Waar liggen de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden bij geïntegreerde contracten, hoe herken ik een goede EMVI (economisch meest voordelige inschrijving), wanneer is de uitvraag smart, hoe overtuig ik mijn opdrachtgever, welke rechten heb ik tijdens de tender? Belangrijke thema’s die tijdens de workshop Veranderend bouwproces bij Leven op Daken besproken werden, waarbij steeds werd teruggekoppeld naar praktijkcases of project specifieke ervaringen van deelnemers.
Verandering
De rol van opdrachtgever en andere bouwparticipanten zijn binnen het bouwproces aan het veranderen. Opdrachtgevers willen vandaag de dag ontzorgd worden en komen op meer afstand te staan van het bouwproces. Zij schrijven geen technische eisen (bestek) meer voor, maar stellen aan de aannemer prestatie- en proceseisen. De aannemer dient bijvoorbeeld zijn meerwaarde te tonen door de openbare ruimte goed te beheersen; geen hinder te veroorzaken tijdens zijn bouwactiviteiten, in communicatie te treden met de stakeholders of het vergunningenmanagement te organiseren.
Geïntegreerde contracten zijn daarbij vaak de nieuwe contractvorm. De aannemer moet aantoonbaar kunnen maken wie (welk rugnummer) wanneer (tijdsaspect) wat (scope) en hoe (conform de eis) heeft gemaakt. Daarbij horen het aantoonbaar maken van wijzigingen, het opgeven van planningsconsequenties en het inschatten van de mogelijke gevolgen voor het budget. Dit biedt de aannemende partijen volop kansen. Zij kunnen hun technische kunde en innovatiekracht beter benutten omdat zij nu ook ontwerpende partij zijn, en met goed risicomanagement en emvi-plannen hun meerwaarde tonen.
Binnen schrijven is buiten doen
Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Binnen schrijven is buiten doen. Een hele opgaaf voor een techneut die het liefste wil werken en aan de slag wil gaan. En faalkosten worden voornamelijk veroorzaakt door miscommunicatie, doordat men elkaar niet begrijpt. Iedere participant binnen het bouwproces dient daarom bij de nieuwe contractvormen kennis te nemen van de basisbegrippen. Men moet elkaars taal blijven spreken en zien waar binnen het nieuwe speelveld verantwoordelijkheden en belangen liggen. In de praktijk gaat het helaas nog wel eens mis omdat met de oude ‘mindset’ nieuwe contracten worden uitgevoerd. Op papier zijn de rollen wel duidelijk, maar als deze traditioneel worden ingevuld, uit angst om te veranderen, verzandt direct het project. Wederzijds vertrouwen vloeit dan weg met als gevolg trage besluitvorming en meer kosten.
“Door deel te nemen aan de workshop verwerft men kennis en inzicht van de nieuwe regels en processen en weet iedereen hoe het speelveld wordt ingevuld, aldus Paul Verkaik, directeur van BDA dak- en gevelopleidingen. ”Wij geven duidelijkheid en vertrouwen over de nieuwe positie. Hierdoor kan een wezenlijke samenwerking plaatsvinden waarbij alle disciplines gaan voor een mooi werk, met een tijdige oplevering, liefst binnen budget. De workshop is bedoeld voor een ieder die in de bouwkolom met de nieuwe contractvormen te maken heeft of steeds meer gaat krijgen, van opdrachtgever tot werkvoorbereider en calculator van een bouwbedrijf, dakdekkersbedrijf of hovenier maar ook medewerkers van producenten.”
Geïntegreerde contracten als meerwaarde voor begroeide gebruiksdaken
Vanuit Leven op Daken hebben zich indertijd 24 deelnemers, vanuit de partnerbedrijven opgegeven om deze workshop te volgen. Vanuit de producenten, als ook vanuit uitvoerende bedrijven zoals dakaannemers en hoveniers is duidelijk steeds meer kennis op het gebied van de UAV GC 2005 noodzakelijk. Ook de opmerkingen dat met een juiste voorbereiding in vraagstelling via de Nota van Inlichtingen er veel geld verdiend kan worden tijdens de uitvoering klinkt voor veel dakaannemers als muziek in de oren. Bovendien het wegzetten van inschrijvende collega’s middels slimme vragen is ook een mooi verhaal van mr. Pieter de Vries, docent van de workshop: hij slaapt met de UAV-GC, wetboek e.a. onder zijn kussen! Uiteindelijk zijn er ook zeer zeker voordelen om vooraf slimme en belangrijke vragen te stellen middels de NvI om straks te komen tot hogere scores binnen het EMVI traject. Want weten wij concreet waarop de opdrachtgever beoordeelt of denken wij het alleen te weten? Al deze zaken zijn duidelijke beweegredenen voor de partners om meer van de inhoud ‘UAV-GC 2005’ in combinatie met ‘wettekst’ en de gids ‘Proportionaliteit’ te leren en bij voorkeur straks intern over te gaan tot het vormen van een vast team op geïntegreerde contracten.
