In een tijd waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt, kiezen meer Nederlandse huishoudens voor aardgasvrij wonen. Nieuwe cijfers van het CBS laten zien dat het aantal woningen zonder aardgasaansluiting gestaag groeit. Dit komt vooral door de opkomst van alternatieve verwarmingsmethoden zoals warmtepompen en stadsverwarming. Welke trends spelen hier een rol en hoe verschilt dit per regio of woningtype?
Snelle groei van aardgasvrij wonen
Het percentage aardgasvrije woningen in Nederland is in korte tijd flink gestegen. In 2024 was 11,2 procent van alle woningen volledig aardgasvrij, tegenover 8,7 procent in 2022. Dit betekent dat steeds meer huishoudens afstappen van de traditionele cv-ketel. In plaats daarvan kiezen zij voor oplossingen zoals een warmtepomp of een aansluiting op stadsverwarming.
Daarnaast groeit ook het aantal bijna- aardgasvrije woningen. Dit zijn huizen die bijvoorbeeld een hybride warmtepomp gebruiken en daardoor veel minder gas verbruiken. In 2024 had 3,7 procent van de woningen zo’n systeem, terwijl dat in 2022 nog maar 1,5 procent was.
Nieuwbouw vaak zonder gasaansluiting
Vooral nieuwere woningen, gebouwd vanaf 2015, zijn vaak aardgasvrij of bijna aardgasvrij. Dit komt mede door een wet die sinds juli 2018 geen bouwvergunningen meer toestaat voor nieuwe panden met een aardgasaansluiting. Hierdoor is het logisch dat nieuwbouw steeds vaker zonder gas wordt opgeleverd.
In 2023 werd 36 procent van de woningen uit deze periode elektrisch verwarmd, meestal met een warmtepomp. Andere opties, zoals airco’s of infraroodpanelen, komen ook voor. Ongeveer 33 procent van deze huizen is volledig zonder gas, terwijl 3 procent nog een kleine hoeveelheid gas gebruikt naast elektrische verwarming. Zo’n 20 procent van de nieuwbouwwoningen is aangesloten op een warmtenet.
Aardgasvrij in oudere woningen
Bij oudere woningen, gebouwd voor 2015, is de situatie anders. Hier is stadsverwarming vaak het belangrijkste alternatief voor de klassieke cv-ketel. Elektrische verwarming komt in deze huizen minder vaak voor. Als dat wel het geval is, gaat het meestal om hybride systemen waarbij gas nog een rol speelt, bijvoorbeeld voor koken of bijverwarming.
In woningen van voor 2006 wordt elektrische verwarming bijna altijd gecombineerd met een kleine gasaansluiting. Dit laat zien dat volledig aardgasvrij wonen in oudere panden nog een uitdaging blijft door de bestaande infrastructuur en isolatieproblemen.
Verschillen per woningtype en regio
De manier waarop huizen worden verwarmd, hangt ook af van het type woning. Zo is 12 procent van de appartementen aangesloten op stadsverwarming, terwijl dat bij vrijstaande woningen slechts 1 procent is. Bij elektrische verwarming is het beeld omgekeerd. Bijna 13 procent van de vrijstaande huizen gebruikt een elektrische warmtebron, tegenover slechts 5 procent van de appartementen.
Regionaal zijn er eveneens grote verschillen. Stadsverwarming is vooral populair in en rond grote steden, waar warmtenetten al zijn aangelegd. In 2023 was dit de belangrijkste verwarmingsvorm in plaatsen als Purmerend, Almere, Duiven en Nieuwegein, zo meldt het CBS.
Hybride en elektrisch verwarmen
In het oosten en noorden van Nederland, zoals in Rozendaal, Ameland en Tubbergen, zien we relatief veel hybride verwarmde woningen. Volledig elektrische systemen zijn juist populair in Randstedelijke gemeenten. Denk hierbij aan Waddinxveen, Rijswijk, maar ook Blaricum en Etten-Leur, waar veel huizen zonder gas worden verwarmd.
Deze regionale verschillen hebben vaak te maken met de beschikbaarheid van infrastructuur. Warmtenetten zijn in stedelijke gebieden makkelijker aan te leggen, terwijl in landelijke regio’s bewoners vaker kiezen voor individuele oplossingen zoals een warmtepomp.
Aardgasvrij als toekomstige standaard
Met de groei van alternatieve verwarmingsbronnen lijkt aardgasvrij wonen steeds meer de norm te worden. Vooral in nieuwbouw is dit al bijna vanzelfsprekend. Toch blijft de overstap voor oudere woningen een proces dat tijd en investeringen vraagt. Gemeenten en woningcorporaties spelen hierin een grote rol.
De trend is duidelijk: steeds meer Nederlanders stappen over op duurzame manieren van verwarmen. Of het nu gaat om stadsverwarming of een elektrische oplossing, het doel is om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Dit past binnen de bredere beweging naar een duurzamere samenleving.












