Automatisering dient de mens
Wat is de sociale relatie tussen een gebouw en haar bewoner? Hoe ervaart de eindgebruiker een gebouw na de oplevering? Het is een vraag die vaak onderbelicht blijft in de bouwsector. Met de voortschrijdende automatisering in gebouwen, neemt ook de aandacht voor deze vraag toe. Eén van de sectoren waar dit vraagstuk per definitie wordt onderzocht, is de ouderenzorg. In Millingen aan de Rijn is bij nieuwbouw van het lokale zorgcentrum Sint Jan de Deo goed nagedacht over de functionaliteit van het gebouw voor de bewoners en verplegers. Automatisering diende de zorg een kwaliteitsinjectie te geven en het personeel te ontlasten.
De ouderenzorg is een sector waar automatisering al jaren onderwerp van gesprek is. Kijk alleen al naar het debat rondom zorgrobotica en het moge duidelijk zijn dat de voor- en tegenargumenten van automatisering in de zorg eindeloos zijn. Los van de ethische discussie, is het een feit dat automatisering van een zorggebouw in direct verband staat met de zorg voor de cliënt. Zo kan de ontwerpopgave van een zorgcentrum niet los worden gezien van de belevingswereld van een psychogeriatrisch patiënt. Met andere woorden: ontwerpen vereist psychologisch inzicht in dementerende ouderen, vereist kennis van en ervaring in de zorg.
Rijnlandschap
Het is interessant om te zien hoe een kleinschalig zorgcentrum, gelegen op enkele meters van de Duitse grens, de stap heeft weten te zetten naar nieuwbouw met een duurzaam en innovatief karakter. Hubert Kolkman, directeur van Gasthuis Sint Jan de Deo, gaat al zo’n dertig jaar mee in de ouderenzorg. Hij spreekt van een innovatieve sector. “Omdat de maatschappelijke druk groot is, maar tegenwoordig ook vanwege de inperking van financiële middelen, worden we gedwongen om het beschikbare geld effectief te gebruiken.”
Al sinds 1904 verzorgt het gasthuis de lokale ouderenopvang in Millingen. Tot aan de jaren zestig bevond zich er een klein ziekenhuisje en een kraamkamer. Die kraamkamer werd vooral gebruikt door vrouwen van schippers die op en neer richting Zwitserland voeren. Het bijzondere is dat sommige zuigelingen van destijds, nu in het ouderencentrum wonen. Het centrum vervult een sterke lokale en sociale functie in het dorp en de omliggende polder. Die streektrots is zichtbaar teruggekomen in het interieur van de nieuwbouw, waar de muren zijn beschilderd met beelden van het Rijnlandschap.
Kwaliteit van leven
De nieuwbouw speelt enerzijds in op de vergrijzing in de grensregio, anderzijds op de trend dat woon- en slaapruimten voor ouderen steeds groter worden. Maar de directe aanleiding van het project was het sociale motief van de honkvastheid van de regiobewoners. De sociale functie van het complex is met de jaren langzaam verschoven van bejaardenhuis naar woonzorgcentrum. Langzaam maar zeker bleven ouderen steeds langer thuis wonen en werd het centrum een opvang voor ouderen die noodgedwongen werden opgevangen, vanwege fysiek ongemak of een psychogeriatrische aandoening als dementie. Daar was het centrum echter maar deels op ingesteld, waardoor, als de situatie van een bewoner echt verslechterde, deze moest verhuizen naar een zorglocatie minimaal vijftien kilometer verderop. Voor de kwaliteit van leven en voor de familie van de persoon in kwestie een pijnlijke zaak. De nieuwbouw diende te voorkomen dat ouderen overgeplaatst moeten worden. Kolkman: “Sinds 2009 is de zorg ingedeeld op zorgzwaartepakket, afgekort zzp. Hoe meer zorg iemand nodig heeft, hoe meer geld daarvoor beschikbaar is. Dat gaat in categorieën van 1 tot en met 10. Aanvankelijk hebben we voor de demente ouderen ingezet op opvang tot en met de zwaarste categorie, dat wil zeggen, met behandeling en/of BOPZ-verklaring (Bijzondere Opname in Psychiatrische Ziekenhuizen, red.). Maar eind vorig jaar, toen het gebouw bijna opgeleverd werd, hebben we dat teruggedraaid.”
