De orderportefeuilles in de grond-, water- en wegenbouw (gww) hebben in de maand maart een stijging laten zien.
De orderportefeuille voor de totale bouw is in maart met één tiende maand gestegen tot 9,7 maanden
Met een groei van vier tiende maand kwam de werkvoorraad in maart uit op 7 maanden. Vooral bij de wegenbouw is de werkvoorraad met vier tiende maand werk sterk toegenomen tot 6,2 maanden werk. De orderportefeuille van de grond- en waterbouw nam met drie tiende maand toe en kwam uit op 7,8 maanden werk.
Bij de burgerlijke- en utiliteitsbouw (b&u) zijn de orderportefeuilles in maart onveranderd gebleven op 10,7 maanden werk. De werkvoorraad voor de woningbouw bedroeg eveneens 10,7 maanden werk en de werkvoorraad voor de utiliteitsbouw bleef steken op 10,6 maanden werk. Hierdoor blijft de werkvoorraad voor de woningbouw op 10,7 maanden werk en voor de utiliteitsbouw op 10,6 maanden werk.
Stagnatie
Ruim vijf op de tien bedrijven gaf aan geen stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Voor bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw die stagnatie ondervonden waren de belangrijkste oorzaken een tekort aan personeel en materialen. Voor de grond-, water- en wegenbouwbedrijven waren personeelstekorten en onvoldoende orders de belangrijkste redenen voor stagnatie. Dit laatste is ondanks de gestegen orderportefeuilles te verklaren door grote verschillen tussen de orderportefeuilles van gww-bedrijven.
Toegenomen productie
De productie nam bij drie op de tien bedrijven in de afgelopen drie maanden toe, terwijl de productie bij één op de tien bedrijven afnam. Ruim vijf op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl vier op de tien bedrijven hun orderpositie als groot beoordeelt.
Bijna vier op de tien bedrijven verwachten personeel aan te nemen in de komende drie maanden. Van de hoofdaannemers verwacht twee op de drie bedrijven hun prijzen te verhogen, terwijl de rest hun prijzen niet verandert.
Conjunctuurmeting
Voornoemde blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2018 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 275 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.