Techniek mag de basis zijn van gebouwautomatisering, de functie van het gebouw en de invloed op het gedrag van de gebruikers zijn minstens even belangrijk. Samen leiden deze drie elementen tot een transformatie van gebouwen. “We staan aan het begin van deze integrale aanpak”, zegt Paul Petersen, directeur van branchevereniging FHI in de aanloop naar de conferentie Bits (techniek), Bricks (gebouwen) & Behaviour (gedrag).
Paul Petersen: “Integrale automatiseringsaanpak transformeert gebouw én mens”
Het aandeel gebouwautomatisering in projecten groeit – hoewel soms nog te langzaam – en is steeds meer gebaseerd op en bepalend voor het gedrag en de beleving van de gebruiker. Dan gaat het niet uitsluitend over het klimaat in de verschillende ruimtes (meet- en regeltechniek), maar over een integrale aanpak die door technologische ontwikkelingen, zoals Internet of Things (IoT), over veel meer gaat. Paul Petersen noemt als voorbeeld podia. “Hoe kan ik podiumtechniek daar zo goed mogelijk inzetten, zodat gebruikers en bezoekers zich thuis voelen, maar ook de voorstelling goed is uitgelicht en de temperatuur is afgestemd op de gemiddelde bezoeker? Het heeft altijd, dus ook in ziekenhuizen of andere gebouwen, met integratie van verschillende disciplines te maken.
Die transformatie vraagt om een nieuwe, flexibele werkwijze. Steeds vaker zullen consortia die een project gaan uitvoeren bestaan uit bedrijven die niet standaard met elkaar werken. Elk gebouw heeft een andere en soms meerdere functies en vraagt daarom om een consortium op maat. Transformatie van gebouwen vraagt dus om een nieuwe manier van samenwerken, die nu vorm begint te krijgen”, aldus de directeur van de Federatie van Technologiebranches FHI. “Ik maak graag een directe vergelijking met auto’s. Die zitten vol sensoren, computer- en communicatiesystemen en intelligentie, wat in het voordeel is van de chauffeur en de weggebruiker in het algemeen. Het is de bedoeling dat auto’s van verschillende merken met elkaar gaan ‘praten’ als zich problemen voordoen op de weg. Hier gaat het niet om concurrentie, maar om praktisch nut en het welbevinden van mensen. Die kant gaat het ook op met gebouwen, alleen is men daar nog niet zover als in de auto-industrie.”
“Alle eindgebruikers hebben verschillende wensen, maar dankzij gebouwautomatisering kunnen we daaraan tegemoet komen”
Gebouwen gaan wel veel langer mee dan auto’s. “In een gebouw als dit, het FHI-kantoor in Leusden, automatiseer je niet zomaar iets als het niet direct nodig is. Dat doe je eerder bij een nieuw gebouw en ook dan niet eens automatisch. Het hangt dan af van het investerings-model, de operationele kosten en wat wel of niet nuttig is. Ziekenhuisgebouwen hebben een specifieke functie en dan is de vraag hoe we die moderne technologie kunnen gebruiken om de juiste apparatuur op de juiste plek te hebben, want genoeg stopcontacten hebben is niet meer voldoende. Daar is de transitie aan de gang en praat men over Internet of Things en hoe alle met elkaar verbonden apparaten met elkaar communiceren om de gebruikers van het ziekenhuis gelukkiger te maken.”
Integratie en samenwerking
Als branchevereniging werkt de FHI daarom samen met de stichting VastgoedManagers-Expert (VGME), die op haar beurt weer een convenant heeft gesloten met de Nederlandse brancheorganisatie voor Gebouwautomatisering. Vastgoedeigenaren en facilitaire managers willen graag weten hoe technologie inzetbaar is om de transitie te realiseren. “Niet meer de focus op de technologie alleen, maar vooral ook wat de functie van het gebouw of de voorzieningen er omheen betekenen voor de gebruiker. FHI-leden houden zich niet zozeer bezig met het ontwerpen van allerlei slimme systemen (ze maken geen iPads om apparatuur mee te bedienen), maar wel met het faciliteren van de implementatie ervan. Daarom zijn integratie en samenwerken tussen de verschillende branches zo belangrijk.
Hoe dat werkt in de praktijk legt Petersen uit aan de hand van wat er gebeurt in Eersel, Noord-Brabant. Daar is een consortium van technologiebedrijven actief, waardoor de gemeente via de daar aangestelde innovatiemanager kan profiteren van de voordelen van Internet of Things. Een concrete toepassing in Eersel is ‘IoT in het riool’. Door het toepassen van slimme technologie kan de gemeente investeringen in het (verouderde) riool uitstellen of zelfs afstellen. Sensoren meten continu de waterstand in de rioolbuis. Als een felle regenbui dreigt, kan de gemeente alvast het riool leegpompen en de afvoercapaciteit vergroten. Het is maar één van de vele ideeën. Petersen: “Wij zien IoT als informatievoorziening in plaats van alleen een infrastructuur van dingen die allemaal met elkaar communiceren. De combinatie is belangrijk.”
Bits, Bricks & Behaviour
Vastgoedbeheerders, eigenaren, projectontwikkelaars, leveranciers, technisch specialisten en installateurs die zich bezighouden met gebouwautomatisering en meer willen weten over de transformatie van gebouwen kunnen op 22 november het evenement Bits, Bricks & Behaviour bezoeken in de Utrechtse Jaarbeurs.