Alert
Zelfs bij voorkeur het inrichten van een aparte ruimte met een specialist voor de aanvang van de offerteaanvraag en de vorming van een volledig team gericht op een project. De uitvraag van een opdrachtgever blijkt dus niet over de gehele linie een juridische afdekking van verantwoordelijkheden naar een ander te zijn maar ook een aanvulling op beter draaiende projecten intern. Maar zoals aangegeven kan dit alleen als het gehele proces bij de medewerkers van uitvoerende bedrijven en producenten of leveranciers binnen alle afdelingen van verkoop, calculatie en uitvoering wordt geïntegreerd. Want als bekend is waarop in het voortraject het goud tijdens uitvoering voor het oprapen ligt zal iedereen in de keten alert moeten zijn en blijven!
En dat het snel gaat: voor de meeste deelnemers was de inhoud nieuw en nog niet herkenbaar; behalve dan uiteraard voor de infra deelnemers die al langer met het fenomeen van geïntegreerde contracten aan het werk zijn. In de tijd tussen de eerste sessie en de tweede sessie gingen enkele deelnemers op onderzoek uit en constateerde men, zonder dat zij er erg in hadden, dat er inmiddels toch een aantal UAV-GC 2005 aanvragen op de plank bij de calculatie lagen. Een handtekening bij het kruisje zonder op te letten levert een verantwoordelijkheid op van 20 jaar als men niet goed oplet. Nu let iedereen al bij het ontvangen van een aanvraag op!
Case
Bij een Tender worden o.a. 10 goede referentie objecten gevraagd. Elke best te beoordelen referentie krijgt fictief € 50.000,= korting. Dit grote miljoenenproject wordt uiteindelijk niet gegund aan de laagste inschrijver bedrijf 1, maar gaat naar degene die de beste referenties bedrijf 2 heeft gegeven. Hij krijgt een korting van in totaal 5 beste referenties x € 50.000,= en komt met een fictieve korting van € 250.000 net onder de laagste prijs aanbieder bedrijf 1. Wist de laagste inschrijver, bedrijf 1, welke criteria werden gehanteerd in de beoordeling van de referentieprojecten? Nee, hij heeft helaas geen vragen gesteld en wordt in zijn commentaar, nadat de uitslag bekend werd gemaakt door de opdrachtgever, verwezen naar de rechter voor zijn klacht. Kans gemist om de fictieve korting duidelijk vooraf te laten omschrijven middels de juiste vraagstelling in de NvI.
Voor Leven op Daken biedt een geïntegreerd contract steeds meer kansen om met de hoofdaannemer aan tafel te komen over de juiste invulling en expertise van het volledige dakwerk; de vroeger Stabu paragraaf 33. De kwaliteit die de opdrachtgever wil, en middels een prestatiebestek neerlegt, zal onder de vlag van het Leven op Daken stappenplan worden geadviseerd, ingevuld en gecontroleerd door BDA Dakadvies, met uiteindelijke afdekking van een beheerscontract met verzekerde garantie. “Of het nu een parkeerdak, waterdak, groendak of groengevel, energiedak is: een geïntegreerd contract past bij de strategie en werkwijze van al die verschillende samenwerkende bedrijven die onder onze paraplu vanuit het adviesbureau samen werken aan een kwalitatief hoogwaardig gebruiksdak, aldus Erik Steegman, directeur van Leven op Daken.
Werk aan de winkel!
Mr. Pieter de Vries, docent workshop Vernaderend Bouwproces:
In diverse bijdragen werd al ruim voor de invoering van de Aanbestedingswet stilgestaan bij de impact die e.e.a. heeft voor o.a. een dakaannemer en dakhovenier onder de paraplu van Leven op Daken. Na invoering van de wet in 2013 kan inmiddels een voorzichtige balans worden opgemaakt.
Deze balans is niet de resultante van een blik in een kristallen bol maar het gevolg van een deductieve interpretatie van waargenomen feiten uit het speelveld. Bij een deductieve interpretatie wordt als het ware getrechterd. Vanuit algemene bestaande en waarneembare kaders worden gewerkt naar de bijzondere situatie. De gevolgtrekking is dan logisch onontkoombaar.
Wat zijn relevante kaders waarbinnen een onderaannemer opereert?
Allereerst is er een, zij het nog voorzichtige trend waarneembaar, dat meer en meer traditionele bestekken plaats gaan maken voor innovatieve kaders. Zeker ook projecten waar de inrichting van grote gebruiksdaken een rol zijn gaan spelen. In plaats van de onderaannemer met voorgeschreven bouwstoffen en constructies te dicteren ‘hoe’ zijn werk gemaakt moet worden, wordt steeds vaker middels het ‘wat’ functioneel omschreven aan welke prestatie eisen het werk bij oplevering moet voldoen.
Als voorbeelden van deze innovatieve trend kunnen worden genoemd: het UAV-GC contract, waarbij GC staat voor geïntegreerd (namelijk de procesfuncties ontwerp en uitvoering) en het werken op basis van de NEN 2767.
