Met haar recente onderzoek laat het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) weten dat op 1 januari 2011 Nederland 16,7 miljoen inwoners telde, 80 duizend meer dan een jaar eerder. In 2010 werd het immigratierecord van het jaar ervoor licht overschreden. De emigratie nam echter nog sterker toe, waardoor het migratiesaldo ruim tweeduizend lager uitkwam dan in 2009.
Het aantal geboorten daalde licht, terwijl het aantal sterfgevallen iets toenam. Omdat zowel de natuurlijke groei als het migratiesaldo lager waren dan in 2009, groeide de bevolking in 2010 minder sterk dan het voorgaande jaar. In alle provincies is het aantal inwoners toegenomen of vrijwel gelijk gebleven.
Immigratierecord overschreden
In 2010 kwam een recordaantal van 150 duizend immigranten naar Nederland, drieduizend meer dan in het jaar ervoor. De in 2006 ingezette toename van het aantal immigranten heeft zich daarmee in lichte mate voortgezet. De groei zit vooral in het aantal immigranten uit zowel de nieuwe als de oude lidstaten van de Europese Unie. Na drie jaren van daling nam ook de emigratie in 2010 toe. Wel bevindt deze zich voortdurend op een lager niveau dan de immigratie. Er vertrokken 118 duizend personen naar het buitenland, 6 duizend meer dan het jaar ervoor. De stijging deed zich vooral voor bij in Nederland of een ander EU-land geboren personen. De emigratie steeg in 2010 sterker dan de immigratie. Daarmee kwam het migratiesaldo met 32 duizend iets lager uit dan in 2009.
Minder geboorten, meer sterfgevallen
In 2010 werden 184 duizend kinderen geboren en overleden er 136 duizend personen. Daarmee kwam de natuurlijke aanwas (het saldo van geboorte en sterfte) uit op 48 duizend personen. Vergeleken met 2009 is het aantal geboorten in 2010 licht gedaald en het aantal sterfgevallen licht gestegen. De afname van het aantal geboorten is toe te schrijven aan de daling van het aantal twintigers en dertigers. Het gemiddeld aantal kinderen dat vrouwen krijgen, is niet veranderd. Hoewel de sterfterisico’s zijn afgenomen, is het aantal overledenen toegenomen door de stijging van het aantal ouderen.