Dwaaldetectie
Deze opmerkelijke beleidsverandering kwam niet in de laatste plaats tot stand door een staaltje gebouw automatisering, verzorgd door technisch dienstverlener Leertouwer. De wettelijke bepaling voor opvang van de zwaarste zorgcategorieën bepaalt dat de buitendeur van een dergelijke instelling nadrukkelijk op slot moet, ter zelfbescherming van de bewoner. Hier kwam de wil van het gasthuis om de dementerenden lokaal te blijven verzorgen in aanraking met de visie om de mensen zich op hun gemak te laten voelen en loop- en leefruimte te bieden. In een presentatie over de mogelijkheden van domotica (automatisering in woonomgeving) bleek de oplossing te liggen in de vorm van dwaaldetectie. De mensen met dementie dragen polsbandjes, waarop hun ‘leefcirkel’ is ingesteld. Wanneer de drager van zo’n bandje de deur nadert, gaat die afhankelijk van zijn of haar leefcirkel, automatisch op slot of juist open. De nieuwbouw is nu ingericht, en al in gebruik, voor woongroepen met zorgzwaartepakket 5 en 7, waarbij de bewoners in principe vrij naar buiten kunnen. Wanneer de situatie van een bewoner verslechtert, kan het systeem met het polsbandje in individuele gevallen toegepast worden. Zogenoemde dwaaldetectie. Daardoor is overplaatsing niet direct meer noodzakelijk. Kolkman: “Het gaat tot nu toe uitermate goed. De bewoners en de familie zijn tevreden.”
Slimme automatisering
Zoals in de kadertekst is te lezen, is er een geïntegreerd systeem toegepast, opgebouwd uit de infrastructuur van kabels en draadloze netwerken, de software die gebruik maakt van de netwerken en de in het gebouw geïntegreerde hardware, die via de infrastructuur met de software communiceert. Een slimme automatisering waarvoor een gedegen technische kennis, alsook kennis van de zorg voor nodig is. Hoe organiseer je nu de juiste samenwerking tussen beide werelden, en wie kan het best bepalen welke toepassingen een bepaalde (zorg)instelling nodig heeft? Sint Jan de Deo schakelde als bouwadviseur SDB Groep in. Dat bedrijf profileert zich als aanbieder van HRM en innovatieve software oplossingen in de zorg. Laurens Verwijs is vanuit SDB als senior consultant gespecialiseerd op het gebied van ondernemingsplannen en vastgoedontwikkeling: “Er was vanuit Sint Jan de Deo een behoorlijk eisenpakket ten aanzien van de inzet van technologie. Daarom zijn ze bij ons, als specialist in zorgvastgoed, uitgekomen voor het opstellen van het ondernemingsplan en de directievoering. Vervolgens hebben wij Leertouwer na een zorgvuldig aanbestedingstraject bij het project betrokken, vanwege goede ervaringen uit een eerder project.”
Nieuwe tak van sport
Verwijs vervolgt: “De uitdaging, zowel organisatorisch voor het zorgcentrum, als wel in het krijgen van de financiering, was om de zwaardere zorg mogelijk te maken. Het gasthuis ging feitelijk over op een nieuwe tak van sport. In het vastgoed is dat vooral opgevangen middels de gebouwautomatisering. Die kan er voor zorgen dat personeel ontlast wordt, of dat er zelfs minder personeel nodig is. Met name de slimme sensoren kunnen een stuk controle van het personeel overnemen. Daarbij zorgt de automatisering ook voor een grotere veiligheid, wat je ook mee kunt nemen in het ondernemingsplan.”
Kolkman legt uit hoe algemene tendensen in de zorg van invloed waren op het project. “Over de gehele linie is sprake van een afname van verplegend personeel. Van meet af aan is gekeken hoe automatisering dat op kon vangen en tegelijkertijd de zorgkwaliteit een impuls zou kunnen krijgen. De nieuwbouw was voor ons een business case van jewelste. SDB heeft alles in kaart gebracht en uiteindelijk heeft de bank een deel van het project gefinancierd.” In de berekening heeft SDB gekeken welke functionaliteit automatiseringstechonologie zou kunnen vervullen. Welke toepassingen worden gebruikt, hoeveel kosten ze en hoeveel besparing kunnen ze in de toekomst opleveren. Volgens Verwijs is er inmiddels al enorm veel mogelijk. “Maar psychogeriatrische cliënten wil je zo veel mogelijk bij de techniek vandaan houden. Voor ons geldt altijd de afweging van de functionaliteit van de techniek voor de doelgroep. Dat is zoeken en levert heel verschillend resultaat op, want het gebeurt ook dat zelfstandige ouderen in een zorgcentrum draadloos een afspraak maken met de kapper en hun eigen keuzemenu kunnen opgeven.”
Samenwerking
Leertouwer is door SDB Groep bij het project betrokken voor de juiste elektrotechnische installatie en de goede toepassing van de gebouwautomatisering. Ook Leertouwer is ervaringsdeskundige in de zorg. In de persoon van Jasper Coppes heeft het bedrijf een verbindende schakel tussen zorgverlener en techneut in huis. Hij benadrukt het belang van die connectie. De crux is om de vertaalslag te maken tussen techniek en zorg – en omgekeerd.
