Pleitbezorger van meervoudig ruimtegebruik

Pleitbezorger van meervoudig ruimtegebruik

Zijn bureau BDA Dak- en Geveladvies is zeer deskundig in alles wat met dak- en gevelconstructies te maken heeft. Zelf snapt Rob Versluis niet dat er nog steeds huizen en kantoren gebouwd mogen worden met alleen dakpannen.

Wie een dak door Leven op Daken laat bedekken of renoveren, krijgt BDA er bijgeleverd. Dit onafhankelijke ingenieursbureau op het gebied van daken en gevels verleent een kwaliteitsstempel op het geleverde product in de vorm van een goedkeurende verklaring. Volgens het protocol Leven op Daken wordt procesmatig het project begeleid. De inspecteurs en adviseurs van het bureau kijken en denken mee vanaf de ontwikkeling tot en met de oplevering, en voeren tussentijds uitvoeringscontroles uit. Voldoet iets niet aan de kwaliteitseisen, dan wordt er al gedurende het bouwproces ingegrepen. BDA-directeur Rob Versluis wijst naar een dik boekwerk dat iets verderop op de grote tafel ligt. “Dat is het BDA Dakboek; door de dakenbranche omarmd als ‘de dakbijbel’. Daarin staat op ruim 1200 pagina’s alle relevante kennis op het gebied van daken. Je zou kunnen zeggen: leer dat boek uit je hoofd en je bent deskundig. Maar zo werkt het niet. Er zijn altijd uitzonderingssituaties. Constructies die de architect goed heeft bedoeld, maar die praktisch lastig uitvoerbaar zijn. Dan moet er naar een afwijkende oplossing worden gezocht. Hierover denken wij dan mee met de aannemer en de dakbedekker. Onze kennis en ervaring zijn voor hen een welkome aanvulling.”

Omslag

BDA bestaat nu meer dan 35 jaar en Versluis zelf werkt er nu ook alweer zo’n 26 jaar. Had hij toen hij begon ook al te maken met groendaken of anderszins meervoudig gebruikte daken? “Groendaken bestaan al sinds de hangende tuinen van Babylon, zeshonderd jaar voor Christus.”, zegt hij met een glimlach. “Maar zo weinig als ze toen voorkwamen, zo zeldzaam waren ze ook 26 jaar geleden nog. Pas daarna zijn ze heel langzaam in opkomst gekomen. De omslag van een gewoon dak naar een op een andere wijze ingericht dak is denk ik pas zo’n tien jaar geleden echt begonnen.” De vraag naar zijn persoonlijke visie op meervoudig ruimtegebruik, beantwoordt Versluis met een voorbeeld: “Ik verbaas mij er over dat er nog steeds huizen gebouwd mogen worden met dakpannen. Waarom niet gelijk een zonne-energiedak? Het is een fluitje van een cent, er zijn relatief weinig extra kosten, en bovendien kun je de extra kosten dan mee laten financieren.” “Direct een groendak aanbrengen kan natuurlijk ook”, vervolgt hij, “maar de kosten hiervoor zijn wel iets hoger dan voor een conventioneel dak en je krijgt er niet iets tastbaars voor terug zoals elektriciteit. Hier staat tegenover dat een groendak wel veel mooier is, bijdraagt aan een waardevermeerdering van het pand, en goed is voor de mens en het milieu. Mensen voelen zich namelijk prettiger in een groene omgeving en het milieu is gebaat met minder CO2, minder fijnstof en het waterbufferend vermogen van een groendak.”

Versluis wijt de terughoudendheid in de markt vooral aan de economische crisis. “BDA is een groot voorstander van het anders inrichten van daken en gevels. We geven daarom ook altijd aan dat dit mogelijk is en dat we hierover kunnen adviseren. Maar in de huidige recessie gebeurt er nu echt veel minder. Het geld is op. Of men heeft het er niet voor over.” Wat er momenteel volgens hem nog wél gebeurt, zijn voorbereidende werkzaamheden. “Loze leidinkjes voor het geval er later toch nog zonnepanelen op het dak komen. Of een wortelwerende toplaag in de dakbedekking, zodat je in ieder geval bent voorbereid op een groendak. Maar daar blijft het bij. Tenminste, op dit moment.”

Certificatie

Behalve advies verzorgt BDA ook onderzoeken en testen van dak- en gevelproducten. “We zijn als kennisinstituut groot voorstander van certificatie. We juichen het bijvoorbeeld ook toe dat de sector zelf – fabrikanten, leveranciers, dakbedekkers – nu nadenkt over NEN-normen voor groendaken. NEN-normen scheppen duidelijkheid in de markt. Dat is een goede zaak, waar wij als BDA al langer op aangedrongen hebben en graag onze bijdrage aan willen leveren. Voordeel is dat ook de opdrachtgever en consument kunnen beoordelen wat zij krijgen.” Het stoort hem dat er steeds meer partijen op het dak te vinden zijn die niet aan de kwaliteitseisen voldoen die je zou mogen verwachten van een professionele verwerker. “Een installateur kan misschien heel goed installaties aanleggen, maar dat betekent nog niet dat hij daardoor ook op het dak goed uit de voeten kan. Daarom zie je zonnepanelen na een storm nog wel eens plotseling voor het woonkamerraam hangen. Over de windbelasting op groene daken is eveneens nog veel discussie. Wij dringen al langer aan op onderzoek hiernaar, maar dit wordt helaas nog steeds niet opgepikt.” “Een absoluut pluspunt van een samenwerkingsverband zoals Leven op Daken is dat de verschillende disciplines op elkaar zijn afgestemd. De dakbedekker maakt het dak, de hovenier de daktuin en de installateur legt de zonnepanelen aan. Ze doen ieder waar ze goed in zijn en vullen elkaar aan. Dan kan je, met een goedkeurende verklaring van BDA erbij, ook één garantie geven op de totale dakopbouw en krijgt de opdrachtgever geen gezeur over wie waarvoor verantwoordelijk is.”

Bron: Leven op Daken

Advertisment ad adsense adlogger