Vijftien jaar stedelijke vernieuwing Hoogvliet in Rotterdam heeft de woonsituatie van bewoners en de leefbaarheid in deze wijk flink verbeterd. De oorspronkelijke bewoners zijn er in sociaaleconomisch opzicht echter nauwelijks beter op geworden. Tot deze conclusies komen onderzoekers van de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam in hun onderzoek Terugblikken en vooruitkijken in Hoogvliet. 14 jaar stedelijke vernieuwing en de effecten op wonen, leefbaarheid en sociale mobiliteit. Het onderzoek, dat tot stand is gekomen in samenwerking met Platform31, is een vervolg op een in 2007 uitgevoerde evaluatie.
Vooruitgang
De stedelijke vernieuwing in Hoogvliet, een voormalige Rotterdamse deelgemeente, is in fysiek-ruimtelijke zin een succes. Ten aanzien van de woonsituatie en wooncarrière van bewoners, de buurtontwikkeling, de leefbaarheid en de reputatie is er een behoorlijke vooruitgang geboekt, ondanks de crisis. De aanpak bestond primair uit herstructurering (o.a. sloop, nieuwbouw) en een reeks van sociale en economische maatregelen. Ook veel Hoogvlieters schrijven de verbeteringen toe aan de vernieuwingsoperatie. Vooral de doorstromers en instromers in Hoogvliet hebben van de vernieuwing geprofiteerd. Voor bewoners die helemaal niet verhuisd zijn, geldt dat in mindere mate.
Gestegen eigenwoningbezit
De grootschalige sloop en nieuwbouw hebben nauwelijks invloed gehad op de sociaaleconomische positie van de oorspronkelijke bewoners van Hoogvliet. Juist de instroom van nieuwe bewoners met (beter) betaald werk en de uitstroom van bewoners met een uitkering zorgen voor hogere scores op de sociaaleconomische status van Hoogvliet. De instromers hadden gemiddeld een hogere opleiding, een hoger inkomen en een betere werksituatie dan de oorspronkelijke Hoogvlieters. De kansen op het krijgen van een nieuwe huur- of koopwoning zijn wel toegenomen. Daardoor is Hoogvliet beter in staat om sociale stijgers vast te houden. Onder de blijvers en doorstromers binnen Hoogvliet is de mobiliteit met betrekking tot opleiding en inkomen beperkt; de winst wordt primair geboekt door het gestegen eigen woningbezit. De stijgende trend in het eigenwoningbezit en de dalende trend in de uitkeringsafhankelijkheid lijken door de crisis enigszins tenietgedaan.
Kwetsbare burgers
In het debat over de participatiemaatschappij staan terugtrekking van de verzorgingsstaat, zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers centraal. Uit het onderzoek blijkt dat zowel burgers als professionals het belang van eigen kracht en maatschappelijk nuttig zijn onderschrijven. Lang niet iedereen kan aan de nieuwe norm te voldoen, ook al is de wil er wel. Bij sommige kwetsbare burgers overstijgt de hulpvraag de spankracht van het eigen sociale netwerk. Bij anderen is zelfredzaamheid een brug te ver, bijvoorbeeld bij zware psychosociale problemen. De Hoogvlietse professionals willen burgers graag helpen bij de ontwikkeling van hun eigen kracht en hebben dat eerder ook gedaan; de vraag is of ze dat mogen en kunnen blijven doen. Politici zetten onder verwijzing naar termen zoals zelfredzaamheid en burgerkracht juist het mes in de uitgaven voor sociale professionals. Door de politieke nadruk op meetbare en korte-termijn resultaten, kunnen sociale professionals zich vaak alleen maar richten op het oplossen van acute ‘crises’ en zich hierdoor niet adequaat inzetten voor het (re)activeren van sociale netwerken van kwetsbare burgers.