Herdefinitie erfgoed

Herdefinitie erfgoed

De komende jaren zullen talloze kerkgebouwen in Nederland leeg komen te staan. Een ruimtelijk probleem van nationale omvang dreigt. Kan deze opgave ook als kans worden benaderd? Een onderzoek aan de hand van de Willibrordkerk in Borger, die werd getransformeerd tot cultuurpodium, gespecialiseerd in rootsmuziek.

Van orgel naar bluesgitaar

Dat Nederland te kampen heeft met veel leegstaande kerken is geen nieuws. De omvang van de opgave lijkt echter steeds groter te worden. De laatste jaren neemt het verwachte aantal kerken dat binnen afzienbare tijd leeg komt te staan alleen maar toe. Het recente onderzoek ‘God in Nederland’ maakt duidelijk dat sterk afnemend kerkbezoek binnen de traditionele kerken er voor zorgt dat deze prognoses serieus genomen moeten worden. Hoe groot de opgave precies is? “Een paar jaar geleden werd gesproken over 1200 kerken, daarna over 1500, maar met een beetje pech gaan we richting de 2000 leegstaande kerkgebouwen in Nederland”, aldus Frank Strolenberg. Hij is als programmamanager van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nauw betrokken bij de herbestemming van kerken. Harde cijfers zijn moeilijk te geven, want wanneer staat een kerk definitief leeg?
Er zijn kerken die bijvoorbeeld enkel met Pasen en Kerstmis de deuren openen. Strolenberg geeft aan dat een gedegen inventarisatie wordt bemoeilijkt doordat sprake is van vastgoedinformatie, die niemand graag deelt. Daar komt een interessant element van de kerken­leegstand om de hoek kijken. Een groot deel van de ‘portefeuille’ is in handen van de rooms-katholieke bisdommen. Deze hebben per bisdom tientallen, zo niet honderden (toekomstige) leegstaande ­kerken in bezit. Strolenberg: “Bisschop Eijk van Utrecht, spreekt erover om 280 van de 300 kerken te sluiten, alleen in het bisdom Utrecht. Dan voel je aan, dit is groots. We staan voor een enorme opgave.”

Lokale trots

Een opgave die kan uitgroeien tot ruimtelijk probleem van nationale omvang. Wanneer niet tijdig wordt geageerd, verpauperen de kerken en worden oplossingen steeds moeilijker, duurder en onmogelijker. In krimpgebieden zal verpaupering de – toch al niet po­pulaire – gebieden nog minder aantrekkelijk maken. Aan de andere kant kan de opgave vanuit een positieve bena­dering worden bekeken. Een lege kerk biedt ondernemers, gemeenten en particulieren de kans om zich te profileren, om dromen waar te maken, om regionale of lokale trots te tonen en de geschiedenis te doen her­leven. Een lege kerk biedt kansen om een dorp of gebied te revitaliseren en juist in krimpgebieden een verschil te maken, door een gebied een nieuwe impuls te geven.
De huidige paradox in de samenleving is dat religie en kerkgang steeds minder populair wordt, terwijl veel religieuze waarden in de huidige maatschappij steeds meer het publieke en zelfs het commerciële domein be­treden. Gemeenschappelijk belang en verbinding, omzien naar de zwakkere medemens, zijn waarden die hun weg vinden naar de gebouwde omgeving. Juist kerken zijn gebouwen waar gemeenschap en verbinding van ­oudsher centraal staan.

‘Meest lastige erfgoed’

Hoe komt dit tot uiting in de gebouwde omgeving en welke rol vervult de bouwwereld hierin? “De ene herbestemming na de andere vliegt je momenteel om de oren”, aldus Strolenberg. Veel gebouwen, van kerken tot industrieel erfgoed, krijgen een maatschappelijke of commerciële functie, of iets daar tussenin. Van bedrijfsverzamelgebouw in een oude fabriek, tot wijkcentrum in een kerk. Alle combinaties blijken mogelijk.


“Investeer eerst in zaken die van belang zijn voor een snelle exploitatie.”


