. Hij houdt de ontwikkelingen rondom tiny housing in de gaten en constateert een groeiende tegenbeweging, waarbij mensen hoe langer hoe meer kwaliteit verkiezen boven kwantiteit. Volgens hem verandert de maatschappelijke zucht naar ‘steeds meer’, langzaam naar ‘steeds minder’. In een gedachte-experiment voorziet hij zelfs dat alles, tot aan het menselijk lichaam, de komende jaren juist weer kleiner zal worden, na de exponentiële groei van de afgelopen eeuw. Los van dergelijke interessante opvattingen worden er nog andere maatschappelijke mogelijkheden van tiny houses genoemd. Ze bieden mogelijkheden voor studenten, starters en vluchtelingen. Deze bevolkingsgroepen liggen in het huidige woningaanbod vaak krom voor een huurwoning in de grote steden en kunnen of willen nog geen koopwoning betalen. Daarnaast gaat het ontwerpen van tiny houses vaak gepaard met innovatie en duurzaamheid en liggen er mogelijkheden voor het revitaliseren van leegstaande industrieterreinen. Het is dus niet gek dat er momenteel in Nederland een ‘tiny house beweging’ ontstaat. Sterker nog, het is eerder vreemd dat er in Nederland nog weinig échte tiny houses bewoond worden en een officiële status hebben.

Tiny house bezig aan opmars

FabCity toont eerste voorbeelden

Maar de bom lijkt dit voorjaar te zijn gebarsten. Almere is de eerste gemeente die actief de mogelijkheden van tiny houses onderzoekt (zie kader), met behulp van een prijsvraag. De echte pioniers hebben deze prijsvraag echter niet afgewacht. Op FabCity, een tijdelijke campus waar de Willie Wortels van de bouwsector hun nieuwste uitvindingen delen, stonden dit voorjaar de eerste voorbeelden van vernieuwende tiny houses te glimmen van trots. En afgelopen mei werd in lokale media zowel in Alkmaar als in Ouddorp het eerste tiny house van Nederland gepresenteerd. Maar ja, op FabCity stonden er dus ook al twee. “Het is zoals met de piramides. Die zijn op hetzelfde moment in de geschiedenis op verschillende plekken in de wereld gebouwd, zonder vorm van communicatie. Op de één of andere manier is het fenomeen ‘tiny house’ dit voorjaar een enorme hype geworden.” Aan het woord is Hans Peter Föllmi, initiatiefnemer van de Tiny TIM, die op FabCity een prominente plaats inneemt. De Tiny TIM is een ingenieus huisje dat zelfvoorzienend is op het gebied van energie en water. Dat gaat zover dat de eigen urine gezuiverd en hergebruikt kan worden. Een bijzonder project, omdat het verbinding legt tussen duurzaamheid, woningnood, kleinschalig wonen en leegstand. Waas Thissen, student Future Planet Studies aan de UvA en medebouwer van de Tiny Tim, vertelt dat de bouw van het huisje een direct gevolg is van een moeizame zoektocht naar een studentenwoning in Amsterdam. “Toen besloten we als studenten zelf maar een huisje te bouwen, samen met Hans Peter en een architect. Omdat we via onze opleiding bezig zijn met duurzaamheid, was het een logische stap om het huisje volledig zelfvoorzienend te maken en daar de nodige innovatie voor te bedenken.” Het huisje maakt zichtbaar dat het kan, hoewel strenge wintermaanden de nodige improvisatie vereisen om het aangenaam te houden in het huisje, zo geven de bouwers toe. Vandaar dat ze hard op zoek zijn naar locaties waar hun gebouwtje voor langere tijd getest kan worden.

