Verlichting bij renovatie en sloop verplicht inzamelen

Inzameling verlichting bij renovatie en sloop

Al sinds 2002 zijn producenten en importeurs van energiezuinige verlichting op grond van Europese wetgeving verplicht om op de markt gebrachte producten na einde levensduur weer in te zamelen voor recycling. Dat type verlichting is op zeer grote schaal aanwezig in kantoren, ander utiliteitsvastgoed en infrastructuur. Echter, bij renovatie of sloop van gebouwen blijft deze waardevolle materiaalstroom grotendeels buiten het zicht van de producenten en importeurs. Een nieuwe aanpak ontwikkeld door Stichting LightRec, in Nederland verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van verlichting, en VERAS, de belangenvereniging voor sloopaannemers, moet hierin verandering gaan brengen.

Energiezuinige verlichting – spaarlampen, tl-buizen, gasontladingslampen maar ook ledlampen – bevat veel grondstoffen die tot wel 90% gerecycled kunnen worden. Ook de bijbehorende armaturen kunnen tot wel 80% gerecycled worden. Om die reden wordt deze productgroep na afdanking al geruime tijd aangemerkt als ‘e-waste’ dat verplicht ingezameld moet worden.
“Daar komt bij”, zegt Gied van Hoorn, “dat energiezuinige lampen kleine hoeveelheden milieubelastende stoffen kunnen bevatten, zoals kwik, neon of bij armaturen pcb-houdende condensatoren. Ook om die reden is het belangrijk dat we dit type lampen en armaturen op een verantwoorde wijze inzamelen.”


‘De sloopmarkt is een vechtmarkt waar elke euro extra op de offerte het verschil kan maken’


Van Hoorn is sinds vorig jaar directeur van LightRec, de stichting waarin de Nederlandse producenten en
importeurs van energiezuinige verlichting zich hebben verenigd om gezamenlijk te kunnen voldoen aan de wettelijke inzamelplicht. Via uitvoeringsorganisatie Wecycle haalt LightRec inmiddels ruim 1,7 miljoen kilo lampen en ruim 1,8 miljoen kilo armaturen per jaar op, deels via retailers en gemeenten in de consumentenmarkt, deels via groothandels, distributeurs en installateurs in de professionele sector.

Hoewel dat op het eerste gezicht respectabele hoeveelheden zijn, moet de lat omhoog, zegt Van Hoorn. “Europa hanteert een verplichte inzamelnorm van 65% in 2019. Om dat te halen moet er nog wel wat werk verzet worden.”

Inzameling verlichting bij renovatie en sloop

Gied van Hoorn, directeur LightRec.

Vanuit die achtergrond is het verklaarbaar dat LightRec zicht probeert te krijgen op de zogeheten ‘lekstromen’ vanuit het perspectief van de producent en importeurs. Van Hoorn: “We weten wat er jaarlijks aan hoeveelheden lampen en armaturen op de markt wordt gezet, de zogeheten ‘put on market’. En we weten dus ook dat we ondanks alle inspanningen nog lang niet alles ophalen. Een deel van het probleem is dat alles wat buiten de officiële inzamelkanalen wordt verwerkt, niet wordt geregistreerd en dus niet meetelt bij de inzamelpercentages. Zo weten we nagenoeg zeker dat alle metalen armaturen linksom of rechtsom bij de handel in oud metaal belanden en uiteindelijk worden gerecycled. Oud metaal vertegenwoordigt namelijk een bepaalde economische waarde. Voor de lampen zelf geldt dat niet: de verwerking daarvan kost alleen maar geld. En dus vermoeden wij dat er jaarlijks nog steeds grote hoeveelheden lampen in het huisvuil of het bouw- of sloopafval verdwijnen.”

Doorbraak forceren

Met name dat laatste wil Van Hoorn veranderen. Want anders dan van consumenten mag van professionals worden verwacht dat zij op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving met betrekking tot afvalstromen. Voorzitter Jan Bork van VERAS, de belangenvereniging van gecertificeerde sloopaannemers, denkt dat dit in ieder geval geldt voor de bij zijn organisatie aangesloten leden. Tegelijkertijd is de praktijk weerbarstig, zegt hij. “De sloopmarkt is een vechtmarkt waar elke euro extra op de offerte het verschil kan maken”, aldus Bork. “Op dit moment is er geen level playing field: bedrijven die netjes en duurzaam willen werken, zijn duurder en niet iedere opdrachtgever is bereid daarvoor te betalen. Het gaat dus niet zozeer om een gebrek aan kennis, maar vooral om commercieel handelingsperspectief. Daar ­liggen de echte uitdagingen.”

Inzameling verlichting bij renovatie en sloop

Jan Bork, voorzitter VERAS.