Verschillende partijen maken zich sterk om te voor­komen dat monumentale kerken verpauperen. In­middels verenigen diverse organisaties zich om na te denken over een integrale aanpak van de opgave van leegstand van kerken in Nederland. In 2014 startte de Agenda ­Toekomst Religieus Erfgoed. Zo’n dertigtal lan­delijk opererende partners zetten zich binnen deze agenda actief in ‘voor een goede toekomst van religieus erfgoed’. Maar wat is dat – ‘een goede toekomst’? De Agenda is geïnitieerd door de Rijksdienst voor ­Cultureel Erfgoed, die zelf als voornaamste taak heeft om het beheer van rijksmonumenten te coördineren. In de Agenda wordt echter breder gekeken, naar kerken in het algemeen. “Kerken zijn het meest lastige erfgoed, vanwege de emotionele betrokkenheid van eigenaren en buurtbewoners. Er zijn allerlei mogelijkheden om ruzie te krijgen.” Strolenberg bevindt zich als verbindende partij in een constante spagaat tussen de belangen van kerkgemeenschappen, die het liefst geen afstand van de kerk doen, het belang van de Rijksdienst om de gebouwen te laten onderhouden en restaureren en het belang van ondernemers en gemeenten om een nieuwe bestemming aan een kerk te geven. “In plaats van – met een beetje pech – tweeduizend keer ruzie te moeten maken, willen we met elkaar oplossingen vinden, waardoor de kerkgebouwen nog wat kunnen betekenen voor de samenleving. Vanuit die gedachte is de samen­werking tussen het dertigtal organisaties begonnen.”

Parade van plattelandskerken

Kennis genereren, nieuwe wegen verkennen, samen­werken, van elkaar leren, eventueel generieke oplos­singen vinden en kennisdeling zijn de middelen in de strijd tegen een land vol lege kerken. Dit gebeurt momenteel onder andere middels het programma Adopteer een Kerk (zie kader op pagina 40).
De kunst van het op juiste wijze herbestemmen van kerken is het op gang brengen van een dialoog ­Tussen gemeente, buurtbewoners, ondernemers en ­kerkeigenaren (meestal kerkelijke gemeenten). Het ligt voor de hand dat in eerste instantie wordt gezocht naar een religieuze invulling, vanwege de sentimenten van de eigenaren en omwonenden. Dit is echter geen vereiste. Dat blijkt wel uit de vele verschillende voorbeelden van herbestemming die al zijn gerealiseerd. Juist wanneer een religieuze invulling niet mogelijk blijkt, is het zaak dat de juiste signalen worden opgepikt door ­eigenaren en door gemeenten, om ideeën en draagvlak uit de samenleving te genereren. Dat maakt de opgave zo’n bijzondere; dat er sprake is van bestaande gebouwen, waar iedereen wel een mening of gedachte over heeft. Kerken zijn grote, imposante en herkenbare gebouwen en laten hun sporen na in de beleving van mensen, of zij nou religieus zijn of niet. In februari publiceerde de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed de brochure ‘een parade van plattelands­kerken’, waar 25 inspirerende voorbeelden worden gegeven van kerken die succesvol getransformeerd werden. De transformaties worden onder meer doorgelicht op organisatie, draagvlak en financiën. Volgens Strolenberg is enthousiasme en betrokkenheid de rode draad tussen de zeer diverse projecten. Het grote enthousiasme laat eens te meer zien dat het ‘probleem’ van kerken­leegstand zeker ook een ‘kans’ is.

Realisatie van een droom

Vraag dat aan Henk Eggens, die de Willibrordkerk in ­Borger, Drenthe, min of meer eigenhandig transformeerde tot poppodium. De kerk, een rijksmonument, werd al jarenlang niet meer gebruikt voor erediensten en was eigendom van de gemeente Borger. Eggens nam een hypotheek op zijn woning, financierde de transformatie eigenhandig en realiseerde zijn droom: podium Vanslag, midden in de kerk.
“Die naam is niet voor niets. Ik had nogal wat mensen van slag. Maar ik wilde de weerstand voorbij”, aldus Eggens. 5 november 2012, hij kent de datum uit zijn hoofd, presenteerde de gemeente Borger haar plannen voor een nieuw plein dat het centrum van Borger een impuls moest geven. Eggens was uitgenodigd om aan buurtbewoners zijn plan met de Willibrord te vertellen. “Wat heerste was ongeloof. Ze vroegen me wanneer ik aan de slag zou gaan. ‘Volgende week’, zei ik.” In die week kreeg Eggens van de gemeente een seintje dat een aantal mensen ernstige bezwaren had.
Maar Eggens had zijn huiswerk gedaan en kreeg van de gemeente en Monumentenzorg de toestemming om bepaalde elementen uit de kerk te slopen die er veertig jaar eerder waren ingezet – en dus geen monumentale waarde hadden. Met hulp van de plaatselijke aannemer ging Eggens aan de slag, nog voordat er bezwaar kon worden aangetekend. Een geluidsinstallatie, licht­installatie, een bar en een podium werden in de kerk aangebracht en 1 januari 2013 opende Vanslag haar deuren. “Degene die met tranen in de ogen bij mij stond en zei: ‘dat dit met mijn kerk moet gebeuren’, veranderde toen in mijn grootste pleitbezorger. Omdat hij zag dat we uit respect voor de oude situatie hadden gehandeld. Toen hij vijftig jaar getrouwd was moest het feest bij ons plaatsvinden.”