Testlocaties gezocht

Financiering voor het project werd gevonden bij een woningbouwvereniging en de gemeente Texel. Het toont aan dat zowel de politiek als de markt wel degelijk interesse hebben en de potentie zien van tiny housing. Een tweede Tiny TIM wordt tentoongesteld op het festival Oerol, op Ameland. Het eerste huisje zal op Texel worden getest als recreatiewoning. Het eiland, dat volledig CO2-neutraal wil worden, kampt met talloze kleine huisjes die ‘zo lek zijn als een mandje wat betreft energiehuishouding’, aldus Föllmi. Naast functionaliteit als vakantiewoning ziet Waas Thissen de Tiny TIM nog altijd als oplossing voor de woningnood bij starters en studenten. Leegstaande bedrijventerreinen zijn volgens hem perfect geschikt voor huisvesting van tiny houses. “Dan wordt het opeens mogelijk om goedkoop en duurzaam op de meest gave plekken in de stad te wonen. De gemeente wint ook, aangezien duurzaamheid en innovatie de ruimte krijgen, woningnood wordt aangepakt en braakliggende grond een waardevolle bestemming krijgt.”


“Ik krijg per dag wel 25 mailtjes van zzp’ers die anders willen wonen en durven investeren in duurzame woninkjes.”


De bewoner van een huis is de laatste honderd jaar een consument die, zolang hij of zij genoeg betaalt, vrijheid heeft om te kiezen. Maar zelf een woonvorm of droomhuis bedenken en laten ontwikkelen, hoe klein en goedkoop ook, dat is tot de dag van vandaag erg moeilijk. Afwijken van de standaard was lang onmogelijk. En juist afwijken van de standaard, of meer de vrijheid om af te kunnen wijken, is wat de pioniers van de tiny house-beweging zoeken. Het spel van vraag en aanbod heeft in Nederland ondertussen zulke groteske vormen aangenomen dat een tiny house, volledig naar de wensen van de gebruiker, theoretisch gezien goedkoper kan uitpakken dan dezelfde hoeveelheid ruimte in een flat in Amsterdam of Utrecht. In de praktijk blijkt het echter nog zeer ingewikkeld om ergens een tiny house neer te mogen zetten. Het gebrek aan testlocaties voor tiny houses komt ten eerste doordat de projecten nog erg jong zijn. Het idee voor de Tiny TIM stamt uit 2014. Ten tweede is er de horde van wet- en regelgeving die overwonnen dient te worden. Zo voldoen tiny houses vaak niet aan het bouwbesluit, waarin staat dat een huis een meterkast moet hebben, een halletje, twee deuren en een plafond van minimaal 2,4 meter hoog. “Wat we nodig hebben, naast investeerders, zijn goede juristen”, concludeert Thissen droog.

Tiny house bezig aan opmars

Woonpioniers

Pal naast de Tiny TIM op de FabCity, prijkt de Porta Palace van Jelte Glas, mede-oprichter van Woonpioniers. Een huisje van slechts 17 vierkante meter dat opvallend ruim oogt. Efficiency ten top. Wie heeft het nog over 50 vierkante meter? Glas, 29 jaar oud, wil volle kracht vooruit en laat zich daarbij niet hinderen door wetten en regels. Als oud medewerker bij de provincie Utrecht weet hij als geen ander dat de geest van de wet altijd belangrijker is dan de wet zelf. Ook hij raakte betrokken bij de tiny house beweging door eigen ervaringen op de woningmarkt. Hij besefte dat het in het huidige aanbod feitelijk onmogelijk is om er een andere woonvorm op na te houden dan een koopwoning met hypotheek of een huurwoning. “Het kan wel, maar dan beland je al snel in het schimmige circuit van 365 dagen per jaar recreëren op een vakantiepark”, aldus Glas.


“De meest gehoorde roep is die om ruimte en grond, om aan de slag te kunnen gaan.”


