Harde woorden over schandalen binnen de sector woningcorporaties

Harde woorden over schandalen binnen de sector woningcorporaties

Vandaag zijn de uitkomsten van de parlementaire enquêtecommissie bekend gemaakt. Er is twee jaar onderzoek gedaan naar de sector woningcorporaties naar aanleiding van de financiële schandalen bij Vestia. Tijdens het onderzoek is er ook terug in de tijd gekeken. Het beginpunt van het onderzoek was de verdere verzelfstandiging van de woningcorporaties in de jaren 90. Het rapport moet bijdragen aan de ontwikkeling van het toekomstige beleid met inzichten vanuit het huidige stelsel.

Er worden harde woorden gesproken over de woningcorporatie sector. Het stelsel is bijna ten onder gegaan aan de commerciële avonturen van onder andere Vestia. Het stelsel heeft op vier onderdelen een strengere aanpak nodig om overeind te kunnen blijven staan. Naast de bestuurders van woningcorporaties moeten ook de politici hun verantwoordelijkheid erkennen. Er was sprake van ‘struisvogelpolitiek’; de politiek was wel op de hoogte van de gang van zaken in het stelsel maar ondernam geen actie.

Vier aspecten

Het stelsel heeft een groot aantal zwakheden. Er zijn vier vlakken waarop het mis ging volgens de parlementaire enquêtecommissie, namelijk:

  • Gedrag
  • Geld
  • Governance
  • Grenzen

Gedrag
Er zal een cultuurverandering moeten plaatsvinden binnen de sector om het gedrag inderdaad te veranderen. Gedrags- en cultuurveranderingen binnen het stelsel zijn noodzakelijk om bijvoorbeeld geen commerciële avonturen meer uit te voeren. Dit met name op bestuursniveau; waar het gebruik van een Maserati als dienstauto als één van de vele excessen gold.

Geld
Volgens de commissie is het noodzakelijk om meer financiële grenzen te stellen. Het geld moet worden beteugeld. Door faillissement van corporaties een mogelijkheid te maken, verschuift het risico van de gemeenschap naar de financiële instellingen.

Governance
De commissie pleit voor een onafhankelijke Woonautoriteit als toezichthouder. Daarnaast moeten de huurders meer zeggenschap krijgen. Ook moet een minister de mogelijkheid hebben om commissarissen weg te sturen. Verder beveelt de commissie aan dat er verplichte prestatieafspraken worden gemaakt tussen gemeenten en corporaties.

Grenzen
Een belangrijk onderdeel is het stellen van grenzen voor de sector. Woningcorporaties dienen weer terug te keren naar de kerntaak: het bouwen en verhuren van sociale huurwoningen. Commerciële nevenactiviteiten moeten niet langer mogelijk zijn.

Toezichthouders

Naar voren komt dat zowel de woningcorporaties, ministers, staatsecretarissen en toezichthouders zoals WSW en de CSF verantwoordelijkheid zijn. Zo gaf de WSW onvoldoende tegengewicht omdat ze goedkeuring gaf aan de banken voor de risicovolle financiële producten. Het CSF hield voornamelijk op papier toezicht; zij had niet de bevoegdheid had om actief in te grijpen.

Struisvogelpolitiek

Volgens de commissie was er sprake van ‘struisvogelpolitiek’. Een aantal staatsecretarissen en ministers waren wel op de hoogte maar ondernamen geen actie. Er waren voldoende signalen die duidelijk maakten dat het niet de goede kant op ging met de sector. De politiek was hierin naïef en dacht dat de sector zelf in staat was de juiste grenzen te stellen. Naast de staatssecretarissen en ministers was ook de Tweede Kamer verantwoordelijk. Deze had voldoende informatie maar heeft niet doorgepakt met sancties.

Meer soberheid en doelgerichtheid

In het algemeen pleit de parlementaire enquêtecommissie voor meer soberheid en doelgerichtheid in het stelsel, oftewel alleen focussen op de kerntaak. Daarnaast moeten de huurders en woningzoekenden veel meer zeggenschap krijgen. De aanbevelingen in het rapport moeten er toe leiden dat het stelsel dermate sterk is dat onbekwaam handelen van bijvoorbeeld directeuren direct onmogelijk wordt gemaakt.

Advertisment ad adsense adlogger