Wederopbouw levert monumenten op

Wederopbouw

De jaren vijftig en de vroege jaren zestig: wederopbouwjaren. Nooit werd in Nederland zoveel gebouwd als destijds. De tijd is rijp om deze periode te waarderen. Althans, zo lijkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap erover te denken. In maart van dit jaar maakte minister Bussemaker bekend dat negenentachtig gebouwen uit de periode 1959-1965 in aanmerking komen voor de titel Rijksmonument, afdeling ‘wederopbouwmonumenten’. In 2007 werden al honderd gebouwen uit de periode 1940-1958 benoemd tot Rijksmonument.

Vandaag de dag is, wat nieuwbouw betreft, haast een tegenovergestelde tijd aangebroken ten opzichte van de wederopbouw periode. Herbestemming en herwaardering van gebouwen is nu min of meer noodzaak. Een paradox dat een periode waarin volgens veel mensen te weinig rekening is gehouden met dat wat er al stond, nu zelf Rijksmonumenten blijkt op te leveren. Op internet werd al gauw lacherig gedaan over de selectie. Is sporthal ‘de Scharen’ in Breda niet gewoon een foeilelijk betonblok? De schoonheid van een gebouw blijkt echter geen beoordelingscriterium te zijn, het gaat om ‘de meest waardevolle en kenmerkende bouwwerken, die van belang zijn voor de ontwikkeling van de Nederlandse architectuur en die in de periode 1959-1965 zijn gebouwd’. Kenmerkend zijn de genomineerde gebouwen allemaal. Waardevol? Daar valt over te discussiëren. -Mensen beoordelen de waarde van een gebouw als het gaat om een monument toch het liefst op schoonheid, maar dat blijkt te kort door de bocht. De selectie, gedaan door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, heeft namelijk plaatsgevonden aan de hand van acht thema’s die de wederopbouwperiode kenmerken.
Op deze wijze worden de gebouwen in breder perspectief geplaatst en wordt de nadruk gelegd op de symbolische functie, wat nu eenmaal de belangrijkste functie is van een monument. De acht thema’s zijn: Onderdak, Verzorgingsstaat, Economie, Infrastructuur, Herdenking, Verzuiling, Vorming en Vrije tijd & Cultuur. De gebouwen die gekozen zijn vertellen iets over ons, Nederlanders, en onze geschiedenis. Minister Bussemaker sprak over de gebouwen als ‘stille getuigen’ en daar kan aan worden toegevoegd dat een gebouw, net als een beeld, soms meer zegt dan duizend woorden.

Lees verder in editie 3-2013

Advertisment ad adsense adlogger