De populariteit van erfgoed kent voorlopig geen grenzen. Uit de ‘Atlas voor gemeenten’, die vandaag wordt gepresenteerd, blijkt dat monumentale steden harder groeien, minder last hebben van vergrijzing en gunstige ontwikkelingen van de huizenprijzen kennen vergeleken met andere, nieuwe steden. Monumentale blijken erg populair onder zowel bewoners als toeristen.
De nieuwe atlas heeft als thema erfgoed en behandelt vragen als: Wat is het belang van een monumentale binnenstad? En hoe waarderen mensen musea en monumenten in hun woonomgeving?
De onderlinge verschillen tussen steden blijken toe te nemen, in het voordeel van de monumentale steden. De onderzoekers concluderen dat monumenten bijdragen aan de aantrekkingskracht van de stad; mensen wonen en werken er graag. De (potentiƫle) beroepsbevolking krimpt in veel steden, behalve dus in steden met veel monumenten. Genoemd worden Alkmaar, Amsterdam, Amersfoort, Bergen op Zoom en Delft. De bevolking is daar ook gemiddeld hoger opgeleid en jonger.
Duurdere huizen
De populariteit blijkt ook uit het feit dat de prijs van een huis in deze steden de laatste tien jaar met acht procent is gestegen, terwijl in andere, nieuwe steden, de huizenprijs juist daalde, met gemiddeld 1,6 procent. De onderzoekers zeggen dat de bereidheid om meer te betalen puur veroorzaakt wordt vanwege het historische karakter van het pand, en staat los van de vele voorzieningen die zo’n woonplek vaak biedt.
Op radio 1 licht onderzoeker Gerard Marlet toe dat er een tweedeling dreigt te ontstaan in stedelijk Nederland.