Marker Wadden: bouwen met de natuur

Marker-wadden-1

Slib wordt slik

Op 11 mei 2016 kwam een eerste puntje van de Marker Wadden boven water. Dit toekomstig vogelparadijs in het Markermeer moet de natuurwaarden in het door slib vertroebelde meer opkrikken, zodat waterplanten, vissen en vogels zich er weer thuis voelen. Ook bezoekers zijn er straks welkom. Vernieuwend idee is dat het slib een tweede leven krijgt in de vorm van eilanden met plas-grasnatuur.

In maart 2016 is begonnen met de eerste fase van een van de grootste natuurherstelprojecten van Europa: aanleg van een eerste eiland van zo’n 300 hectare, inclusief onderwaterlandschap, met rietmoeras, slikken, ondiepe plassen, kreken en brede, ondiepe watergeulen. Kortom, precies het soort natuur waar veel vogelsoorten graag verblijven. ‘Jaarlijks trekken talloze trekvogels over Nederland. Het IJsselmeer en het Markermeer zijn voor deze dieren van groot belang als tussenstop om op te vetten en bij te komen. Voor andere soorten is dit straks een mooi broedgebied of een rustige plek om te ruien en te overwinteren,’ vertelt boswachter André Donker, die het nieuwe natuurgebied onder zijn hoede krijgt.

Artist Impression van de Marker Wadden

‘Het bijzondere aan de Marker Wadden is dat natuurlijke en economische belangen zo goed samengaan’, volgens André Donker

Het Markermeer, dat maar liefst 700 vierkante kilometer beslaat, is bestempeld tot Natura 2000-gebied. Dat betekent dat Nederland een internationale inspanningsverplichting heeft om de natuurlijke kwaliteit ervan minimaal in stand te houden en zo mogelijk te verbeteren. Met die natuurlijke kwaliteit is het echter al decennialang niet best gesteld, sterker nog, die holt achteruit, weet Donker. ‘De ellende begon allemaal met de aanleg van de Houtribdijk, tussen Lelystad en Enkhuizen, in 1976. Die sloot het watersysteem als het ware op, samen met andere hoge dijken van asfalt, beton en basalt. We wisten toen wel dat dit nadelig zou zijn voor de natuur, maar dat zag niemand als probleem aangezien hier de Markerwaard gepland was. Pas in 2006 is dat idee definitief afgeschoten (Nota Ruimte VROM, 2006).’

Troebel water

Intussen stuwt de overwegende zuidwestenwind al 40 jaar lang met regelmaat grote watermassa’s hoog op tegen de dijk, waarna het weer terugklotst in het meer en slib loswoelt van de kleibodem. Met troebel water als gevolg. Het bodemleven, met onder meer driehoekmosselen – een lekker hapje voor schelpdierliefhebbers als kuifeenden en zaagbekken – raakt verstikt door het weer neerdalende slib. Door het gebrek aan natuurlijke oevers zijn er geen rustige plekken voor vissen om te paaien, en wat er nog aan vis rondzwemt is door het troebele water niet zichtbaar voor visetende vogels, zoals aalscholver en visdief. Verder is dit deel van het Markermeer, ruim 4 meter diep, sowieso niet geschikt voor waterplanten, zodat ook de zogenoemde grondelaars (zwanen en verschillende eendensoorten) niet aan hun trekken komen.


‘We komen er steeds meer achter dat we de kracht van de natuur maar beter kunnen benutten’

Stefan Dekker


‘De Houtribdijk ligt ongeveer op de grens tussen twee bodemsoorten: zand in het IJsselmeer en klei aan de kant van het Markermeer, wat zich manifesteert in een duidelijk kleurverschil,’ legt Donkers uit. ‘Slib was hier dus altijd al, maar vroeger werd dat afgevangen door de moerasnatuur die van oorsprong overal langs de randen van de voormalige Zuiderzee voorkwam, zoals je die nu nog aantreft in het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Met de Marker Wadden bouwen we die wetlands en natuurlijke oevers terug.’

Snijkopzuiger

Corné Appelo, projectleider Marker Wadden bij Boskalis, vertelt hoe dat in zijn werk gaat: ‘Een paar kilometer van de bouwlocatie hebben we een 30 meter diepe put gemaakt om zand te winnen van onder de 8 meter dikke kleibodem van het meer. Zand is veel steviger, dus dat gebruiken we voor de randen van het eiland, dat deel van het werk is gesneden koek voor ons. Binnen die ringdijken, waar we straks rietmoeras gaan maken, spuiten we klei en veen op. Dat gebeurt in verschillende lagen, of “slagen” zoals wij dat noemen, want elke laag heeft tijd nodig om in te klinken: het water moet eruit zakken.’ Een zogeheten snijkopzuiger, een stationair of zelfvarend schip voorzien van een roterende snijkop, vermaalt de klei op de bodem, slurpt het op en pompt het via een drie kilometer lange drijvende leiding naar een sproeiponton. Het ponton vaart vervolgens naar de gewenste plek en spuugt het daar weer uit. ‘Dat gaat gps-gestuurd,’ vertelt Appelo, ‘heel wat makkelijker dan vroeger, toen het allemaal met de hand ging en we gebieden moesten uitzetten met stokken in het water.’ Hoogteverschillen ontstaan door het gecontroleerd af laten stromen van water. ‘We spuiten de klei op met grote hoeveelheden water en dat creëert kreekjes en geulen. Reliëf krijg je ook doordat de modder met enorm hoge snelheid uit de pijp komt zetten. De zwaarste deeltjes bezinken vlak bij de uitstroomopening, de lichtere deeltjes komen verder weg neer.’

