De Bouwcampus heeft een oproep gedaan aan de fractievoorzitters van politieke partijen om in hun verkiezingsprogramma’s de vervanging en renovatie van infrastructuur, de herinrichting van stedelijke ondergrond en de verduurzaming van gebouwen en omgeving als essentiële aandachtspunten op te nemen.
“De Bouwcampus benadrukt dat er strategieën moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd om duurzame alternatieven te implementeren en verouderde systemen achter zich te laten”
Rol bouw- en infra
Volgens De Bouwcampus speelt de bouw- en infrasector een belangrijke rol in zowel het beperken als oplossen van de klimaatverandering, klimaatadaptatie, de energie- en circulariteitstransitie. Tegelijkertijd is duidelijk dat de opgaven op een andere wijze moeten worden aangepakt.
Uitdaging
Zo staat de Nederlandse infrastructuur voor een immense uitdaging van vervanging en renovatie. Rapporten van TNO wijzen uit dat er jaarlijks 1 tot 1,5 miljard euro nodig is om onze infrastructuur in stand te houden. Dit bedrag zal groeien tot ongeveer 6,5 miljard euro in de periode 2040-2050. Om deze opgave aan te kunnen is enerzijds het vergroten van de efficiëntie en anderzijds het verduurzamen van de sector essentieel.
Aanpak en budgetten
Dit kan door het stimuleren van het lerend vermogen door een programmatische aanpak met een meer industrialisatie gerichte benadering. Een seriematige aanpak van gebundelde vervanging- en renovatieprojecten maakt beide mogelijk. Dat geldt voor de vervanging- en renovatieprojecten van Rijkswaterstaat maar ook nadrukkelijk voor de opgave van regionale en lokale overheden. Daarom pleit De Bouwcampus ervoor om bij het verstrekken van budgetten niet alleen naar Rijkswaterstaat te kijken maar ook naar de regionale en lokale overheden.
Ruimte, ook onder de grond
In de transitie naar leefbare en duurzame steden speelt de stedelijke ondergrond een cruciale rol. Echter, ongecoördineerd onderhoud en beheer van de ondergrondse infrastructuur zorgen voor problemen en vertragingen. De energietransitie, klimaatadaptatie en woningbouw vereisen allemaal ruimte onder de grond. Dit legt druk op de beschikbare ruimte en bemoeilijkt de planning. Om deze uitdagingen aan te pakken, pleit De Bouwcampus voor nationaal beleid en een programma voor stedelijke ondergrond. Investeringen in praktijkcases en innovatieve werkwijzen zijn essentieel om de transitie te versnellen en nieuwe mogelijkheden te verkennen.
CO2-uitstoot
De CO2-uitstoot moet drastisch verminderen en de gebouwde omgeving moet verduurzamen. Er is behoefte aan een beleid dat de kloof tussen ambitie en uitvoering overbrugt. Met de komst van een ministerie voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening is er al veel aandacht voor woningbouw geweest, maar meer coördinatie en regie zijn noodzakelijk om ambities waar te maken. De Bouwcampus benadrukt dat er strategieën moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd om duurzame alternatieven te implementeren en verouderde systemen achter zich te laten.
Omarmen en in verkiezingsprogramma’s
In de brief roept De Bouwcampus politieke partijen op om deze aandachtspunten te omarmen en in hun verkiezingsprogramma’s op te nemen. “Het succesvol aanpakken van deze uitdagingen is van cruciaal belang voor een toekomstbestendig en duurzaam Nederland”, aldus Nynke Sijtsma, directeur van De Bouwcampus.
Bouwcampus benadrukt aandachtspunten politiek in verkiezingsprogramma’s. Lees ook:
Leefbaarheid en inhaalslag woningbouw.