Dit jaar kampt de Rijn met de langst aaneengesloten laagwaterperiode sinds 40 jaar. NVLB, de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen, adviseert daarom opdrachtgevers in de bouw en bouwaannemers om rekening te houden met prijsverhogingen op grondstoffen door duurdere scheepvaart.
De waterstand van de Rijn is al een lange periode laag en zakt steeds verder. De afgelopen weken is de waterstand op de Rijn echter extreem laag en dat heeft grote gevolgen voor de kosten van het transport van bouwgrondstoffen per binnenvaart. Hoewel ieder jaar één of meerdere laagwaterperiodes van een paar dagen of enkele weken voorkomen, is dit jaar sprake van de langst aaneengesloten laagwaterperiode sinds 40 jaar.
Minder lading
De binnenvaartschepen kunnen door de lage waterstand de bestemmingen veelal maar half afgeladen bereiken. Voor het vervoer van dezelfde hoeveelheid bouwgrondstoffen zijn daarom meer schepen nodig. De belangrijkste taak van de leveranciers om voldoende schepen te vinden en er voor te zorgen dat hun klanten niet zonder materiaal komen te zitten, de leverzekerheid, staat daarmee sterk onder druk. Dit vraag en aanbod element heeft ook tot gevolg dat de vrachttarieven stijgen. De vooruitzichten voor de komende dagen geven geen verbetering van de situatie.
Toeslag
Om de kosten van de verhoogde transportkosten te kunnen afdekken, kennen de leveranciers van bouwgrondstoffen in hun algemene voorwaarden een laagwatertoeslag op de koopprijs van de per schip geleverde producten. De laagwatertoeslag wordt bepaald aan de hand van de laadplaats, in relatie tot de peilschalen langs de Rijn.
Deze laagwatertoeslag, die voor elke leverancier verschillend is, komt op de koopprijs van de per schip geleverde bouwgrondstoffen. Stel dat een leverancier met een afnemer een laagwatertoeslag van 10 % van de koopprijs per 10 cm beneden Kaub overeenkomt, beloopt de laagwatertoeslag, in het voorbeeld van de peilschaal bij Kaub*, 98 % van de koopprijs. De extreem lage waterstand maakt de aanvoer van bouwgrondstoffen via de Rijn dus duur.
Hoewel de laagwatertoeslag een contractueel vastgelegde en voor het transport van de bouwgrondstoffen noodzakelijke toeslag is, ondervinden veel leveranciers van bouwgrondstoffen door onbekendheid met het doel van de laagwatertoeslag, in toenemende mate grote weerstand tegen deze toeslag.
Peil
Dat er momenteel echt sprake is van laag water op de Rijn, blijkt wel uit de gegevens van de peilschaal (Pegel) bij Kaub*, want die stond maandagochtend 26 oktober 2015 op 82 cm met een vallende tendens. Dit is 98 cm lager dan de gemiddelde waterstand van 180 cm. Dit houdt in dat schepen van 2.000 ton nog maar 900 tot 1.100 ton mee kunnen nemen. Bij een dergelijke waterstand zijn er dus bijna twee maal zoveel schepen nodig om hetzelfde volume aan bouwgrondstoffen te vervoeren.
*Bij de plaats Kaub in Duitsland aan de Rijn, wordt de scheepvaart-relevante waterstand elektronisch gemeten. Dit peil wordt hierboven als referentiepeil Kaub gehanteerd.
Bureau Voorlichting Binnenvaart bericht:
BVB: “De Nederlandse binnenvaart heeft te maken met de langste laagwaterperiode op de Rijn sinds 1976. De komende dagen blijft noemenswaardige regen in het zuiden van Duitsland uit; de binnenvaart verwacht dan ook dat het laagste punt in de rivier nog niet bereikt is. Ondanks dat de klanten in het Rijnstroomgebied nog voldoende bevoorraad kunnen worden noemen de brancheorganisaties in de binnenvaart een verdere daling van het water zorgelijk. Binnen Nederland kampen de Waal, Rijn en IJssel met lage waterstanden, hetgeen nog niet tot noemenswaardige problemen heeft geleid.
Met name op het traject Koblenz – Mannheim in Duitsland is de rivier de Rijn op dit moment zeer ondiep. Nederlandse schepen die dit traject passeren kunnen gemiddeld slechts een kwart van hun maximale laadcapaciteit benutten. In het algemeen is de vraag naar scheepsruimte als gevolg van het lage water op dit moment groter dan het aanbod, hetgeen op bedrijfsniveau voor sommige binnenvaartondernemers gunstig is. Op macro niveau is de huidige waterstand voor het transport op de Rijn zorgwekkend. De logistieke kosten voor het bedrijfsleven nemen tijdelijk toe hetgeen de inzet van binnenvaart minder aantrekkelijk zou kunnen maken.
Binnenvaartdienstverleners zetten op dit moment noodscenario’s in waarbij tijdelijk aanvullend via het spoor en de weg klanten worden bevoorraad. Een structurele verplaatsing van het vervoer wordt echter niet verwacht; immers bij normale waterstand blijft de binnenvaart een kostenefficiënte oplossing. Ondanks dat deze samenloop van natuurlijke ontwikkelingen niet kan worden beïnvloed gaat de sector in debat met de Duitse overheid om te spreken over de ondieptes in het Duitse gedeelte van de Rijn.”
– Extreem laagwater duurder voor bouw –