Het kerkje van klein wetsinge is na transformatie genomineerd voor bna beste gebouw van het jaar 2016. bron: duncan wijting

Het kerkje van klein wetsinge is na transformatie genomineerd voor bna beste gebouw van het jaar 2016. bron: duncan wijting

Exposure voor het hele dorp

Eggens is vol lof over de gemeente Borger, die haar nek uitstak en hem buiten de discussie wist te houden. Inmiddels is ook de eerste fase van het plein ge­realiseerd en heeft het centrum van Borger een flinke impuls gekregen. “We vonden elkaar in dezelfde ambitie, wat de zaken in een stroomversnelling heeft gebracht.” De afgelopen drie jaar vonden meer dan 200 concerten plaats in de kerk. Vanslag richt zich op kwaliteitsmuziek, roots, americana, en heeft daarin een niche weten te vinden. Een unieke exploitatie van de kerk. Bands als Sons of Bill en The Mulligan Brothers, bekende namen onder rootsliefhebbers, trekken zelfs publiek uit België en Duitsland naar Borger. Over de ‘exposure’ voor het dorp Borger heeft Eggens twee leuk anekdotes. “Zo’n band als Sons of Bill maakt een tournee: München, Frankfurt, Borger, Berlijn, Talinn, Helsinki. Daarbij, ­wanneer een band in De Wereld Draait Door is en daar wordt gezegd dat de enige mogelijkheid om ze in ­Nederland te zien in Borger is, zijn we aan het eind van de avond uitverkocht.”
Op het eerste oog lijkt er dus sprake van een succesvolle herbestemming. De twee stichtingen die Eggens met zijn vrouw oprichtte, Stichting Vanslag en Stichting behoud en beheer Willibrordkerk, maken echter geen winst. “Het is allemaal idealisme en liefde voor muziek. Ik ben blij wanneer ik aan het eind van het jaar een nul onder de streep heb staan.”


“Er is sprake van gebouwen, waar iedereen wel een mening of gedachte over heeft.”


Schoolvoorbeeld

Voor Frank Strolenberg is de herbestemming in Borger een schoolvoorbeeld. De herbestemming doet recht aan het rijksmonument, zorgt voor revitalisering van een dorp in een krimpgebied en vervult een maatschap­pelijke en culturele functie. Dat de gemeente Borger tevreden is, blijkt wel uit het feit dat de kerk op 1 januari 2016 voor het symbolische bedrag van één euro werd overgedragen aan de ­Stichting behoud en beheer Willibrordkerk. Ook de provincie kreeg lucht van de situatie en vroeg Eggens waarom hij niet had gewacht tot deze overdracht, zodat hij subsidie had kunnen krijgen voor herbestemming van cultureel erfgoed. “Maar dan had ik jaren moeten wachten en was het misschien alsnog niet doorgegaan. Maar uiteindelijk is die subsidie voor de verbouwing met terugwerkende kracht alsnog verkregen.” Een knap staaltje pragmatisme, dat zo nodig is om van de herbestemming van kerken een succes te maken. Lokaal initiatief, realisme bij de eigenaren, een proac­tieve gemeente en een provincie die meedenkt. Het blijken allemaal belangrijke factoren. Strolenberg benadrukt dat in het algemeen de wet- en regelgeving in dienst zou moeten staan van de – soms weerbarstige – praktijk van religieus erfgoed. “Als je denkt vanuit de regels kom je er niet uit. Gemeenten moeten leren omgaan met dit vraagstuk van herontwikkelen en de rol van burgers en ondernemers daarin.” Zelfstandig initiatief uit de samenleving blijkt gewenst. De bouwwereld kan daarin een rol spelen, via ondernemers en bouw­bedrijven met goede ideeën voor transformaties.
Dat het niet eens zo ingewikkeld hoeft te zijn om dit goed en verantwoord te doen, blijkt uit het voorbeeld van Borger.

Adopteer

Er zijn vooralsnog weinig grote bouwbedrijven actief in de wereld van herbestemming. Het herbestemmen van kerken blijkt maatwerk. De bekendste naam op dit gebied is BOEi, dat zich op grotere schaal bezighoudt met herbestemming van cultureel erfgoed.

