Uitvoering coalitieakkoord is uitdaging volgens PBL

Uitvoering coalitieakkoord is een uitdaging volgens het PBL

Het coalitieakkoord zet historisch hoge ambities neer voor het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit in Nederland. Maar qua uitvoering, ligt er nog wel een uitdaging volgens het Planbureau voor de Leefomgeving.

Door huidige tekorten van personeel en materiaal kan de bouwsector niet op korte termijn meer bouwen

De ambities van het nieuwe kabinet sluiten aan bij de noodzaak die ook uit mondiale akkoorden spreekt om werk te maken van de klimaat- en biodiversiteitsvraagstukken. Voor het aanpakken van die vraagstukken komen veel overheidsmiddelen beschikbaar.

Een aantal voorgestelde maatregelen is gebaseerd op vrijwilligheid, wat kan betekenen dat verandering te traag van de grond komt om in 2030 de beoogde resultaten te laten zien. Regelgeving als stok achter de deur kan daarvoor een oplossing zijn. Dat stelt het PBL in zijn reflectie op het coalitieakkoord.

De PBL-reflectie is met nadruk een reflectie en geen doorrekening. Een doorrekening is pas goed mogelijk wanneer beleidsmaatregelen precies en in samenhang zijn uitgewerkt.

Realiseerbaar

Het aangescherpte klimaatdoel van ten minste 55 procent broeikasgasreductie in 2030 ten opzichte van 1990, waarbij de coalitie zich uit voorzorg zal richten op 60 procent reductie, is volgens het PBL-onderzoeksteam ambitieus. “Dit grenst aan wat praktisch gezien maximaal realiseerbaar is”, zegt PBL-directeur Hans Mommaas. “Er wordt een substantieel budget uitgetrokken, waarmee belangrijke investeringen kunnen worden gestimuleerd. Het succes daarvan is sterk afhankelijk van hoe en hoe snel partijen in de praktijk gebruik gaan maken van het budget.”

Ook bij stikstof is de ambitie die uit het coalitieakkoord spreekt ongekend groot. Het is de vraag of deze ambitie gezien de eisen die deze stelt aan de uitvoering haalbaar zal zijn voor 2030. Daar komt bij dat het vlottrekken van natuurvergunningverlening een randvoorwaarde vormt voor veel plannen van de nieuwe coalitie variërend van het aanleggen van warmtenetten en woningen tot de bijbehorende infrastructuur daarvoor.

Hier biedt het coalitieakkoord perspectief door van een gebiedsgerichte aanpak uit te gaan die gebaseerd is op ecologische analyses en de juridische borging via een ecologische autoriteit. Deze gebiedsgerichte aanpak zal ook effectief kunnen zijn voor het gericht werken aan natuurkwaliteit en waar mogelijk duurzamere vormen van landbouw.

Ondoelmatig

Voor andere onderdelen uit het coalitieakkoord ziet het PBL het risico dat middelen minder doelmatig worden besteed. Door de huidige tekorten van personeel en materiaal kan de bouwsector niet op korte termijn meer bouwen. Extra geld voor het bouwen van meer woningen kan dan weglekken naar de bouwsector, terwijl er niet meer wordt gebouwd.

Ook is de kans aanwezig dat middelen die de overheid investeert uiteindelijk hogere grondprijzen tot gevolg hebben. Verder gebruikt het akkoord vaak het subsidie-instrument. Subsidies kunnen goed deel uitmaken van een beleidsmix, maar er kleven ook nadelen aan. Het risico bestaat dat door subsidies kosten niet in prijzen terechtkomen, waardoor onvoldoende aanpassing plaatsvindt in de vraag naar bepaalde producten en materialen.

In het algemeen kan een eindige subsidiepot tot oneerlijkheid leiden, bijvoorbeeld als het geld op is en er nog altijd veel woningen moeten worden verduurzaamd.

Lees ook: Ruim 44.000 woningen erbij in derde ronde Woningbouwimpuls

Advertisment ad adsense adlogger