Anders
Innovatief werken betekent anders denken en anders doen. Toezicht wordt vervangen door een systeem van toetsing en acceptatie. Een onderaannemer kan niet meer terugvallen op een bestek, dan wel het “schouderklopje” van een toezichthouder. Zelfstandig moet ten tijde van de uitvoering worden aangetoond dat aan alle eisen werd voldaan, waardoor een prestatieverklaring kan worden afgegeven en een termijn vrijvalt.
Naast deze wijziging in bouworganisatievorm wordt vanaf 1 april 2013 door aanbestedingspichtige partijen wezenlijk anders ingekocht. Door het wettelijk criterium van “pas toe of leg uit” moet worden gegund op basis van EMVI (economisch meest voordelige inschrijving) in plaats van de laagste prijs.
Inmiddels zijn al diverse bouwwerkzaamheden (nieuwbouw maar ook renovatie) van grote daktuinen op deze manier op de markt gekomen. De houding van de meeste marktpartijen in de bouwstroom kan het beste als “struisvogelpolitiek” worden betiteld.
Wat wordt hiermee bedoeld? Op basis van veldwaarnemingen moet de harde conclusie worden getrokken dat de gemiddelde onderaannemer niet in dit speelveld kan meekomen.
Wie A zegt…
De nieuwe regels zijn simpelweg bij hen (nog) niet bekend: enerzijds schiet de broodnodige voorlichting zwaar tekort, daarnaast mag de branche zich zelf eens in de kritische spiegel bekijken: relevante vakliteratuur wordt niet of nauwelijks gelezen en scholing wordt onder het mom van ‘net uit de crisis’ nog even uitgesteld;
EMVI en het schrijven van plannen van aanpak: het doet me denken aan de in 1620 uitgesproken pauselijke ontkenning dat de aarde toch echt rond is.
Wie A zegt moet ook B durven uitspreken. In de deductieve interpretatie methode gaan we verder: Eerst was bekend dat de markt ging veranderen, toen ging de markt veranderen en nu haalt de markt (de uitvraag vanuit de opdrachtgever) simpel diegene in die niet aanhaakt of aan kan haken.
Het is goed te beseffen dat al deze trends (innovatief, gunnen op EMVI) in grote kaders van tientallen jaren slechts economische golfbewegingen zijn. Let wel, de golf is nog maar aan het aanzwellen en moet nog volwassen gaan worden. Inmiddels zijn er verschillende activiteiten ontplooid zoals de workshop Veranderend Bouwproces om meer aan kennisoverdracht te doen. Want onkunde kan leiden tot desastreuze gevolgen zo leren wij.
Marktscheiding
Logische gevolgtrekking is dan ook dat in de komende jaren er een marktscheiding gaat plaatsvinden tussen bedrijven die de trend niet oppikken en bedrijven die de markt volgen of zelfs voor proberen te zijn. Nu, dat wil zeggen tussen nu en eind 2016 niet aanhaken zou wel eens beslissend kunnen zijn.
Binnen de infra sector zijn deze fenomenen al jaren gemeengoed. Daar is de markt inmiddels verdeeld. Sommige partijen kunnen een opdrachtgever nog ontzorgen, anderen kunnen dat niet meer en zullen in de keten achterwaarts gaan opschuiven.
Het beginsel van ‘past performance’ wordt niet alleen door gemeenten gehanteerd, ook brancheorganisatie Aedes, de koepel van corporaties, sturen al enige jaren aan op een uniforme meetmethode.
Aanhaken?
Er is werk aan de winkel! Kennis moet worden opgedaan, mensen moeten worden opgeleid en processen moeten worden ingericht. Veranderingen gaan zo snel dat direct naar functies en competentieprofielen moet worden gekeken. De calculator van gisteren is niet meer de calculator van morgen. Een werk wordt niet meer op techniek alleen binnengehaald maar op basis van proces. Wie serieus aanhaakt en bereid is 180 graden van koers te veranderen (de nieuwe acquisitie) zal daar de vruchten van plukken.
Wat gaat u als ondernemer doen?
Inhoud workshop
- Gunningscriterium EMVI;
- Precontractuele fase: rechten en plichten van aanbesteder versus inschrijver;
- Structuur van een geïntegreerd contract;
- Verschillen tussen de nieuwe contractvormen en de traditionele als STABU;
- Rol en verantwoordelijkheid van de verschillende partijen binnen het proces;
- Verschillen tussen een overeenkomst van opdracht, aanneming van werk en een koopovereenkomst;
- Consequenties als een opdrachtgever de uitvoeringsvrijheid van een aannemer beperkt;
- Waarom kiest een opdrachtgever voor een bepaald type bouwcontract;
- Koppeling tussen contractvorm en wettelijke regelingen vanuit het Burgerlijk Wetboek en nieuwe inkoopregels (Gids proportionaliteit);
- Verschillen tussen bestek en vraagspecificatie;
- Verschillen tussen (UAV) directie voeren en kwaliteitsborging op basis van Acceptatie;
- Waar liggen wederzijdse rechten, plichten en verantwoordelijkheden;
- Risicomanagement en EMVI: tips en tricks
Extra informatie
kpieto
BDA Opleidingen
Leven op Daken
Tekst: Erik Steegman, Pieter de Vries en Paul Verkaik.