‘Het kabinet stelt zich tot doel de broeikasgassen in 2020 met 20% te verminderen ten opzichte van 1990. De afval- en recyclingsector alleen al kan zorg -dragen voor een reductie van ten minste 4Mton C02. Als het beleid zich nog meer richt op recycling en het restafval wordt aangewend voor energieterugwinning in ‘dedicated’ installaties, is een C02- reductie oplopend tot het dubbele in 2020 te realiseren.’ We spreken met Max de Vries, directeur van BRBS Recycling.
In totaal hebben we in Nederland 60 miljoen ton afval per jaar. De bedrijven – ruim 70 puinbrekers en sorteerbedrijven – binnen BRBS Recycling, branchevereniging Breken en Sorteren, recyclen bouw-, renovatie- en sloopafval, grofhuishoudelijk afval en droog bedrijfsafval tot waardevolle grondstoffen. Dit is meer dan 50% van het totale Nederlandse afval. Max de Vries: ‘Het is 31 jaar geleden dat een aantal bedrijven die puinachtig materiaal verwerkten, zich verenigden. Zij ontdekten dat puin verwerkt tot granulaat – gebroken puin met een specifieke korrelopbouw – uitstekend gebruikt kon worden als fundering voor wegen. Bovendien bleek het materiaal hydraulisch en een zodanig stevige fundatie te vormen, dat de toplaag dunner gedimensioneerd kon worden. Resultaat? De fundering van de weg is erg stevig en het kost minder geld. Materialen worden immers uitgespaard.’ Vandaag de dag bestaat BRBS Recycling niet alleen uit puinbrekers, maar hebben ook sorteerbedrijven zich aangesloten. Daarnaast besloot de vereniging anderhalf jaar geleden om de door leden gescheiden monostromen te blijven volgen tot aan de toepassing. Hierdoor is de scope van de vereniging verbreed. De vereniging groeit dan ook gestaag.
Ladder van Lansink
De huidige verwerking van afval in Nederland bestaat uit recycling, verbranden en storten. Maar ‘recycling’ is het woord, volgens Max de Vries. In de keuze uit de verwerkingopties gaat BRBS Recycling uit van de Ladder van Lansink. Deze ‘ladder’ is een standaard op het gebied van afvalbeheer, genoemd naar de Nederlandse politicus Ad Lansink die in 1979 in de Tweede Kamer een motie voor de werkwijze indiende. Het afvalbeleid is erop gericht prioriteit te geven aan de meest milieuvriendelijke verwerkingwijze. Deze staan bovenaan de ‘ladder’. De overheid moet erop gericht zijn zoveel mogelijk afval de Ladder van Lansink te laten ‘beklimmen’. In de praktijk betekent dit dat altijd zal worden gekeken naar steeds hoogwaardiger afvalbeheer. De ‘treden’ van de Ladder van Lansink bestaan uit: preventie, recycling, verbranden en storten. In het Landelijk afvalbeheersplan 2002 – 2012 (LAP), waar we verderop in dit artikel op terug komen, is de indeling verfijnd. De Vries: ‘Deze ladder is zeer actueel en ook overgenomen door Brussel onder de naam ‘Afvalhiërachie’.