Marker-wadden-©boskalis-straystone

© Boskalis Straystone

Weinig steen

De aanbesteding verliep wat anders dan anders, vertelt Donker: ‘Waar we normaliter werken met behoorlijk dichtgetimmerde bestekken, hebben we nu een programma van eisen opgesteld en hebben we de markt aangejaagd met een open vraag: “Er moet hier moerasnatuur komen, hoe zou je dat invullen?”’ Boskalis en partners kwamen met het beste plan, inclusief rietaanplant en publieksvoorzieningen, zoals een jachthaven, wandelpaden, vogelkijkhutten, een uitkijktoren en voor kinderen een waterspeelvallei. ‘Wij waren het enige consortium dat tenderde met een constructie van zand in plaats van stenen,’ vertelt Harry Mols van advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos. Dat is best verrassend, want het eiland ligt naar waterbouwkundige maatstaven ongunstig: van over het hele Markermeer komen golven aanrollen die er tegenaan beuken. Ecologisch gezien is dat juist gunstig, want die golven zorgen voor verschillen in waterstand. Samen met Boskalis en Arcadis hebben we dus een slim ontwerp bedacht, met onder meer zacht glooiende oevers.’ Appelo: ‘Alleen het deel dat het meest wordt aangevallen door de wind, krijgt een harde dijk van stortsteen, net als de twee havenhoofden. Verder komt er aan die kant van het eiland een flauw aflopend zandstrand dat de golven moet opvangen. Dat dit natuurlijke principe goed werkt, weten we al van de Noordzeekust.’ Achter het strand bouwt Boskalis een duinenrij van een meter of 4 à 5 hoog. In de luwte daarvan komt het rietmoeras te liggen. ‘Daar creëren we veel ondiepe zones, waardoor waterplanten zich kunnen ontwikkelen en het gebied aantrekkelijk wordt voor vissen, schelpdieren en vogels.’ De golven die terugslaan van de Houtribdijk lopen straks aan die kant de moerasnatuur in, waar ze tot rust komen. De slibdeeltjes bezinken hier, waardoor helder water terugstroomt. Dit wordt dus een dynamisch gebied waar invloeden van wind en verschillen in zomer- en winterpeil schommelingen van zo’n 20 tot 30 centimeter kunnen veroorzaken. ‘Vandaar dat we spreken van wadden,’ verklaart Donker, ‘windwadden om precies te zijn.’

Nieuw ecosysteem

Donker is benieuwd of het in de praktijk gaat werken als verwacht. ‘Zeker weten doen we dat niet.’ Stefan Dekker, als onderzoeker aan de Universiteit Utrecht (Copernicus-instituut) betrokken bij de Marker Wadden, beaamt dat. ‘We hebben hier te maken met een “novel ecosystem concept”, oftewel een nieuw ecosysteem. We weten dus eigenlijk niet wat er gaat gebeuren.’ Vooraf is er wel het nodige onderzoek gedaan, nuanceert hij. Zo is in opdracht van Rijkswaterstaat vlak voor de Houtribdijk een 10 hectare tellend proefeilandje aangelegd, als onderdeel van het project Natuurlijker Markermeer/IJmeer. Ook water- en bodemspecialist Deltares, die zich al jaren bezighoudt met de ecologie van het Markermeer, heeft veel voorbereidend onderzoek verricht.
‘Het onderzoek dat wij doen draait vooral om het principe Building with Nature, want niet alleen de mens kan zijn omgeving “engineeren”, de natuur heeft dat zelf ook altijd gedaan. We komen er steeds meer achter dat we die kracht maar beter kunnen benutten. In het geval van de Marker Wadden onderzoeken we wat nu precies de rol van de natuur en in het bijzonder die van vegetatie is bij de vorming van zo’n eiland, en bij het stabiliseren ervan. Zand is vrij stabiel gebleken, maar klei en slib zijn veel gevoeliger voor erosie. We zijn dan ook benieuwd wat hier spontaan gaat groeien en wat er gebeurt als je ingrijpt, bijvoorbeeld door wilgengroei tegen te gaan. Of door riet te planten.’


‘Biodiversiteit is heel moeilijk om te zetten in geld’

Stefan Dekker


De verwachting is dat rietaanplant het inklinkproces van klei en slib zal versnellen, maar dat is nooit uitgetest. Dat gaan Dekker en consorten nu doen, op afgerasterde plots, kleine stukjes grond, op het eiland. ‘Althans dat hopen we, want we hebben net een groot projectvoorstel ingediend bij Stichting Toegepaste Wetenschappen, samen met TU Delft en Universiteit Nijmegen.’

