De plancapaciteit voor Nederland is geraamd op 1.075.000 woningen voor de periode 2022 tot en met 2030. Dat zijn 25.000 meer woningen dan een jaar geleden. De circa 180.000 woningen die in 2022 en 2023 reeds zijn gebouwd zijn onderdeel van de totale plancapaciteit. Er is zo voldoende capaciteit om aan de totale woningbouwopgave te voldoen. Dat blijkt uit onderzoek dat ABF Research voor het ministerie uitvoert, bericht BZK.
Plancapaciteit voldoende? “In 2023 werden er, net als het jaar daarvoor, ruim 90.000 woningen gebouwd”
Inventarisatie plancapaciteit
“De nieuwe inventarisatie van de plancapaciteit van de provincies laat zien dat ook het aantal ‘harde’ plannen is toegenomen. Die plannen hebben de juridische zekerheid dat daar ook kan gestart worden met de bouw. Het gaat om 7.000 extra woningen ten opzichte van een half jaar geleden. Voor de komende vijf jaar behoort 48 procent van de woningbouwplannen tot deze categorie”, aldus het ministerie.
Betere marktomstandigheden lijken volgens de rijksoverheid op komst, doordat de rente is gestabiliseerd en de inkomens – en daarmee de leencapaciteit- zijn gestegen. Dat is terug te zien in de stijgende huizenprijzen en het aantal verkopen voor nieuwbouw dat nu al voor het derde kwartaal op rij stijgt.
Oorzaken en omslag
De economische oorzaken van de dip in de bouw liggen achter ons, maar de effecten ervan zullen in de komende jaren zichtbaar blijven. Daarom is het van belang vast te houden aan het ingezette beleid om de woningbouw te versnellen, bericht men verder.
In 2022 en 2023 voldeed de productie nog aan de woningbouwopgave. In 2022 werden er ruim 90.000 woningen gebouwd en ook in 2023 zijn dit er naar alle waarschijnlijkheid weer 90.000, waarmee de eerste 180.000 woningen van 981.000 woningen gebouwd zijn.
Het aantal verleende bouwvergunningen laat nog niet de stijging zien die nodig is om de capaciteit aan bouwprojecten weer voldoende te vullen. De verwachting is dat 2024 en 2025 een terugval in de bouw laten zien.
Extra woningbouwplannen
Eerder toonde een nieuwe Primos-prognose dat van 2022 tot en met 2030 in totaal 981.000 nieuwe woningen nodig zijn. Dit zijn 45.000 meer woningen dan in de Woondeals is afgesproken. Het Rijk, provincies en gemeenten onderschrijven de noodzaak om hiervoor extra woningbouwplannen op te nemen in de lokale woningbouwprogrammering. Begin maart informeert minister Hugo de Jonge de Tweede Kamer hierover.
Bufferen van plancapaciteit
ABF Research doet halfjaarlijks een inventarisatie van de plancapaciteit van provincies tot en met 2030. Hierbij gaat het om het totaal aantal woningen dat is opgenomen in woningbouwplannen. Plannen kunnen vertraging oplopen of uiteindelijk niet doorgaan.
Daarom heeft het Rijk met provincies afgesproken dat zij als noodzakelijke buffer 30 procent meer plancapaciteit nodig hebben. Landelijk gezien wordt hier vrijwel aan voldaan, maar een aantal provincies blijft nog achter, aldus het ministerie.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).