In Kaukasus in Georgië wordt er hard gewerkt aan het vrijmaken van de bodem van arseen houdend materiaal. Twee Nederlandse bedrijven spelen een grote rol in dit project. Tijdens de Sovjet-Unie werden er op 7 locaties arseenerts gewonnen. Hierdoor is de bodem verontreinigd, wat grote gevolgen heeft voor de lokale bevolkingen en dieren. Voor de winter zijn alle werkzaamheden gericht op het voorkomen van verdere verspreiding van de omgeving. In de lente van 2015 kunnen overige werkzaamheden plaatsvinden.
Tijdens de Sovjet-Unie werd er in dat gebied arseenerts gewonnen en verwerkt in diverse producten. In 1994 zijn de fabrieken gesloten (na de val van de Sovjet-Unie). Na de sluiting van de fabrieken is er veel arseen houdend mijnafval achtergebleven. Dit achter gebleven afval is nog steeds een groot risico voor zowel de volksgezondheid als het milieu. Mens en milieu zijn hierdoor blootgesteld aan te hoge concentraties van arseen, een stof die giftig en zelfs kankerverwekkend is. Via de bodem en het grondwater verspreidt het arseen zich naar een uitgestrekter gebied. Hierdoor is de impact groot en de noodzaak hoog dat het snel wordt opgeruimd. De focus ligt dan ook op het voorkomen van verspreiding van arseenafval zodat mens en dier niet meer in aanraking komt met de giftige stof.
Bodemsanering
Om het arseenafval op te ruimen zijn er op twee locaties stortplaatsen ingericht, een stortplaats voor giftig afvalmateriaal en een stortplaats voor niet giftig afvalmateriaal. Het afvalmateriaal van de 7 locaties wordt naar deze twee stortplaatsen gebracht. Eén afvalstortplaats is een bestaande stortplaats waar al giftig afval tijdens de Sovjetperiode aanwezig was. De stortplaatsen worden naar Europese normen ingericht en zo gemaakt dat blootstelling aan het giftige afval ook in de toekomst wordt voorkomen.
Financiering
Het project wordt opgepakt door de twee Nederlandse bedrijven BioSoil (bodemsanering), Witteveen+Bos (ingenieursbureau) en het bedrijf Caucasus Environnmental NGO Network (regionaal adviesbureau). Naast de samenwerking met de verschillende bedrijven worden lokale werknemers opgeleid zodat zij weten hoe zij veilig moeten werken met de verontreinigde grond. Het project wordt door verschillende partijen gefinancierd en is aanbesteed door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De aanpak van dit project valt binnen het kader van het programma Samenwerking Oost-Europa Milieu (PSO)-Milieu). De financiering vindt plaats door het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Georgische overheid. De Georgische stad Ambroulauri neemt de reconstructie van de toegangswegen onder haar hoede.