Voor de tweede keer in een paar jaar tijd participeert Leven op Daken in een Green Deal met de overheid. Verschil met toen is dat Leven op Daken nu ook de initiatiefnemer is. Doel is te komen tot landelijke stimuleringsregels voor groene gebruiksdaken. Van belemmering naar stimulans.
Een waargebeurd voorbeeld: een hoteleigenaar bouwt een nieuw hotel en wil het platte dak aanwenden als groen gebruiksdak. Nee, zegt de gemeente, want dat betekent dat het dak eigenlijk een extra verdieping wordt waar mensen komen. En dat mag niet, want dan wordt het gebouw hoger dan is toegestaan. De hoteleigenaar mag wél een gebruiksdak aanleggen als hij het gebouw als geheel één verdieping lager maakt. “Dat doet die man natuurlijk niet”, zegt directeur Erik Steegman van Leven op Daken. “Want dat betekent dat hij minder hotelkamers krijgt en dat kost hem geld. Dat zal iedereen begrijpen. Maar wat ik niét begrijp, is waarom die gemeente zich zo star opstelt. Die zou juist moeten toejuichen dat er een groendak op dat hotel komt. Misschien ten overvloede, maar ik zeg het toch nog maar een keer: groendaken verbeteren de leefbaarheid in een gebied, ze vangen CO2 en fijnstof af én ze bufferen regenwater. Groendaken zouden in plaats van belemmerd juist gestimuleerd moeten worden.”
Zie hier het uitgangspunt waarmee Steegman enige tijd geleden de boer op is gegaan en waarvoor hij een luisterend oor heeft gevonden bij het ministerie van Economische Zaken. Onlangs tekende hij met staatssecretaris Sharon Dijksma een Green Deal Groene Daken.
Initiatiefnemer
Het is niet de eerste keer dat Leven op Daken participeert in een Green Deal. Eerder al was de organisatie onderdeel van een Green Deal Biodiversiteit en Ecosystemen dat tot doel had te komen tot meer groene groei en biodiversiteit in Nederland. De nieuwe Green Deal, waarvoor Steegman nu dus zelf initiatiefnemer was, draait om het daadwerkelijk stimuleren van meer groene daken. Het idee achter de Green Deals is afkomstig uit de Tweede Kamer. Die vond dat de overheid groene afspraken met de samenleving diende te maken, om zo het streven naar meer duurzaamheid een impuls te geven. Het is de bedoeling dat diverse bedrijven, organisaties en lagere overheden de Green Deal ondertekenen en tot afspraken komen op basis van gedeelde kennis en ervaring, desgewenst aangevuld met gericht onderzoek. De staatsecretaris van Economische Zaken kan dan aansluitend het initiatief nemen om de uitkomsten om te zetten naar landelijke regels. Inmiddels hebben namens Leven op Daken de bedrijven Mastum, BTL, Van der Tol en ZinCo hun handtekening gezet. Maar ook de overkoepelende organisaties Vebidak (dakdekkers) en VHG hovenier hebben getekend, evenals de gemeente Almere en het ingenieursbureau BDA Dak- en Geveladvies. Steegman: “Inmiddels zijn wij gestart met de eerste bijeenkomst, enkele weken geleden, waarbij de gemeente Rotterdam – toch een voorloper in het stimuleren van groendaken – en de gemeente Amsterdam met verschillende waterschappen ook aan hebben deelgenomen. Zij hebben namelijk ook veel baat bij groendaken, omdat die water bufferen dat bij hevige regenbuien dus niet direct naar het dan toch al overbelaste riool hoeven af te voeren. En niet te vergeten banken. Gebouwen met groendaken hebben een meerwaarde en banken kunnen dat belonen.”
Opbrengsten
In het geval van groene gebruiksdaken en zonne-energiedaken is het duidelijk”, legt Steegman uit. “De opbrengsten vloeien direct terug naar de gebouweigenaar, omdat ze de leefsfeer of energierekening ten goede komen. Groene waterbufferende daken kennen een ander verdienmodel. Hier profiteren vooral de gemeenten en het waterschappen vanwege minder druk op de riolen. Terwijl de gebouweigenaar voor de kosten opdraait.” Binnen de Green Deal zal worden gezocht naar oplossingen voor vraagstukken zoals dit laatste. “We willen dat de regelgeving en stimulerende maatregelen voor groene gebruiksdaken worden geüniformeerd. Het is moeilijk uit te leggen dat de ene gemeente een riante subsidieregeling voor vegetatiedaken heeft, terwijl een dakeigenaar vijf kilometer verderop het bijna alleen moet bekostigen. Wij willen samen met de marktpartijen die een maatschappelijk of financieel voordeel hebben een verdienmodel samenstellen en met hen een aantal pilots opzetten om uiteindelijk samen te bekijken hoe we belemmeringen kunnen wegnemen en kunnen omzetten naar een landelijke stimulans. Ook willen we leren van internationale ontwikkelingen in steden zoals Singapore, London en Chicago waar regelgeving en stimulansen veel sneller hebben geleid tot resultaat dan ons kleinschalig plaatselijk subsidiebeleid.” Wat Steegman betreft staan alle opties open. “We zouden bijvoorbeeld landelijk toe kunnen groeien naar een situatie zoals in Stuttgart. Daar moet de ontwikkelaar van nieuwbouw een bepaald percentage – ik meen 30 of 35 procent – van het onttrokken maaiveld in de vorm van groen op het dak terugbrengen. En misschien zijn er wel ziektekostenverzekeraars die de werknemers van een bedrijf met een groen gebruiksdak premiekorting willen geven. Ik verzin het hier terplekke, maar het is nu eenmaal bewezen dat groen goed is voor de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van de mens. Verzekeraars zouden dus kunnen investeren in groene werkomgevingen.” Over uiterlijk anderhalf jaar hoopt Steegman de eerste resultaten van het denken, overleggen én van de pilots te kunnen presenteren. “We hebben in principe drie jaar de tijd, maar ik denk dat we sneller kunnen werken met de juiste deelnemers en het projectteam Anne-Marie Bor en Carleen Mesters. Want elke dag waarop we geen gebruik kunnen maken van een stimuleringsregeling voor groene gebruiksdaken is een verloren dag.”
Bron: Leven op Daken