De bouwsector wordt al maanden geraakt door problemen met stikstof en PFAS. Projecten zijn stilgevallen en de vergunningverlening hapert. Bouwend Nederland hield een enquête onder haar leden over de gevolgen van de coronacrisis. ‘Gemeenten moeten stevig in bouw en infra investeren’.
Bouw en infra: Er zijn teveel procedures en teveel werkzaamheden die worden uitgesteld
Uit een enquête die Bouwend Nederland hield onder infraleden worden ook de gevolgen duidelijk die zij ervaren door de coronacrisis. Ondervraagden zagen het aantal offertes en bestekken fors afnemen. Ruim 60 procent geeft aan dat de marktomstandigheden zijn verslechterd en bijna 75 procent van de bedrijven heeft een werkvoorraad van minder dan twaalf weken.
Marktomstandigheden
De enquête maakt duidelijk dat bijna de helft van de respondenten het aantal bestekken en offertes in maart, april en mei 2020 met meer dan 25 procent heeft zien dalen ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Ruim 60 procent vindt dat de marktomstandigheden zijn verslechterd ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Als belangrijkste oorzaken worden het ontbreken van een fysieke schouw en/of beperkte communicatie met ambtenaren (79 procent), vertraging als gevolg van de stikstof- en PFAS-problematiek (59 procent) en financiële onzekerheid (54 procent) en/of te weinig capaciteit (41 procent) bij de opdrachtgever genoemd.
Werkvoorraad
Gevolg is dat veel infrabedrijven hun werkvoorraad hebben zien slinken: 70 procent van de respondenten heeft nog voor minder dan twaalf weken werk. Over gemeenten, een belangrijke opdrachtgevers voor velen – hebben veel infrabedrijven gemengde gevoelens.
Aan de ene kant steken ze er positief uit, bijvoorbeeld omdat ze prioriteit geven aan de uitvoering van lopende projecten, doorgaan met aanbesteden en werk naar voren halen.
Tegelijkertijd worstelen infrabedrijven ook met gemeenten die werkzaamheden uitstellen of hun handen vol hebben aan procedures, nieuwe regels en richtlijnen die voortvloeien uit achtereenvolgens de stikstofcrisis en de coronacrisis.
Regionale uitsplitsing
Uit een regionale uitsplitsing van de resultaten van de enquête, blijkt dat het beeld in heel Nederland vergelijkbaar is. Opvallend is het relatief grote aantal bedrijven in de Regio Zuid (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) dat het aantal bestekken en offertes in maart, april en mei 2020 met een kwart tot de helft zag dalen ten opzichte van dezelfde periode in 2019.
In Zuid-Holland (onder andere Den Haag en Rotterdam) zijn relatief veel infrabedrijven van mening dat gemeenten er negatief uitspringen als opdrachtgever. In oost Nederland zijn de respondenten het meest expliciet over de redenen daarvoor: teveel procedures en teveel werkzaamheden die worden uitgesteld.
Investeren in bouw en infra
Volgens Bouwend Nederland bevestigen de resultaten van de enquête de noodzaak om stevig in de bouw- en infrasector te investeren. Die oproep deed voorzitter Maxime Verhagen eerder deze week ook al, toen naar aanleiding van het rapport “Niet alles kan overal” van het Adviescollege Stikstofproblematiek.
“Kabinet neem de adviezen van Remkes snel over, stel een drempelwaarde in voor de tijdelijke stikstofuitstoot van de bouw tijdens het bouwproces en presenteer met Prinsjesdag een stevig investeringspakket voor de bouw- en infrasector”, aldus Verhagen. “Deze is immers de locomotief van de Nederlandse economie. Aangezien investeringen in de bouw en infra een groot multipliereffect hebben, profiteert heel Nederland ervan. Elke euro leidt tot wel 2,9 euro aan extra economische activiteiten.”
De enquête is op 20 mei uitgezet onder alle infraleden van Bouwend Nederland. De respons is ongeveer 20 procent. Van de respondenten is 61 procent werkzaam in de wegenbouw, 59 procent in de riolering, 58 procent in de bestrating en 47 procent in het grondverzet.
Tekst: Richard Massar