In een continue samenwerking en samenspraak tussen de drie partijen, met ook nog eens extern installatieadviesbureau Overdevest Adviseurs, dat met Sint Jan de Deo het programma van eisen voor de automatiseringsinstallatie heeft opgesteld, is bepaald wat Sint Jan de Deo aan gebouwautomatisering nodig had en hoe dit het beste kon worden aangebracht.
Jasper Coppes hierover: “Er is een hele goede samenwerking geweest tussen alle adviseurs. We hebben Sint Jan de Deo al in een heel vroeg stadium de mogelijkheden laten zien. Tegen de tijd dat hier is gestart, hadden wij onze techniek echter al weer een stuk verder ontwikkeld. Toen is er samen, terwijl het programma van eisen er al lag, nogmaals naar gekeken. Daar kwamen weer verbeterslagen uit, met als sprekend voorbeeld dus de wijziging in de dwaaldetectie. De deuren worden nu zo veel mogelijk open gelaten, ten bate van de vrijheid van de bewoners. Door inzicht in nieuwe technologie is het beleidsplan veranderd.”
Inleefperiode
De oplevering van het gebouw betekende allerminst het einde van de samenwerking. Coppes: “Vervolgens begint de ‘inleefperiode’ van de systemen. De zorgverleners gaan op een nieuwe manier werken, met intensief gebruik van smartphones. Zeker de oudere medewerkers moeten daaraan wennen. Naast dat wennen moeten ze ook kritisch kijken of alle apparatuur goed staat afgesteld in de kamers, daarom lopen wij in die periode mee met de eerstverantwoordelijke zorgverleners. Die inleefperiode is er ook voor ons. Technisch gezien moet alles natuurlijk op slot zitten, maar de echte uitdaging is om het werkproces te veranderen. Oneerbiedig gezegd: hoe zorg je ervoor dat een zorgverlener die via de slimme sensor op de smartphone een alarm krijgt, niet direct die kamer binnendendert, maar gebruik maakt van de videoverbinding om te zien of dat wel nodig is.” Kolkman beaamt dat dit een volslagen nieuwe manier van werken is voor zijn organisatie, en dat dit tijd en investering vergt. Coppes weer: “Zorgmedewerkers zijn in een speciale werkgroep al aan het begin van het proces betrokken bij de implementatie van de techniek. Na de oplevering zijn de medewerkers getraind en na die training hebben wij nog enkele keren meegelopen om te zien of het functioneert en waar bijgestuurd kan worden. Een voorbeeld: ‘van cliënt x komen valse alarmen, zet daar de geluidsdetectie minder gevoelig.”
Functionaliteit uitschrijven
Deze sterke aandacht voor de sociale integratie van de systemen is in de bouw lang niet altijd gebruikelijk. Maar de zorgsector kan zich hierin geen grove fouten permitteren. De gebruiksvriendelijkheid van een gebouw blijkt pas bij oplevering, is een belangrijke les uit dit project. Het belang van de inleefperiode bleek wel toen Coppes nog verbeterpuntjes aantrof wat betref de lichtschakelaar. In de afweging voor automatisering van de lichtfunctie is gekozen voor automatische lichtsensoren, terwijl vergeetachtige mensen dan op zoek kunnen blijven naar de lichtknop. “Dat zat in de aanvraag, maar achteraf wisten we dat dat geen goed idee was en hadden daarop moeten ingrijpen.
Het betreft kennis die je moet delen. Wat wij herkennen is dat de elektrotechnische installatie en de zorgautomatisering vaak door twee totaal verschillende partijen wordt gedaan, die langs elkaar heen werken. Terwijl die twee werelden steeds meer integreren. Vaak heeft de installateur de lead, met de system integrator als onderaannemer. De installateur kijkt in eerste instantie alleen naar de techniek en niet altijd naar de functionaliteit voor het zorgproces.” Hoewel Coppes onderschrijft dat technische specificaties makkelijker zijn uit te schrijven in een pakket van eisen dan functionaliteiten, ziet hij wel dat steeds meer adviseurs deze kant op gaan. Kolkman geeft aan dat er in dit geval ook sprake van was. “We hebben gezegd: ook al heb je de aanbesteding gewonnen, de functionaliteit is het belangrijkst, dus in overleg kunnen er altijd zaken veranderd worden. Flexibiliteit is voor zorgorganisaties een must, het zorgproces is immers ook constant in
verandering.”
Slim gebouw ondersteunt ouderenzorg.