Yoghurt

Ook voor Boskalis vormen de Marker Wadden een experiment. ‘Bouwen’ met slib is nog niet eerder gedaan. Het fijnere slib waarmee volgende eilanden gebouwd zullen worden – daar zal veel minder zand aan te pas komen – moet zich eerst verzamelen in een diepe, 2 kilometer lange, geul. Door de natuurlijke stroming in het meer, veroorzaakt door wind en golven, moet het slib vanzelf in de geul terechtkomen. De ervaringen met de vaargeul Amsterdam-Lelystad wekken de verwachting dat dit goed komt. ‘Het duurt waarschijnlijk een jaar, misschien twee, voordat er genoeg slib is om mee aan de slag te gaan. Deze “yoghurt” gebruiken we pas in fase 2, die valt niet binnen dit project,’ aldus Appelo.
Als het aan Natuurmonumenten ligt, komt ook dat volgende eiland er. En dat niet alleen: in het droom­scenario groeit het gebied op termijn uit tot een archipel van maar liefst 10.000 hectare. Met als resultaat een prachtig natuurgebied én een betere waterkwaliteit in het Markermeer.

Markermeer lijkt groen door slib en het IJsselmeerwater is blauw

Het Markermeer is vanuit de lucht te zien als een groene waas (troebel door slib), terwijl het IJsselmeerwater blauw is, een teken van helder water.

Business Case?

De financiering voor fase 1 is nog niet helemaal rond. De vraag is dan ook waar het geld voor fase 2 en 3 vandaan moet komen. Dat is een ander onderwerp waar Dekker en consorten zich mee bezighouden: is er een soort business case te bedenken voor dit project, zodat ook volgende fases realiseerbaar zijn? ‘Biodiversiteit is heel moeilijk om te zetten in geld, dat is een bekend probleem. Van belang is in elk geval dat veel verschillende partijen de meerwaarde van het project inzien en bereid zijn erin te investeren.’ In dat opzicht lijken de seinen op groen te staan: er zijn niet voor niets twee ministeries – Infrastructuur & Milieu en Economische Zaken – aan boord. Volgens Donker komt er voor echt goede ideeën uiteindelijk altijd geld vrij. ‘Dat is mijn ervaring na 33 jaar natuurbeheer. Het bijzondere aan de Marker Wadden is dat natuurlijke en economische belangen zo goed samengaan.
De natuurwaarde van het gebied zal toenemen, maar tegelijkertijd kan deze onderneming een boost betekenen voor het baggerwerk als exportproduct: als het bouwen met slib succesvol blijkt, is dat uitstekend nieuws voor de Nederlandse waterbouw. Slib is tenslotte een wereldwijd probleem. Prachtig dat de ­neuzen zo één kant op staan, zeker als je bedenkt waarvoor: een weergaloos vogelparadijs!’

Financiering

Met 15 miljoen euro uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij kon Natuurmonumenten samen met vaste partner Rijkswaterstaat een begin maken met dit ambitieuze plan voor nieuwe natuur in het Markermeer.
De overheid investeerde 30 miljoen euro en provincie Flevoland­ droeg 3,5 miljoen euro bij, waarna aanleg van het eerste en grootste eiland van start ging. De kosten voor dit eiland zijn relatief hoog, omdat het – als enige – toegankelijk zal zijn voor publiek. De complete eerste fase is begroot op circa 75 miljoen euro. Natuurmonumenten hoopt nog op bijdragen van provincie Noord-Holland, Europa en private partijen. Ook een crowdfundingcampagne staat op stapel.

Uitvoering

Uitvoerder is baggeraar Boskalis, ondersteund door advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos voor de ecologische knowhow en ontwerp- en adviesbureau Arcadis voor specifieke kennis van morfologie (sedimentbeweging). Landschapsarchitectenbureau Vista tekende voor het ontwerp. Geestelijk vader van de Marker Wadden, tevens projectdirecteur, is Roel Posthoorn.

Natura 2000

Het Markermeer is een van de 160 Natura 2000-gebieden in Nederland (Markermeer/IJmeer). Natura 2000 vormt de kern van het EU-beleid ter behoud en herstel van biodiversiteit in de Europese Unie, gebaseerd op de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992. Het Markermeer/IJmeer is van internationaal belang als broed-, foerageer-, rui-, rust- en overwinteringsgebied voor tal van vogelsoorten. Deze zijn afhankelijk van een gezonde visstand en onderwaternatuur.

Bezoekers

Het eerste eiland is waarschijnlijk eind dit jaar (onder begeleiding) te bezoeken. Speciaal hiervoor richt Boskalis een tijdelijk drijvend informatiecentrum in. Medio 2018 kunnen natuurliefhebbers aanmeren in de jachthaven of vanuit Lelystad of Enkhuizen een uitstapje maken naar de Marker Wadden.

Info: Natuurmonumenten


Marker Wadden – Van droom naar werkelijkheid (Natuurmonumenten)


Marker Wadden Vogelparadijs (Arcadis)

Advertisment ad adsense adlogger