Twee jaar geleden stopte hij zijn werk bij de provincie om zich te richten op zijn woonwens: “een woonvorm tussen koopwoning en sociale huurwoning, speciaal voor starters. Het is namelijk gewoon niet eerlijk dat je als starter of student eindeloos moet wachten op een sociale huurwoning, omdat je nog geen geld hebt voor een koopwoning. Dan ben je genoodzaakt via particuliere huur te veel te betalen voor te weinig ruimte, waardoor de rijke generatie flink gespekt wordt.” Glas ging zelf in een caravan slapen en onderzocht de mogelijkheden om dit als woonadres op te geven bij de gemeente. De enige optie was om zich te registreren als dakloze. Glas ging de dialoog aan. “Ik vertelde de gemeente Utrecht dat er steeds meer starters zijn die andere vormen van wonen zoeken en vroeg de gemeente wat er mogelijk was. Uiteindelijk stonden ze toe dat ik op mijn antikraakadres stond ingeschreven, terwijl ik in de caravan sliep.” Toch wringt er nog iets. “Iedereen weet dat er heel veel mensen wonen op recreatieparken, maar niemand grijpt in. Zodra ik zeg dat ik in een caravan woon, mag het niet. Als dakloze zou ik geen gemeentebelasting hoeven te betalen, maar dat wilde ik wel. Ik woonde in Utrecht en gebruikte de voorzieningen.” Om de beweging een stap verder te krijgen is het volgens Glas belangrijk om in overleg met Rijk, provincie en gemeente naar oplossingen te zoeken. “Zodat ze beseffen dat ik geen zonderling ben die zich als een hobbit terugtrekt. Ik wil meedraaien in de maatschappij en verantwoording nemen en niet bezig hoeven zijn om de mazen van de wet op te zoeken.”

Tiny house bezig aan opmars

Bouwbesluit en de praktijk

Nu zoeken veel mensen namelijk noodgedwongen de obscuriteit op. Ze vinden creatieve woonvormen die buiten de regelgeving vallen. Zo kampt de gemeente Amsterdam met het groeiende fenomeen van spook­jongeren. Jongeren die nergens staan ingeschreven, maar toch een dak boven hun hoofd hebben. Glas pleit voor een faciliterende overheid. “In Tienhoven worden recreatiewoningen veranderd in gewone woningen. De praktijk was al dat er gewoond werd, maar dat wordt nu gelegaliseerd.” Wat betreft tiny housing is de meest gehoorde roep die om ruimte en grond, om zo aan de slag te kunnen gaan. Veel zelfbouwers, zoals de Woonpioniers, hebben al een ontwerp of een huisje gerealiseerd, maar nog geen locatie om te kunnen wonen. Volgens Glas is er binnen de huidige wetgeving al veel meer mogelijk dan men denkt, zolang gemeenten er maar aan meewerken. “Tiny houses voldoen inderdaad meestal niet aan het bouwbesluit. Maar pakt men de wet voor woonwagens en caravans erbij, dan is er opeens veel meer mogelijk. Daarnaast is er de regelgeving omtrent tijdelijke bebouwing. Die kan ervoor zorgen dat men ontheffing krijgt van het bouwbesluit. De termijn voor tijdelijkheid is onlangs opgerekt naar tien jaar. Bij succes kan dit nog eens met tien jaar verlengd worden. Dan zou men twintig jaar ergens kunnen wonen. Dat is voor starters en studenten natuurlijk een serieuze optie.” Woonpioniers bestaat, naast Glas, uit architect Daniël Venneman en mixed media artist Arthur van der Lee. De ultieme droom is de realisatie van een woongemeenschap van vijf á tien tiny houses, rondom een boerderij of een leegstaand pand. “Ik krijg per dag wel 25 mailtjes van zzp’ers die anders willen wonen en durven investeren in duurzame woninkjes.” Hij ziet het voor zich, heeft het zelfs al uitgetekend. “De bewoners kunnen hun eigen huisje samenstellen uit verschillende componenten, functies en duurzame bouwmaterialen. De huisjes delen gemeenschappelijke nutsvoorzieningen, rondom een centraal punt, dat wordt gevormd door de boerderij of het lege pand. Daar hebben de zzp’ers direct een werkplek.” De vraag van de consument bestaat, zo blijkt wel tijdens het gesprek met Glas, dat plaatsvindt op FabCity. De ene na de andere geïnteresseerde loopt naar binnen in zijn tiny house. Een enthousiaste Amsterdammer begint zelfs direct met bieden en afdingen op het huisje. ‘Hij is te koop, maar eerst een plek zien te vinden om te mogen staan’, reageert Glas, waarna hij zijn betoog vervolgt. “Al die zzp’ers die me mailen kan ik alleen helpen wanneer er ruimte komt voor mooie initiatieven. Wat nu nodig is zijn bestuurders die lef tonen, hun nek uit durven steken. Die van de woonwagenwet iets moois maken om duurzame, innovatieve tiny houses te faciliteren.”

