Energie hubs kunnen een belangrijke rol in de energietransitie spelen. In opdracht van Topsector Energie en RVO heeft RoyalHaskoningDHV nieuw onderzoek uitgevoerd. Het benadrukt de cruciale bijdrage van de hubs bij het verminderen van netcongestie en het bereiken van een betrouwbaar en toereikend energiesysteem voor 2030 en verder.
“De gezamenlijke 1.200 energie hubs, zorgen voor een potentiële ontlasting van het stroomnet tot 2030 van 3,2 GW”
Het rapport introduceert vier hoofdgroepen van energie hubs: gebouwde omgeving, mobiliteit, bedrijventerreinen en Cluster 6 bedrijven, en identificeert maar liefst 1.200 kansrijke locaties in Nederland. Deze hubs optimaliseren lokaal de balans tussen vraag en aanbod, wat essentieel is voor een duurzaam energiesysteem in 2050.
Vier soorten Energie hubs
De hubs komen in vele vormen en maten, wat vaak leidt tot verwarring en onzekerheid. Het rapport biedt een helder kader om deze diversiteit te structureren en te begrijpen. Door een duidelijke indeling en definiëring kunnen de mogelijkheden en beperkingen van Energie hubs in een vroeg stadium worden geïdentificeerd. Dit stelt beleidsmakers en energieprofessionals in staat om de hubs effectief te integreren in regionale energievoorzieningen. De hoofdgroepen:
1. Gebouwde omgeving
2. Mobiliteit
3. Bedrijventerreinen
4. Cluster 6 bedrijven (grootschalige energieverbruikers)
Voor elke groep zijn de belangrijkste technische, financiële, organisatorische, bestuurlijke en juridische aspecten in kaart gebracht. Deze inzichten helpen bij de ontwikkeling en exploitatie van de hubs. Daarbij staan bouwstenen zoals opslag, conversie, lokale duurzame bronnen en vraag-en-aanbodsturing centraal.
Verlichten piekbelasting
Een van de meest urgente uitdagingen die Energie hubs aanpakken, is het verminderen van netcongestie. Tot 2030 kunnen de hubs naar schatting 3,2 GW bijdragen aan het verlichten van de piekbelasting van het elektriciteitsnet. Hoewel dit niet direct betekent dat netcongestie volledig wordt vermeden, biedt het rapport een waardevolle analyse voor verdere samenwerking met netbeheerders om gerichte investeringen te doen en efficiëntie te verhogen.
Locaties
In heel Nederland zijn bijna 1.200 potentieel kansrijke locaties voor de hubs geïdentificeerd. Deze hubs kunnen de balans tussen vraag en aanbod lokaal optimaliseren, wat essentieel is voor een duurzaam energiesysteem in 2050. Het leidende principe is “lokaal wat kan, centraal wat moet”. Zo wordt lokale flexibiliteit in energiebeheer gemaximaliseerd, aldus het onderzoek.
Aanpak
Energie hubs zijn effectief in de verzorgingsgebieden van hoogspanning/middenspanning (HS/MS) onderstations, met name bij een 150 kV onderstation. Een gebiedsgerichte aanpak, waarbij verschillende hubs gecombineerd worden, kan de grootste bijdrage leveren aan de energiebalans en het omgevingsbeleid. Dit minimaliseert de ruimte die nodig is voor energie-infrastructuur en stimuleert het gebruik van alternatieve energiedragers zoals groen gas, warmte en waterstof.
Samenwerking
Het succes van Energie hubs hangt sterk af van de ambities van de betrokken partijen. Of het nu gaat om het verminderen van netcongestie of bredere doelen zoals klimaatneutraliteit en circulariteit, intensieve samenwerking en gebiedssturing zijn cruciaal. De overheid kan hierbij ondersteunen door een langetermijnvisie te bieden en marktsturing te verschuiven naar gebiedssturing. Dat stimuleert volgens de onderzoekers verdere integratie en innovatie.
De hubs bieden al met al een veelbelovende route naar een duurzaam en veerkrachtig Nederlands energiesysteem, met aanzienlijke voordelen voor zowel de energie-infrastructuur als de brede samenleving.
Bron en beeld: Topsector Energie, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en RoyalHaskoningDHV.