De Domtoren is niet alleen het middelpunt van de stad Utrecht, ook haar trots. De bijna 700 jaar oude toren met een lengte van 112 meter is echter toe aan groot onderhoud en restauratie. Na de jaarlijkse inspecties aan de binnen- en buitenkant door Monumentenwacht blijkt, dat de bouwkundig toestand ´redelijk´ en de onderhoudstoestand ´matig´ is. Restauratie is noodzakelijk en inmiddels gestart. Geen verrassing, want in 1975 vond het laatste groot onderhoud plaats.
Grootschalige restauratie onderhoud aan Domtoren Utrecht: Duur 5 jaar, kosten 37 miljoen.
Noodzaak
De bouw van de Domtoren begint in 1321, maar vanwege geldgebrek ligt de bouw van 1328 tot 1342 stil. In 1382 is het dan zover: de Domtoren is af. Het hoogtepunt van het Domcomplex en het symbool van de wereldlijke en kerkelijke macht van de bisschop. De eerste restauratie was tussen 1519 en 1525. Na het Rampjaar 1672 en de vreselijke storm van 1674 was er te weinig geld voor onderhoud. De toren raakte in verval. Rond 1833 stond hij zelfs op instorten, maar van 1837 tot 1845 werd de toren weer opgelapt. In 1901 was een lange en grondige restauratie nodig. Deze duurde tot 1932 door problemen die bij de vorige restauratie niet waren aangepakt en matig onderhoud. In 1975 was de laatste grote restauratie. Er was toen geen geld om alles te doen.
“Ze hebben toen slechts 15-20% van de benodigde werkzaamheden uitgevoerd. Afgesproken werd om tot 2000 te wachten voor een grootscheepse restauratie. Inmiddels is het 2019. De noodzaak is er nu echt. Dus zijn we het project gestart”, zegt Ralph Backer. Hij is projectmanager van de adviesgroep Bouw & installaties bij de Antea Group en door de gemeente Utrecht ingehuurd als projectleider om de restauratie van de Domtoren te begeleiden.
Voor aanvang
Om de restauratie te kunnen uitvoeren, werkt de gemeente Utrecht niet alleen samen met Antea Group. In het bouwteam – dat kennis en kunde samenbrengt – zitten ook Architectenbureau Rothuizen uit Middelburg, Aannemingsbedrijf Nico de Bont uit Vught, de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Tevens is Utrecht Marketing als exploitant van de Domtoren betrokken bij het project.
Voor aanvang van de restauratie had de gemeente een aantal uitgangspunten. Backer vertelt: “Hoofddoelstelling is, de toren voor 50 jaar vrij te waren voor groot onderhoud. Let wel, klein planmatig onderhoud is altijd nodig. Naast deze voorwaarde wil de gemeente zoveel mogelijk de cultuur- en bouwhistorische waarde van de Domtoren behouden. Het is immers geen nieuwbouw. Dus is bouw- en cultuurhistorisch onderzoek nodig, om vervolgens van daaruit keuzes te maken. Wat wordt er op welke plek wel of niet gedaan?”
Torenspits, lantaarn, eerste en tweede geleding
Wat gaat er eigenlijk allemaal gebeuren? Op de torenspits wordt het houtwerk en het lood- en leiwerk gerepareerd en vervangen. In de lantaarn (70-95 meter) moet het meeste en moeilijkste restauratiewerk gebeuren; in dit deel zit nog veel historisch materiaal. De aanpak voor het restaureren hiervan is museaal. Ook zijn hier het natuursteen (tuf, trachiet, ledesteen) en het ringanker in slechte staat. De lantaarn heeft het meest last van wind,zon en regen, omdat dit deel van de toren aan alle kanten open is.
“Dit deel is complex. Het heeft ook de meeste bouw- en cultuurhistorische waarde”, legt Ralph Backer uit. “Met name in de lantaarn zit veel onderzoekstijd. Uiteraard is er wel al vooronderzoek gedaan; we hebben een concept bestek. De architect heeft al het een en ander kunnen inspecteren. Zoals de stenen bij de raamkozijnen. Maar om een goede keuze te maken, moeten we op elke steen kunnen ‘kloppen’. Dat kan nu.”
Kloppen?
