Het wordt drukker in de grond. Steeds meer wordt de ondergrond benut voor bouw- of gebiedsontwikkelings-projecten. Het gaat dan niet alleen om ondergrondse parkeer-garages, maar ook om bijvoorbeeld de aanleg van ondergrondse systemen voor Warmte Koude Opslag (WKO). Dat deze projecten ook impact hebben op de al bestaande functies in de ondergrond, zoals de kabels en leidingen voor de energie-voorziening, is vaak onderbelicht.
Gevolg hiervan is dat niet alleen energienetbeheerders, maar ook andere netbeheerders, in de praktijk nog veel te weinig door gemeenten worden betrokken in de planfase van een bouw- of gebiedsontwikkeling. Deze situatie, die leidt tot aanzienlijke kosten voor de maatschappij, vraagt volgens de energienetbeheerders dringend om meer bestuurlijke én politieke aandacht bij gemeenten. Deze problematiek zou vooral kunnen worden opgelost door een slimmere regie van gemeenten op de ondergrond. De Structuurvisie Ondergrond kan een belangrijke stap zetten in deze richting.
Regierol gemeenten
De ervaring leert dat energienetbeheerders, en dat geldt ook voor andere netbeheerders, vaak in een te laat stadium worden betrokken bij bouw- en gebiedsontwikkelingsplannen. Het verleggen van kabels en leidingen – om een praktisch voorbeeld te noemen – is in de meeste gevallen dan niet meer te voorkomen. Vervolgens kunnen er in de uitvoeringsfase van een bouw- of gebiedsont-wikkelingsproject problemen ontstaan, omdat als gevolg van beperkte ruimte in de ondergrond de betreffende kabels en leidingen moeten worden verlegd naar een voor netbeheerders lastig te bereiken plaats. Om deze praktijksituatie te voorkomen en maatschappelijke kosten zoveel mogelijk te verminderen, is het noodzakelijk dat gemeenten een sterke regierol vervullen. Gemeenten zijn immers zowel in de planfase als uitvoeringsfase van een bouwproject of gebiedsontwikkeling de eigenlijke regisseur. In de praktijk wordt deze stap soms al gemaakt. Een voorbeeld betreft het convenant dat de gemeente Tilburg, energienetbeheerder Enexis en Brabant Water vorig jaar hebben gesloten. In dit convenant zijn afspraken neergelegd over het afstemmen van lange-termijnplannen voor gasnet- en waterleiding-investeringen in gemeentelijke bouw- en gebiedsontwikkelingsprojecten. Dit positieve voorbeeld doet er desondanks niet aan af dat netbeheerders in veel andere gemeenten pas in de uitvoeringsfase worden betrokken. De ondergrond moet daarom structureel hoger op de bestuurlijke en politieke agenda van gemeenten komen te staan, ook vanwege de maatschappelijke belangen, zoals een duurzame energievoorziening.