Momenteel werken BOEi, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Stadsherstel Amsterdam samen in het programma Adopteer een kerk. Zes geselecteerde kerken worden de komende maanden door experts aan een grondig onderzoek onderworpen. Daarbij wordt gekeken naar alle aspecten die komen kijken bij het creëren van een nieuwe invulling voor een leegstaande kerk. Aan de hand van dit proces worden ‘tien geboden’ opgesteld voor succesvolle herbestemming. Zo ontstaat er een praktische handleiding voor partijen die een kerk willen herbestemmen. Sylvia Pijnenborg, adjunct-directeur van BOEi: “Er wordt veel gepraat en nagedacht, maar ik miste een pragmatische aanpak. Vandaar dat wij, samen met de stichting Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed (BHRE) het initiatief hebben genomen om aan de slag te gaan met Adopteer een kerk. Er mag en er moet meer gedaan worden.” Pijnenborg heeft het daarbij over kennisdeling, het ontwikkelen van expertise het opschalen van kennis en het simpelweg aan de slag gaan met lege kerken. “Er wordt vaak te lang overlegd. Dat komt omdat de opgaven zo verschillend zijn en eigenaren geen expertise hebben. Logisch, want ze hebben nog nooit een herbestemming gedaan. We willen voorkomen dat steeds opnieuw het wiel uitgevonden moet worden. Los van het maatwerk, zijn er altijd overlappingen tussen projecten. Daar wordt het interessant.”
BOEi heeft als insteek om bij ingewikkelde projecten gewoon maar aan de slag te gaan en tijdens het project ‘organische groei’ te laten plaatsvinden. Volgens Pijnenborg is dat het meest effectief. “Wat wel storend kan zijn, is dat omwoners niet willen dat een kerk verdwijnt, maar wel gaan steigeren wanneer er een nieuwe invulling wordt ontwikkeld. Daarbij moet de eigenaar ook mee willen werken, anders leidt onze energie tot niets. Ondernemers en burgers met energie kunnen het verschil maken. De energie die er is efficiënt inzetten, dat is de kunst.” Ook gemeenten zouden volgens Pijnenborg over het algemeen pragmatischer kunnen handelen. Overleg over vergunningen en het wijzigen van het bestemmingsplan nemen meer tijd in beslag dan haar lief is. “Gemeenten zouden een faciliterende, of zelfs activerende rol moeten spelen. Nu komt het nog voor dat er door particulieren veel kosten worden gemaakt, waarna het project later stukloopt op een bestemmingsplanprocedure. Ik ben daar schrijnende voorbeelden van tegengekomen die heel demotiverend werken. Gemeenten zouden al in een beginstadium duidelijkheid moeten verschaffen en zelf ook hun nek uit moeten steken. Veel herbestemmingen lopen ook stuk door een discussie over de waarde van de kerk. Adviseurs geven eigenaren nogal eens een verkeerd beeld van de werkelijkheid.” Pijnenborg heeft een suggestie voor kerkeigenaren die toch denken te kunnen verdienen aan hun kerk. “Draag de kerk over voor het symbolische bedrag van één euro, onder voorwaarde dat men deelt in de winst, wanneer de nieuwe functie rendabel is.”
Binnen het project Adopteer een kerk wordt alle kennis opgeschreven en open source gedeeld. Het bijzondere van BOEi is dat het – als organisatie zonder winstoogmerk – op het snijvlak van maatschappelijk en zakelijk ondernemen veel voor elkaar krijgt. Herbestemming van kerken vraagt om een professionele attitude, maar tegelijk om maatschappelijk fingerspitzengefühl. “We zijn een atypisch adviesbureau, atypisch eigenaar en atypisch ontwikkelaar, en het werkt!”
Inmiddels zijn de eerste kerken bezocht en de eerste lessen getrokken. Het maken van een business plan blijkt cruciaal, investeer eerst in zaken die van belang zijn voor een snelle exploitatie. Als er weer een geldstroom is, kan vervolgens gekeken worden naar restauratie of verfraaiing. Informeer naar draagvlak bij omwonenden, lokale stichtingen en vrijwilligers. En zet in op zaken die een kerk uniek, onderscheidend maken. En ga op zoek naar oude en nieuwe verhalen, die de ‘persoonlijkheid’ van een kerk definiëren en bedenk hoe de kerk in de markt gepositioneerd kan worden.


Wat te doen?

Speelparadijs, restaurant, fitnessclub, casino, zwembad; de lijst met nieuwe bestemmingen voor lege kerken is eindeloos. Onderstaand overzicht toont een kleine selectie van aansprekende voor­beelden van succesvolle herbestemmingen in Nederland.