Aan de slag

Glas heeft ze allemaal langs zien komen op FabCity: Maxime Verhagen, minister Blok, burgemeester van der Laan en Rijksbouwmeester Floris Alkemade. “Er is een kentering gaande. Allemaal zoeken ze naar nieuwe woonvormen. Ga er dan ook in de praktijk mee aan de slag. Geef testprojecten van pakweg tien jaar de ruimte en kijk hoe het bevalt, dat is naar mijn mening de enige manier om er achter te komen, in plaats van eindeloze ruggespraak.” De toekomst is rooskleurig, als het aan Glas ligt. “Binnen twee jaar zijn er denk ik wel tien van die minidorpjes zoals wij ze voor ogen hebben.” Natuurlijk zal de tiny house beweging in Nederland niet de woningmarkt op z’n kop gooien met de komst van tienduizenden kleine huisjes. Daarvoor blijft de doelgroep te beperkt en is er in Nederland simpelweg te weinig ruimte. Maar als extra aanbod voor starters, studenten en vluchtelingen die buiten de boot dreigen te vallen, kan het een verschil maken. Daarnaast zijn de pilotprojecten uitstekend geschikt om innovatie en duurzaamheid te realiseren. Zoals een architect eerst een maquette bouwt, fungeren de tiny houses als kraamkamer voor de energietransitie in de huidige woningbouw. Voorbeelden als de Tiny TIM laten zien hoeveel ideeën, snelheid en creativiteit het oplevert wanneer op eigen initiatief, kleinschalig, aan iets reëels geknutseld kan worden door pioniers. Juist het feit dat het kleine huisjes betreft blijkt uit te nodigen tot experiment. Nieuwe dingen worden nu eenmaal altijd makkelijker eerst in het klein uitgetest.
De Tiny House beweging trekt langzaam steeds meer naar elkaar toe. De pioniers weten elkaar te vinden en beseffen dat ze samen sterker staan. Ieder heeft zijn eigen specialisme op het gebied van duurzaamheid, techniek of het creëren van nieuwe woonvormen. Ook de eerste woningbouwverenigingen en gemeenten tonen interesse. Een direct gevolg van FabCity is dat op het dak van een leegstaande parkeergarage in de Bijlmer hoogstwaarschijnlijk een tiny house testdorp wordt ontwikkeld, in opdracht van een woningbouwvereniging. Zowel de Tiny TIM als de Woonpioniers zijn bij het project betrokken. Wanneer het in Amsterdam lukt om op de dure grond een tiny house project neer te zetten, dan is de kop er definitief af.

