Gemeenten en provincies spelen een belangrijke rol in de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid. Daarom is het essentieel dat zij over de benodigde kennis, expertise én uitvoeringscapaciteit beschikken.
“Het kabinet trekt tot en met 2025 1,04 miljard uit om gemeenten en provincies te ondersteunen”
Extra
Met dit geld kunnen zij extra personeel aantrekken, kennis vergroten en externe expertise in huis halen. Gemeenten en provincies kunnen de uitkering voor uitvoeringskosten voor het klimaatbeleid tussen 3 en 28 april aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Sleutelrol
Decentrale overheden vervullen een sleutelrol bij de uitvoering van klimaat- en energiebeleid. Denk aan de Regionale Energiestrategieën, de uitrol van warmtenetten en het aardgasvrij maken van woningen. In het Coalitieakkoord is afgesproken om voor de jaren 2023 t/m 2030 in totaal 5,6 miljard euro beschikbaar te stellen zodat gemeenten en provincies hun taken op dit gebied goed uit kunnen voeren.
Het kabinet heeft begin deze week de ‘tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid’ (CDOKE) gepubliceerd. Deze tijdelijke regeling maakt het mogelijk voor gemeenten en provincies om deze middelen aan te vragen. Voor de jaren 2026 t/m 2030 wordt op een later moment een nieuwe regeling opengesteld.
Uitdaging en ondersteuning
Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie: “Het kabinet is de gemeenten en provincies dankbaar voor de verantwoordelijkheid die zij nemen voor de uitvoering van klimaatbeleid. De klimaattransitie is de grootste uitdaging van deze tijd.”
“Een uitdaging die we alleen het hoofd kunnen bieden als we er gezamenlijk, als één overheid, de schouders onder zetten. Met deze middelen zorgen we ervoor dat gemeenten en provincies beter zijn toegerust om hun essentiële rol in de transitie te vervullen.”
Behoefte
Lot van Hooijdonk, voorzitter VNG-commissie Energie en Klimaat en wethouder in Utrecht: “De VNG is erg blij met deze middelen. Het komt tegemoet aan een van de voorwaarden die door onze leden bij het Klimaatakkoord zijn gesteld.”
“De regeling voorziet in een dringende behoefte van gemeenten om hun interne organisatie verder op te bouwen, zodat zij de komende jaren samen met inwoners, medeoverheden en anderen werk kunnen maken van de lokale energietransitie.”
Partnerschap in klimaatbeleid
Jop Fackeldey, gedeputeerde provincie Flevoland, namens de samenwerkende provincies: “Met alleen de wil om het klimaatbeleid uit te voeren komen we er niet. Dat het Rijk daarvoor nu middelen vrijmaakt is heel goed. Dit stelt ons mede in staat om in partnerschap invulling te geven aan de klimaatopgave.”
Uitvoering en aanvraag
Gemeenten en provincies kunnen de uitvoeringsmiddelen zelf aanvragen. Tussen 3 en 28 april kunnen zij hiervoor terecht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die de regeling in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitvoert. Het gaat om een simpele aanvraag met beperkte administratieve lasten.
De uitkeringen vinden plaats in de kalenderjaren 2023 (347 mln.), 2024 (339 mln.) en 2025 (351 mln.). Deze bedragen zijn gebaseerd op de benodigde uitvoeringsmiddelen zoals weergegeven in het advies “van Parijs naar Praktijk” dat door de Raad van Openbaar bestuur (ROB) begin 2021 is uitgebracht.
Gemeenten en provincies verantwoorden de uitgaven van de uitkering jaarlijks. Over de verdeling van de middelen zijn bestuurlijke afspraken gemaakt. De regeling bevat een overzicht van de bedragen die per gemeente en provincie beschikbaar zijn gesteld.