Religieus industrieel erfgoed

De neogotische Metaal Kathedraal in Utrecht kent een bijzondere geschiedenis. De negentiende eeuwse kerk fungeerde vanaf 1941 als zijspan- en later als metaalfabriek. Over transformatie gesproken. Er is dus sprake van religieus industrieel erfgoed. Sinds 2011 is de Metaal kathedraal een ‘ecologische creatieve broedplaats’. De kerk biedt werkruimte aan en wordt gerund door kunstenaars, die projecten initiëren voor wijk, stad en bewoner. Een letterlijke en figuurlijke proeftuin, waar ontwikkeling van kunst en natuur hand in hand gaan. Op www.metaalkathedraal.nl is een interessant overzicht te zien van alles wat er in de kathedraal mogelijk is én hoe de financiële huishouding van de publiek-private samenwerking is opgesteld.

Bouwondernemers tonen hun kunsten

Lege kerken bieden kansen aan ondernemers in de bouw om te laten zien wat ze kunnen.
John Weenink, eigenaar van een installatie- en dakdekkersbedrijf en timmerman Mike van der Ven restaureren in Brielle op eigen initiatief de verwaarloosde Geuzenkerk. Ze kochten de kerk en knapten hem volledig op. Uiteindelijk is het doel om twee woonhuizen in het gebouw te realiseren. “Dit project is voor ons een mooie promotie van onze jonge bedrijven: wij kunnen hier ons vakmanschap mee laten zien. Het is toch belangrijk dat je dit soort projecten, waar vakmanschap voor nodig is, blijft uitvoeren. Daarmee zorg je dat we met elkaar de technieken die nodig zijn om monumenten te onderhouden blijven beheersen. Want ambachtsscholen zijn er ook al niet meer, dus leren doe je in de praktijk”, aldus de jonge ondernemers op monumenten.nl.

Naar de fysio in de kerk

Het had wat voeten in de aarde om een voormalige kerk en twee aangrenzende herenhuizen in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt te verbouwen tot een huisartsen- en fysiopraktijk. Grootste opgave voor BNB architecten en interieurarchitect Hanke Lumens was om de verschillende ruimtes logisch in elkaar te laten overvloeien en dat te definiëren in een helder programma van eisen. De volledige begane grond van de panden werd gestript, waarna doorbraken vanuit de kerk naar de panden werden gecreëerd. De kerk is nu in gebruik als receptie en grote wachtruimte, waarbij het gebouw zoveel mogelijk in tact is gelaten. In het weekend vinden er culturele activiteiten plaats in het gebouw. Ook deze kerk kent een bijzondere geschiedenis. Oorspronkelijk was het namelijk een werkplaats, totdat de Nederlands Hervormde Gemeente het gebouw in 1910 tot kerk transformeerde.

Wonen rondom het Heilig Hart

Aan het eind van 2016 wordt in Breda begonnen met transformatie van de Heilig Hart kerk. Bijzonder is dat de transformatie van de kerk een integraal onderdeel is van de bouw van een appartementencomplex. Vandaar dat voor het hele gebied is gekozen voor de naam Heilig Hart Hof. In de kerk komt een restaurant, Health Club en kantoor- en ontmoetingsruimte voor de buurt. Een mooi voorbeeld van een project waar maatschappelijke en commerciële belangen elkaar weten te vinden binnen de transformatie van een lege kerk. In 2014 ging het college van Burgemeester en Wethouders akkoord met de plannen van vastgoedontwikkelaar dimensie Vier. Het Heilig Hart Hof zal naast de getransformeerde kerk gaan bestaan uit 39 koopappartementen, verdeeld over drie verdiepingen.

Architectuurprijs voor transformatie?

Het 175 jaar oude kerkje van Klein Wetsinge in de provincie Groningen, dingt mee naar de BNA prijs voor beste gebouw van het jaar. De kerk werd afgelopen jaar getransformeerd en gerestaureerd. Achter in de kerkzaal zijn twee grote afsluitbare ovale ruimtes aangebracht. De ene bevat een keuken en de ander een vergaderzaal. Het gebouw is nog steeds te gebruiken als kerk, maar ook voor recepties en partijen. Daarnaast fungeert het als ontmoetingsplaats voor de buurt, met een restaurant en een winkeltje met streekproducten. Er is nagedacht over de details: bezoekers knnen via het uurwerk in de toren, over de gewelven naar achteren lopen waar ze uitzien over het aangrenzend natuurgebied. De kerk is gerestaureerd onder leiding van architectenkantoor De Jong, in opdracht van de stichting Oude Groninger Kerken.

Advertisment ad adsense adlogger