Om daarin een doorbraak te forceren, hebben LightRec en VERAS onlangs een plan ontwikkeld dat als doel heeft om de hoeveelheid ingezamelde lampen en armaturen uit de sloopsector in vijf jaar tijd te verdubbelen. Van Hoorn: “Op basis van gefundeerde schattingen komen er elk jaar zeker 900 ton armaturen en ruim 460.000 energiezuinige lampen vrij bij sloop- en renovatieprojecten. Voor de beeldvorming: 900 ton is ongeveer het gewicht van twee Airbus A380 vliegtuigen. Van die hoeveelheid komt nu maar een klein deel in het Wecycle-inzamelsysteem terecht. Er is dus heel veel ruimte voor verbetering.”

Bijzonder aan het plan is dat het een multichannel-strategie betreft: het richt zich niet alleen op de sloopaannemers zelf, maar op alle belangrijke schakels in de sloopbranche, van beleidsmakers tot ingenieurs en van opdrachtgevers tot uitvoerders. “Ons doel is om het correct verwijderen en inzamelen van verlichting op te laten nemen in standaard bouwbestekken, richtlijnen, criteriadocumenten voor aanbestedingen, formele sloopmeldingen en in andere communicatiemiddelen die de doelgroepen in hun dagelijkse werk tot zich nemen”, aldus Van Hoorn.

Motor van de circulaire economie

Voor VERAS is deze aanpak een belangrijk motief om het initiatief actief te steunen, zegt Bork. “Technisch is voor onze sloopaannemers eigenlijk alles mogelijk. Wat telt is wat de markt vraagt. Als het apart inzamelen van verlichting met behulp van de officiële inzamelmiddelen een harde voorwaarde is die in het bestek of in de aanbesteding is opgenomen, dan komen partijen vanzelf in beweging. Een bijkomend voordeel is dat je op die manier een level playing field creëert omdat dan iedereen het mee moet nemen in zijn aanbieding.”
Maar de belangenvereniging staat ook om een meer principiële reden positief tegenover het LightRec-initiatief. Want het apart inzamelen van specifieke materiaalstromen past naadloos in de transformatie die de sloopsector wil doormaken, zegt Bork. “We willen meer en meer gaan acteren als leverancier van herbruikbare grondstoffen en als motor van de circulaire economie. Lampen en armaturen zijn een heel specifieke en ook hoogwaardige materiaalstroom. Kortom, in dit initiatief zien wij kansen.”

In het kader van het project hebben de partijen inmiddels al een aantal activiteiten ondernomen. Zo was er onlangs een bijeenkomst met de leidende adviesbureaus in de sloopbranche die namens opdrachtgevers van sloopprojecten werken voorbereiden en begeleiden (i.e. bestekken schrijven en directie voeren). Bork: “Daar hebben we verkend welke mogelijkheden zij zien om de Standaard RAW-bepalingen aan te passen, en wat de rol van de overheid zou kunnen zijn in het kader van het Maatschappelijk Verantwoord Inkoopbeleid. We bekijken ook of separate inzameling van verlichting en armaturen een eis zou kunnen worden voor onze eigen kwaliteitscertificering, de BRL SVMS-007.”

Inzameling verlichting bij renovatie en sloop

Ook heeft er eerder al een eerste proefproject plaatsgevonden waaraan diverse leden van VERAS hebben meegewerkt. Bork: “Bij het renoveren van een pand zijn er doorgaans weinig problemen, omdat het strippen van een gebouw meestal handmatig plaatsvindt. De kosten voor verwijdering zijn bij renovatieprojecten over het algemeen ook niet heel hoog. Bij totaalsloop zijn de kosten wat hoger, maar daarmee zouden opdrachtgevers in aanbestedingen rekening kunnen houden.”
Hoe dat ook zij: de komende tijd willen beide initiatiefnemers een aantal ‘Witte Raaf-projecten’ gaan definiëren die laten zien wat er mogelijk is als het gaat om het demonteren, inzamelen en recyclen van lampen en armaturen. Van Hoorn: “Goed voorbeeld doet goed volgen, is het idee. We denken aan in het oog springende projecten met voldoende massa. Hoewel de renovatie van de Tweede Kamer nog een aantal jaar op zich laat wachten kan dit een heel mooi voorbeeld zijn.”

Laaghangend fruit

Van Hoorn laat zich niet verleiden tot het uitspreken van concrete percentages, maar zegt wel te hopen op een ‘significante’ stijging van het aantal ingezamelde lampen en armaturen binnen nu en vijf jaar. En die hoop is zeker niet helemaal ongefundeerd, vindt Bork. Want gezien de huidige gebouwenvoorraad liggen er de komende decennia nog enorme opgaven voor professionele sloopmarkt. “Tal van gebouwen moeten nieuwe bestemmingen krijgen en het overgrote deel als onderdeel van binnenstedelijke herontwikkeling. Kortom, er hangt een enorme hoeveelheid laaghangend fruit. Waar wij nu op gaan inzetten is dat het correct verwijderen en afvoeren van verlichting bij renovatie en sloop binnen vijf jaar geen uitzondering meer is, maar het nieuwe normaal.”

Tekst: Bart van Ratingen

Advertisment ad adsense adlogger