Van loopgraven oorlog naar samenwerking
Steeds grotere schepen en gewenste toegankelijkheid van de Antwerpse haven zorgen voor een dilemma op de Westerschelde. Met Thijs de Boer, adviseur havens en vaarwegen bij Royal HaskoningDHV, filosoferen we over mogelijke oplossingen.
“De Westerschelde is een enorm complex systeem”, zegt Thijs de Boer. “We hebben te maken met visserij, recreatie, natuurwaarden, morfologie/hydraulica en recreatievaart. Er varen veerboten, kruist een tunnel en er zit industrie omheen. En wat te denken van het vrachtvervoer per schip naar de havens van Vlissingen, Gent, Terneuzen en Antwerpen?”
Duurzame oplossing
De Westerschelde is een van de drukst bevaren wateren ter wereld met ongeveer 50.000 scheepsbewegingen per jaar. Aan het einde van de zeearm ligt de haven van Antwerpen. Sinds de middeleeuwen vinden schepen met lading en passagiers hun weg naar deze haven. “Logisch vanuit historisch perspectief”, zegt De Boer. “Toen lagen veel havens diep in het binnenland, de schepen hadden veel minder diepgang. Nu leven we in een andere tijd. De schepen worden steeds groter; van containers tot tankers. We zien dat havens naar de zee toe uitbreiden en verplaatsen, zoals die van Rotterdam. Antwerpen kan dat niet, verdere uitbreiding naar het Westen brengt de haven in Nederland. De vraag is nu in hoeverre we het doorvaren van grotere schepen tot aan Antwerpen
kunnen faciliteren. Past het nog wel in het huidige
systeem?”
Het blijkt een ingewikkeld vraagstuk. Thijs de Boer: “We hebben te maken met veel stakeholders en dus met verschillende belangen. Vooralsnog neigt men naar het bereikbaar houden van Antwerpen voor grote schepen. De haven is immers van groot economisch belang. Een wezenlijke, integrale discussie wordt echter niet gevoerd. Verwezen wordt naar verdragen uit het verleden, waarin is afgesproken dat Antwerpen bereikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Dus kiezen we voor het uitbaggeren van de Westerschelde; het verbreden en verdiepen van de zeearm tot aan Antwerpen. Mijns inziens is dit niet een echt duurzame oplossing.”
Opties
Maar wat is die oplossing dan wel? Wellicht minder baggeren van de geul naar Antwerpen, volgens de Boer. “De haven moet in de toekomst goed bereikbaar blijven, maar niet meer voor de allergrootste schepen. Waar we die dan heen moeten sturen? Daarvoor zijn twee opties. De eerste betreft een grotere samenwerking met de andere havens van de Westerschelde: Zeebrugge en Vlissingen. Havens die, anders dan Antwerpen, meer richting zee liggen. Daar is de geul nog dieper en breder en hoeven we minder te baggeren. Uiteraard zullen deze havens dan wel uitgebreid moeten worden.
“We moeten er voor waken dat de concurrentiekracht
van Antwerpen niet vermindert.”
Als tweede optie noemt De Boer het realiseren van een nieuwe voorhaven: het aanleggen van havenfaciliteiten in de monding van de Westerschelde. “Deze optie heeft een grotere impact op de natuur dan de optie van het uitbreiden van de bestaande havens, maar biedt ook veel kansen. Denk aan mogelijkheden voor toerisme: van aanlegplaatsen voor cruiseschepen tot het realiseren van recreatiehavens. Naast een natuurlijke ontwikkeling kan een nieuwe voorhaven ook zorgen voor economische activiteit met bijvoorbeeld het opwekken van energie door middel van windmolens.
Samen
“De discussie over de toekomstige ontwikkelingen van de Westerschelde lijkt soms een loopgravenoorlog”, vervolgt De Boer. “Dat is het natuurlijk niet echt, maar het mag duidelijk zijn dat veel belangen spelen. Ik noemde het al even. Alles gelijk veranderen, kan niet en heeft geen zin. Wel ben ik van mening dat we nu, met inachtneming van elkaars positie en concurrentiekracht, na moeten denken over de toekomst van de Westerschelde. Blijven we in de loopgraven, dan wordt de druk op het systeem alsmaar groter en bereiken we het punt dat samenwerking zeer lastig wordt. Dan zijn de verschillen tussen partijen te groot. Laten we dus de dialoog op gang brengen en proberen tot voor ieder aanvaardbare oplossingen te komen. Let wel, we moeten er voor waken dat de concurrentiekracht van Antwerpen niet vermindert. Dat willen we niet. Stel dat zeer grote schepen niet meer naar Antwerpen kunnen doorvaren, dan zijn compenserende maatregelen logisch. Denk aan een rechtvaardig deeleigenaarschap van een nieuwe voorhaven. Kiezen we voor die nieuwe voorhaven aan de monding van de Westerschelde, dan moeten we ook nadenken over goede achterlandverbindingen per spoor en weg. Om maar een paar aandachtspunten te noemen.
Van besef naar oplossing
We filosoferen nog even door met Thijs de Boer over een duurzame ontwikkeling van de Westerschelde. Als we beslissen dat zeer grote schepen niet meer naar Antwerpen varen, zal dit volgens hem een positief effect hebben op de ecologische ontwikkeling en veiligheid op de Westerschelde. “We baggeren dan minder en dus grijpen we minder in op het natuurlijk systeem. Minder grote schepen op de Westerschelde vermindert bovendien de kans op ongelukken. Navigatie is lastig op deze zeearm, met zijn bochten en grote stroming.”
Een duurzame ontwikkeling van de Westerschelde is niet alleen een technisch en economisch vraagstuk. Het is ook een politiek verhaal. Een verhaal dat voorlopig nog geen einde kent. “Eerst moet het besef komen dat het samen praten over een duurzame Westerschelde in ieders belang is. Pas als dat besef er is, kunnen we verder met de discussie over mogelijke oplossingen”, aldus Thijs de Boer tot slot.
Enkele Feiten
- De Westerschelde is een estuarium in de Nederlandse provincie Zeeland, gelegen tussen Walcheren en Zuid-Beveland aan de noordzijde en Zeeuws-Vlaanderen aan de zuidzijde. In tegenstelling tot de Oosterschelde, de Grevelingen en het Haringvliet is het niet afgesloten in het kader van de Deltawerken.
- De Westerschelde heeft een totale lengte van 113 kilometer. De breedte is afwisselend tussen 2 en 8 kilometer. De hoofdvaargeul heeft een lengte van 95 kilometer, een diepte van 13 tot plusminus 50 meter en een breedte van tussen 300 en 530 meter. De totale oppervlakte van de Westerschelde is ongeveer 30.000 hectare.