“Wij zien IoT als informatie-voorziening in plaats van alleen een infrastructuur van dingen die allemaal met elkaar communiceren. De combinatie is belangrijk”
De drie thema’s komen aan de orde tijdens het lezingenprogramma, dat antwoord geeft op vragen over de invloed van technologie op de bouw- en vastgoedsector, de voordelen van gebouwautomatisering voor alle belanghebbenden en voor het bevorderen van productiviteit en de vermindering van bedrijfsuitval. Ook gaat het over IoT, cybersecurity, datawetenschappen, kunstmatige intelligentie en rendement. De programmacommissie werkt nog aan de definitieve invulling van het programma. Zeker is de komst van Roger Tan (Unsense), die in zijn lezing zal aangeven dat het goed is niet alleen te kijken naar prestaties en optimalisatie van gebouwen. Hij denkt dat we moeten werken aan een toekomst waarin gebouwen en steden zo zijn aangepast dat ze behoeften en intenties van mensen ondersteunen. Verder komen onder anderen Ruud van der Sman (OVG, over gebouwautomatisering in de vastgoedwereld), Sven Brookhuis (Skepp, over ‘pop-up’-kantoren) en Dave Baas (Royal HaskoningDHV en Werne Vink (Heroes, over data-analyse en de praktische toepassing daarvan) naar Utrecht.
Het definitieve programma is te vinden op de nieuwe website www.bitsbricksbehaviour.nl.
Over integratie en samenwerking gesproken: het evenement heeft tegelijk plaats met Smart Homes & Intelligent Buildings, georganiseerd door Jaarbeurs. Bezoekers hebben toegang tot beide programma’s en de gemeenschappelijke informatiemarkt.
Paul Petersen: “Bits gaat over de techniek. Daar valt ook cybersecurity onder en daarover gaan we het wellicht eveneens hebben. Tijdens een bijeenkomst bij RDM over gebouwautomatisering liet een van de sprekers weten dat het vrij simpel is beheer- en regelsystemen te omzeilen en de controle over een gebouw over te nemen. Bricks behandelt de transformatie van gebouwen door er bijvoorbeeld met behulp van technologie een andere functie aan te geven, waardoor een verschuiving van trends plaatsvindt en het niet meer nodig is alles te doen met fysieke middelen. Het klinkt misschien gek, maar ik denk dat meer techniek ervoor zorgt dat er uiteindelijk minder gebouwen nodig zijn.
Hoe hangt af van de functies en de keuzes die we maken. Bij Behaviour staat de invloed van techniek op de mens centraal. Het is dan ook logisch dat uniforme regels in één gebouw, zeker wanneer daarin meerdere bedrijven of instellingen zijn gevestigd, ontzettend lastig te handhaven zijn. Alle eindgebruikers hebben verschillende wensen, maar dankzij gebouwautomatisering kunnen we daaraan tegemoet komen.
Zo kunnen we potentiële klanten van onze leden ook warmhouden voor het gebruik van techniek, want de vraag moet van hen uit blijven gaan”, zegt Paul Petersen, die graag nog een voorbeeld geeft. “In de jaren negentig ging bij de Haagse Hogeschool, waar ik heb gewerkt, de Luxaflex omlaag als een zeer onnauwkeurige sensor dacht dat het te warm zou worden. Nu is er slimme zonwering, die communiceert met andere apparatuur in het gebouw en het gedrag van de gebruikers kan inschatten. Daardoor kan één systeem de verschillende ruimtes met afzonderlijke settings bedienen, waardoor het werkgeluk en dus de productiviteit en efficiëntie stijgen. Dat is het vernieuwende.”
Systeemarchitect
“De transformatie en de andere manier van samenwerken vragen om iemand die dat allemaal overziet. Daarom heeft TVVL enkele jaren geleden samen met ons een opleiding opgezet die is gericht op die professional.” In een recent artikel zegt Martin Staal, manager gebouwautomatisering bij Kuijpers en als stuurgroeplid nauw betrokken bij de cursus Systeemarchitect Gebouwautomatisering: “Projecten in de bouwwereld worden nog te vaak vanuit de disciplines W en E aangevlogen, waarbij vaak onvoldoende aandacht is voor de integrale werking van het geheel. Bovendien heeft gebouwautomatisering in de projecten vaak een ondergeschoven rol, terwijl deze juist zo bepalend is voor de beleving van de gebruiker.
Om dit te verbeteren zou in elk project een systeemarchitect betrokken moeten zijn vanaf het ontwerp tot en met de realisatie. Het op de kaart zetten van de functie systeemarchitect vergt een cultuuromslag in de sterk verzuilde branche en zal daarom niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn.” Die cultuuromslag is al te zien in consortia zoals in -Eersel, waarin verschillende branches voor het eerst met elkaar samenwerken. “Het gaat om het combineren van vaardigheden en functionaliteiten”, zegt Petersen. “Als je intelligente speakers wilt ophangen moet de stukadoor vast sleuven frezen in de muur om de draden weg te werken.
Diezelfde samenwerking is nodig om slimmer met grondstoffen om te gaan, zodat gebouwen ook de energietransitie kunnen doormaken. Kortom: Bits, Bricks & Behaviour is het werkgebied van de systeemarchitect, die nog lang niet overal aanwezig is. Hij of zij moet mede zorgen dat de transformatie van gebouwen soepel verloopt en dat aanpakintegratie de norm wordt.”
Foto: Paul Petersen, directeur FHI