Tiny TIM

De grote ambitie van de makers van de Tiny TIM was om een volledig zelfvoorzienend tiny house te bouwen, dat toch comfortabel is. TIM staat voor Timber Independent Mobile. Een huisje dat verder gaat dan andere vormen van mobiel wonen, op het gebied van duurzaamheid, onafhankelijkheid en flexibiliteit.
Meest in het oog springen de oplossingen voor energie en water. Het gebouwtje heeft twee verschillende windmolens; één voor hoge windsnelheden en één voor lagere windsnelheden. De zonnepanelen winnen op drie verschillende manieren energie uit één oppervlak; via zonnestralen, warm water en lucht. Elektriciteitsvoorziening is de grootste uitdaging, overtollige elektriciteit wordt opgeslagen in de PowerOak met een lithium-ion accu van 6,8 kWh. Aan de zijkant zorgt een volledig groene wand voor waterzuivering. Deze uitvinding van Our Green Spine-Green Art Solutions is de eerste zuiverende gevelwand ter wereld. Op een gebied van ruim 6 m wordt douchewater, afwaswater en urine volledig gezuiverd tot schoon drinkwater. Dit gebeurt via een stelsel van watertanks en speciale plantensoorten. Naast waterzuivering zorgt de groene wand ook voor opname van CO2 en reductie van hitte, een interessante optie dus voor gebruik in de stad.
Het huisje is voor 90% van duurzaam geproduceerd naaldhout. Daarbij is gebruik gemaakt van de oude Shou Sugi Ban-techniek. Door de buitenzijde van het hout te verbranden ontstaat een sterke laag, die langer meegaat. Materiaalgebruik en gewicht is gereduceerd door zogenaamde SIP-panelen (structural insulated panels), die het huisje laten ‘ademen’. Volgens de bouwers is het totale gewicht slechts een honderdste van een gewoon huis.


Pioniersgemeente Almere

De gemeente Almere staat al langer bekend om haar pioniersgeest als het gaat om nieuwe woonvormen en vrijheid voor bewoners om zelf hun leefomgeving in te richten. Het nieuwste project, de BouwEXPO Tiny Housing, onderzoekt de mogelijkheden van kleinschalige woonvormen. De BouwEXPO draait om een prijsvraag, waarbij iedereen zijn of haar ontwerp kon inzenden. De beste 25 inzendingen worden uiteindelijk gerealiseerd op de prijsvraaglocaties in Almere Poort. De prijsvraag bevat drie categorieën: één voor speciale off-grid projecten, huisjes die zelfvoorzienend zijn. Eén voor tiny houses die twee jaar getest zullen worden. En tot slot een categorie tiny houses die permanent bewoond kunnen worden in Almere Poort. De bouw van de huisjes zal worden aangegrepen om te onderzoeken welke regelgeving het ontwikkelen en daadwerkelijk bouwen en bewonen van de Tiny Houses in de weg staat. Tjeerd Herrema, wethouder Ruimte, wonen & wijken in Almere, hierover: “Innovatie ontstaat niet vanuit de regels. Geef dit soort initiatieven de ruimte om te experimenteren en ga dan pas bekijken of je iets met de regels moet doen.”
De prijsvraag levert in ieder geval nu al een antwoord over het animo in de samenleving. Er werden maar liefst 245 ontwerpen ingezonden. Herrema is verguld met de veelzijdigheid van de inzenders. Architecten, bouwers, hobbyisten, kunstenaars en zelfs enthousiaste kinderen kwamen met een eigen ontwerp. Als opvallende afwezige tussen de inzendingen noemt hij de woningcorporaties. Juist zij kunnen volgens hem profiteren van de innovatie die tiny housing met zich meebrengt, op het gebied van techniek en duurzaamheid. Komende zomer kunnen de gelukkige winnaars aan de slag. De BouwEXPO wordt door de gemeente georganiseerd. Via het Woningbouw­atelier is er ook contact met het Rijksvastgoedbedrijf en het ministerie van BZK.
Als jurylid van de prijsvraag in Almere zit Jelte Glas met zijn neus bovenop het eerste project waar daadwerkelijk tiny houses gerealiseerd worden voor permanente bewoning. “Het gave is dat de gemeente Almere de praktijk opzoekt. Doen in plaats van denken.” De Tiny TIM heeft zich op haar beurt ingeschreven voor de prijsvraag, categorie off-grid. 6 juli worden de winnaars bekend gemaakt. De 245 maquettes voor de prijsvraag worden momenteel tentoongesteld in de Kunstlinie Almere Flevoland (KAF).

Foto’s: Woningpioniers

Advertisment ad adsense adlogger