Onlangs werd de 2025 uitgave van de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen door Kiwa gepresenteert. Deze vervangt de eerdere uitgave. De vakrichtlijn 2025 is samen- en vastgesteld door Vebidak, Dakmerk en Kiwa BDA Dak- en Geveladvies. Het College van Deskundigen ISDA accepteerde de nieuwe richtlijn als bijlage van de BRL 4702 Proces Dakdekken.
Wijzigingen in de vakrichtlijn
Auteur van de nieuwe vakrichtlijn is ir. Chris van der Meijden, technisch directeur bij Kiwa BDA Dak- en Geveladvies. De nieuwe vakrichtlijn is niet meer onderverdeeld in delen en maakt ook geen apart onderscheid meer in kunststof- en bitumen dakbedekking. De volgende hoofdstukken zijn opgenomen:
1. Daktechniek algemeen
2. Dampremmende laag
3. Isolatie
4. Dakbedekkingssystemen
5. Multifunctionele daken
6. Brandveilig ontwerpen en uitvoeren
7.Ontwerpen van veilige daken
Multifunctioneel dak
Door ontwikkelingen op het gebied van milieu, duurzaamheid en het leefbaar houden van stedelijke omgevingen worden er steeds meer multifunctionele (MF) gebruiksdaken toegepast.
In de nieuwe vakrichtlijn wordt dit thema dan ook verder uitgewerkt in het kader van integrale dak-kwaliteit. Daarnaast wordt steeds vaker vanuit de overheid en gemeenten binnen het klimaatbestendig beleid gestuurd op tijdelijke buffering of berging van regenwater op daken. Daarom heeft ook waterretentie in de nieuwe vakrichtlijn een apart hoofdstuk gekregen.
Zware- en lichte multifunctionele daken
Bij de verschillende toepassingen van MF- daken wordt in de huidige vakrichtlijn een duidelijk onderscheid gemaakt in zware- en lichte MF-daken:
Zware MF-daken
Zware MF-daken zijn daken met een zware afwerking, waarbij het bijna onmogelijk is om in het geval van een waterlekkage zonder ingrijpende maatregelen de oorzaak te vinden dan wel herstelwerkzaamheden uit te voeren. Denk daarbij aan intensief begroeide daken, terrasdaken of parkeerdaken met klinkerbestrating of groot formaat tegels. Ook kunnen ze ingericht zijn als water-retentiedak met de hierboven genoemde toepassingen.
Hierbij moeten alle lagen van het dakbedekkingssysteem volledig worden gekleefd en wordt een meerlaagse dakbedekking omschreven, waarbij ook de lagen dakbedekking onderling volledig aan elkaar worden verkleefd. De zogenoemde vliesgecacheerde dakbanen, zijn hiervoor niet geschikt.
De Toplaag bestaat uit een bitumen dakbaan of met SBS-gemodificeerd bitumen, gecacheerde EPDM met wapening. De isolatiematerialen bestaan dan uit:
• C-EPS (Cement gebonden EPS), aangetoond geschikt voor toepassing in ‘compact dak’;
• PIR compact, volledig gekleefd volgens de gietmethode en de naden volledig gevuld met warme bitumen, aangetoond geschikt voor toepassing in compact dak;
• CG (Cellulair Glas), uitgevoerd als compact dak – dampremmende laag of noodlaag (indien van toepassing).
In de vakrichtlijn staat ook de beoordelingsmethode ‘aangetoond geschikt voor toepassing in compact dak’ omschreven*. De specifieke testmethode inzake de aantoonbaarheid van het isolatiemateriaal wordt omschreven in hoofdstuk vijf van de nieuwe uitgave.
Lichte MF-daken
Dit zijn daken waarbij gemakkelijk onderdelen weggehaald kunnen worden om bij het dakbedekkingssysteem te komen om snel calamiteiten te verhelpen. Denk daarbij aan onder meer terras-, energie- en extensief begroeide daken. Aan de toepassing van kunststof éénlaagse dakbanen worden specifieke minimale dikte-eisen gesteld en bij een bitumen dakbaan de verplichting voor een tweelaagse toepassing.
Vrijwel alle drukvaste isolatiematerialen (klasse C of D volgens BRL 1309 met eis maximale vervorming bij een gebruiksbelasting) mogen bij lichte MF-daken worden toegepast. Bij een warmdak wordt bij lichte MF-daken compartimentering van de dakbedekkingsconstructie aan de constructieve ondergrond vereist.
Lees verder onder de foto.
Waterretentiedaken
Ook is in de nieuwe vakrichtlijn het thema waterretentiedak behandeld en onderverdeeld in twee types daken.
Type 1 is een waterretentiedak, geplaatst onder een gebruikelijk afschot, dat bedoeld is om water te bergenop het dak door de doorstroom naar de afvoer te vertragen. Veelal gebeurt dit door het aanbrengen van een afwerklaag met speciale drainerende lagen (dikte maximaal 50 mm) direct op de dakbedekking of lagen op de drainerende lagen, met als doel vocht langer vast te houden of vertraagd af te voeren naar de afvoeren.
In combinatie met speciale substraatlagen voor extensieve- of intensieve vegetatiedaken kan de hoeveelheid vast te houden vocht verder verhoogd worden. Bij het gebruik van extensieve vegetatie bij een systeemhoogte tot 150 mm valt dit type waterretentiedak nog onder de lichte MF-variant.
Type 2 is een waterretentiedak wat is bedoeld om water te bergen op daken.Veelal wordt hier met waterretentiekratten in verschillende hoogtematen ruimte voor opvang gecreëerd. Deze waterretentiekratten worden ook hier weer met een beschermdoek direct op het dakbedekkingssysteem geplaatst.
Vaak worden dit soort daken voorzien van vegetatiedaken al dan niet in combinatie met terrasdaken en looppaden en combinaties van groen met PV-zonne-energie. Dit zijn daken met geen of beperkt afschot waarbij de waterafvoer geregeld wordt door elektronisch of gecombineerde elektronisch aangestuurde mechanisch systemen. Deze daken vallen onder de categorie zware MF-daken.
De Richtlijn gesloten dakbedekkingssystemen kan worden gedownload als pdf via Kiwa BDA.
* Het testrapport met de een ‘aangetoond geschikt voor toepassing’-verklaring moet voorafgaand aan de werkzaamheden beschikbaar worden gesteld en zijn opgesteld door een onafhankelijk testinstituut.
Auteur van dit artikel: Erik Steegman.
Beeld: John Gooren, Verkoelen Dakspecialisten Weert en Erik Steegman, Kiwa BDA.
Zie ook:
Brandrisico van zonnepanelen op platte daken getest.