“De steiger om de lantaarn is eind 2017 geplaatst. De gehele steiger is in de eerste helft van 2019 neergezet. Kloppen? Steen voor steen maken we een afweging. Hoe is de steen eraan toe? Wat voor materiaal is het? Wordt het behouden, gaan we consolideren of vervangen? Vervangen is een laatste keuze, maar indien dit nodig is, met welk materiaal? Destijds is op plek X gekozen voor tufsteen A, daar waar veel afwatering is bijvoorbeeld. Met de kennis van nu, is het misschien beter voor een ander type steen te kiezen. Maar dan wel weer eentje, die gedegen is en past bij de uitstraling van de toren. Vervolgens is het de vraag of dat type steen ook echt beschikbaar is.”
De eerste (0-40 meter) en tweede geleding (40-70 meter) zijn in betere staat dan de lantaarn. De aanpak hier laat zich het beste omschrijven als ‘blokje eruit, blokje erin’. Op de tweede geleding zijn de tufstenen blokken aan vervanging toe. Erosie en scheurvorming zijn de belangrijkste redenen hiervoor. Dat geldt ook voor de natuurstenen balustrades die veel schade hebben door de wind, ze worden grotendeels vervangen. Op de eerste geleding krijgen de tufstenen pijlers, de balustrades en het interieur een opknapbeurt.
Het overgrote deel van de werkzaamheden betreft dus de restauratie van de grote hoeveelheid natuurstenen. “Verder worden het voegwerk aan de buitenkant, de installaties en de vaste onderdelen (bijvoorbeeld carillon, luidklokken, wijzerplaten, uurwerk, glas in lood) gerestaureerd, als dat nodig is”, aldus Ralph Backer.
Tijd
Er is gestart met de restauratiewerkzaamheden. Het totale project, dat naar schatting zo’n 37 miljoen euro zal gaan kosten, neemt zo’n vijf jaar in beslag. Niet alleen het ‘steen voor steen’ restaureren kost tijd. Ook het op grote hoogte brengen van de materialen, waaronder de vaak zware natuurstenen. Ralph Backer: “Hoe we dit precies gaan doen, wordt door de aannemer nog nader bepaald. Mijn ervaring vanuit een ander ‘torenproject’, is, dat men vaak werkt met steigerslagen om de tweeënhalve meter. Natuurlijk zal er voor het verplaatsen van de materialen een lift aanwezig zijn. Vaak wordt er op locatie ook met takels gewerkt om blokken op hun plek te krijgen. Of zet de aannemer tijdelijk een grote kraan in.”
Veiligheid
De Domtoren ligt centraal in Utrecht. Veiligheid staat bovenaan het prioriteitenlijstje. Backer legt uit: “Er lopen veel mensen in, rond en langs de toren. We voldoen daarom aan alle mogelijke veiligheidsvoorschriften.” Ook vernemen we van hem, dat er een BLVC-Plan is opgesteld. In dit plan zijn maatregelen, verantwoordelijkheden en afspraken rondom Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie tijdens de hele bouw vastgelegd. Backer legt uit: “De bouwplaats bijvoorbeeld is goed afgeschermd. Al het werk vindt daar plaats. De logistiek staat vast. Bekend is, waar de bouwkeet komt, de lift, de voertuigen et cetera. Laden en lossen gebeurt veelal op vaste tijdstippen, vanaf de Dompleinkant.”
De Domtoren blijft gedurende de restauratieperiode overigens wel geopend voor het publiek. Momenteel wordt nog onderzocht of het mogelijk is om bezoekers tijdens de rondleidingen een deel van de restauratiewerkzaamheden te laten zien.
Bijzonder
Tot slot vragen we aan Ralph Backer, wat voor hem het project bijzonder en leuk maakt. Hij denkt even na en zegt: “Nadat de Zweedse dj Avicii overleden was, speelde de stadsbeiaardier drie nummers van hem op het carillon van de Domtoren. Het raakte heel de wereld. Kwam op televisie, zoals bij CNN. De reden waarom ik dit zeg, is om de impact van dit project aan te geven. De Dom is van de Utrechters. Iedereen ziet de toren, is er trots op. We zijn aan het werk met een icoon van de stad, misschien wel van heel Nederland. Dat ik hieraan mee mag werken, is heel bijzonder.”
Duurzaamheid
Stichting Utrecht Marketing vindt het belangrijk om uit te dragen dat ook de bijna 700 jaar oude Domtoren op een duurzame manier geëxploiteerd kan worden. Sinds 2013 mag de Domtoren het bronzen Green Key certificaat dragen en sinds 2015 zelfs het zilveren.
Info
Meer informatie hier en ook meer algemeen over de Domtoren.
Er is een documentaire-reeks over de restauratie van de Domtoren via onder meer RTV Utrecht.
Foto’s: Margot Kat, Rene van der Hulst (Ralph Bakker bij Domtoren) en Marnix Foeken (openingsbeeld)