In hoeverre kunnen groene daken de druk op het riool veroorzaakt door verharde tuinen compenseren? Dat is een pregnante vraag die wetenschappers al langer bezig houdt. In Rotterdam werd hier uitgebreid aan gerekend.
Al in 1992 meldde het Dak Informatie Magazine dat de dakenbranche dringend behoefte had aan een uniforme bepalingsmethode voor enkele specifieke eigenschappen van dakbegroeiing, zoals het waterbufferend vermogen. Dit jaar is de Hogeschool Rotterdam een omvangrijk tweejarig onderzoek gestart om hieraan alsnog handen en voeten te geven. Het onderzoek bestaat uit theoretisch modelonderzoek en praktijkonderzoek in onder andere Rotterdam. Door vóór en ná het aanleggen van dakbegroeiing het effect op de waterhuishouding en de energiehuishoudeing te meten, ontstaat een beter beeld van het effect op stedenbouwkundige schaal. Dat is interessante informatie om beleid te maken voor adaptatie aan het klimaatprobleem. Immers, de komende jaren zal de belasting op riool en oppervlaktewater door hevige regenval toenemen.
In Rotterdam werd gezocht naar een wijk met een aantal unieke eigenschappen, waardoor onderzoek naar de watervertragende werking van groene daken zeer interessant wordt. De wijk zou enkele hectaren moeten bestrijken met ongeveer 300 woningen. Alle woningen zouden grondgebonden moeten zijn met een plat dak. Het gebied heeft een gesloten watersysteem met slechts één of twee aansluitingen op het bovenwijkse systeem. Het zou helemaal ideaal zijn als de woningen bij één eigenaar in bezit zouden zijn. Dit alles bij elkaar maakt dat de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn voor het beantwoorden van de vraag of het aanleggen van dakbegroeiing de toenemende risico’s op overstroming als gevolg van het klimaatprobleem kan compenseren.
Kosten-batenanalyse
In de huidige berekeningsmodellen voor capaciteit van riolering en oppervlaktewater is soms de mogelijkheid aanwezig om de vertragende werking van groendaken door te rekenen. Echter, tot nu toe was nooit onderzocht welke invoerwaarden en welke uitkomsten realistische zouden zijn. Waterschappen en gemeenten konden dus niet uitrekenen of het aanleggen van dakbegroeiing lonend kan zijn. Wel bestaat het vermoeden dat het in stedelijk gebied soms goedkoper kan zijn groendaken aan te leggen dan de capaciteit van riolering en oppervlaktewater te vergroten. In beheerskosten is het aanleggen van begroeide daken waarschijnlijk ook goedkoper, omdat die dan door de dakeigenaar betaald worden. Voor de dakeigenaar is op andere punten geld te verdienen. Bijvoorbeeld door een langere afschrijving als gevolg van een grotere levensduurverwachting en op voorkomen van koeling en besparing op koellasten.